Joost van Wijk is eigenaar van een stoeterij. Hij is klein van postuur, maar de strakke rijbroek en de bijbehorende laarzen geven hem toch het aanzien van een paardenman.
Als hij zich tussen de paarden begeeft en zijn stemgeluid verheft, spitsen de viervoeters hun oren. Zo maakt Joost van Wijk zich groter dan hij eigenlijk is.
Die houding zou niet nodig moeten zijn want in deze wereld is Joost in de loop der jaren een autoriteit geworden.
Opgegroeid als jongste zoon in een boerengezin krijgt Joost al vroeg met paarden te maken.
Hij heeft als kleine jongen diep ontzag voor het trekpaard van zijn vader. Zijn oudere broer rijdt zonder zadel op het beest terwijl het voor de hooiwagen loopt. Hij plaagt vanaf die hoogte zijn broertje graag een beetje. ‘Hé knul, je zou wat meer roggebrood moeten eten, daar groei je van.’  Voor Joost in zijn blauwe overall en op gele klompjes legt dat een extra accent op zijn geringe lengte.

Op school vergaat het hem niet veel beter. In de klas moet hij op de eerste rij zitten om de meester en het bord goed te kunnen zien. Het weerhoudt hem van spieken en stiekem kattenkwaad uithalen. Hij gedraagt zich als het braafste jongetje van de klas.
Op de middelbare landbouwschool blijkt hij één van de betere leerlingen te zijn en daar groeit Joost behoorlijk van. Het studeren gaat hem makkelijk af, hij haalt hoge cijfers en is altijd bereid zijn studiegenoten te helpen. Zo leert hij geleidelijk aan, door de waardering die hij ondervindt, dat respect niet in lichaamslengte zit. Hij neemt steeds meer een zelfverzekerde houding aan.

Als hij de kans krijgt paardrijlessen te nemen in de manege in de buurt, is hij daar regelmatig te vinden. Joost blijkt talent te hebben en hij besluit van de paardenwereld zijn beroep te maken. In korte tijd haalt hij alle diploma’s die nodig zijn om een manege te kunnen leiden. Daarnaast stort zich vol overgave op zijn lust en zijn leven, lesgeven. Joost kan op deze manier, als strenge leermeester, zijn gezag laten gelden. Hij zet de paarden en hun ruiters naar zijn hand. Wie van Joost les krijgt leert paardrijden.
Als hij de manege kon overnemen lijkt zijn geluk compleet. Toch knaagt diep in Joost nog altijd het gevoel van de kleine man en de drang tot meer presteren blijft hem achtervolgen.

Wanneer hij de gelegenheid krijgt een hengst van het Friese Stamboekras te kopen aarzelt hij niet lang om tot die aanschaf over te gaan. Hij traint net zo lang met het dier tot ruiter en paard een perfecte combinatie in de dressuur vormen en schrijft in voor alle wedstrijden die er in de regio georganiseerd worden. Joost vult zijn prijzenkast en zijn imago aan.
Hij dwingt respect af in zijn prachtige kostuum, zwart jasje, spierwitte plastron en dito broek. Kijk hem fier in het zadel zitten op zijn krachtige paard.
Iedere wedstrijdganger weet, als Joost van Wijk en Hero in de ring komen gaan zij met de eer strijken.

Vanuit de fokkerij is er veel belangstelling voor zijn paard, maar Joost is niet van plan Hero te verkopen. Hij heeft genoeg verstand van paarden en van alles wat daarbij komt kijken om naast de manege een eigen fokstal te beginnen. Ook bij deze werkzaamheden houdt de kleine man hem gezelschap. Vaak heeft hij het gevoel dat een koper denkt een loopje met hem te kunnen nemen.
Dat zorgt ervoor dat hij tijdens de handel niet over één nacht ijs gaat. Het spel van ferme handjeklap krijgt hij steeds beter onder de knie. De handelaren daarentegen laten elkaar weten dat je met Joost van Wijk heel goed zaken kunt doen.
Hij is een man met veel aanzien geworden. Jammer dat hij dat zelf niet ziet.

 

Een deel van dit verhaal was basis voor de co-column met Mien

Categorieën: Algemeen

Ferrara

Wie sturen kan zeilt bij elke wind

16 reacties

Mien · 26 november 2013 op 17:17

(oorspronkelijke versie)
Een deel van dit verhaal was basis voor de co-column met Mien

Je schept nu wel een beetje verwarring Ferrara.
Maar niks liever dan de chaos.
Want daar groei je uiteindelijk uit.
Vraag maar aan de lerares. 😉

Mooi verhaal, by the way.
Ik vond de co-column wel wat spannender en ludieker.

Libelle · 26 november 2013 op 19:16

Wat is dat toch met die lerares?
Je geeft natuurlijk les Ferrara.
Mooi verhaal over mensen met een door hen ervaren handicap, die het ver schoppen. Zeer Bonaparte!

Ferrara · 26 november 2013 op 22:59

Libelle, het zal aan mij liggen, maar ik heb geen idee wat Mien bedoelt.
Waarin zou ik lesgeven?

    Mien · 26 november 2013 op 23:18

    Niet zo moeilijk hoor. Ik doel op je schrijfcoach. Leg het maar eens voor. 😉

Nachtzuster · 27 november 2013 op 00:01

Mooi verhaal. En dat terwijl ik niets met paarden heb. Ik vraag mij af of je deze na de co column af hebt geschreven of had je hem nog liggen? De aanduiding ‘oorspronkelijk verhaal’ zegt mij dat de tweede optie de juiste is.

Ferrara · 27 november 2013 op 11:37

Nachtzuster de tweede optie is juist.
Joost (pseudoniem) bestaat echt, ik ontmoette hem in de jaren 70/80 van de vorige eeuw.
Hij leerde me destijds paardrijden.
De manege en Hero berusten op waarheid, de rest heb ik verzonnen.

    Mien · 27 november 2013 op 12:15

    Ik begrijp nu waarom onze eerste co-column een beetje moeizaam startte. Ik denk dat je vooraf al te veel een verhaal in je hoofd had. 😉

Pierken · 27 november 2013 op 16:55

Altijd prettig om wat houvast te hebben bij het schrijven. Jullie co-column vond ik wat geforceerd overkomen. Daarin waren de hechtingen te duidelijk zichtbaar. In dit origineel loopt het vloeiender door. Wel ging het voor mij wat meer leven nadat je schreef dat het autobiografisch gestoeld is.

@ Mien, wat maakt het uit dat Ferrara al een verhaal klaar had liggen om samen mee aan de slag te gaan. Ook al wist je dat niet. Wij hebben ook twee co’s geschreven waarbij niet alles vanzelf ging. En bij jou begon ik leeg. Hou me ten goede, ik ben er niet bij geweest, maar een verhaal dat er al is zou wat mij betreft als variant een prima uitgangspunt kunnen zijn voor een co. Als het er uiteindelijk beter van wordt? Je moet alleen kunnen loslaten en hetzelfde doel hebben dat je vooraf duidelijk afspreekt. En toegegeven: enige overeenkomst werkt daarbij ook mee.

@ Ferrara: graag gelezedeze.

    Mien · 27 november 2013 op 17:55

    [quote]@ Mien, wat maakt het uit dat Ferrara al een verhaal klaar had liggen om samen mee aan de slag te gaan. Ook al wist je dat niet. Wij hebben ook twee co’s geschreven waarbij niet alles vanzelf ging. En bij jou begon ik leeg. Hou me ten goede, ik ben er niet bij geweest, maar een verhaal dat er al is zou wat mij betreft als variant een prima uitgangspunt kunnen zijn voor een co. Als het er uiteindelijk beter van wordt? Je moet alleen kunnen loslaten en hetzelfde doel hebben dat je vooraf duidelijk afspreekt. En toegegeven: enige overeenkomst werkt daarbij ook mee.[/quote]

    Dank voor je beschouwing. Maar ik wil wel even duidelijk stellen dat ik geen oordeel geef maar slechts een mening, indruk weergeef. Prima dat je vanuit jouw eigen ervaring er andere gedachten over hebt. Maar ik vind in dit geval wel dat het gemak ook de mens dient. Zonder dit verhaal en Ferrara af te vallen by the way. 😉

      Meralixe · 27 november 2013 op 18:03

      Beste Mien

      Weet je wat Adam zei toen God er hem op attent maakte dat hij in de appel had gebeten? Juist, ’t is de schuld van Eva… Nu, duizenden jaren later is de mens nog niet veranderd… :laugh:

      En he… Ik oordeel niet hoor, ik geef juist maar een mening.

        Mien · 27 november 2013 op 18:49

        @Meralixe (zucht) off topic (zucht) sorry Ferrara:

        En weet je ook wie de grote verleider was in dit kunstzinnig scheppingsverhaal, Meralixe?

Ferrara · 27 november 2013 op 20:31

Snotver mannen, daar gaat mijn raspaardje bijna op hol.
Raspaardje lag al een poosje op de plank en toen Mien met het verzoek van een co-column kwam besloot ik hem voor dat doel van stal te halen. Gemak had ik daarbij niet voor ogen!
Wat ik lastig vond aan beide co-columns dat we geen gezamenlijk doel hadden. Pierken schrijft daar ook over.
Mien en ik zijn daar maar kort over in conclaaf geweest.
Hoe dan ook was het een leerzaam experiment. Mijn advies voor een volgende co-column is toch een einddoel af te spreken. Kan het verhaal alleen maar ten goede komen.
Uiteindelijk kwam ik tot de conclusie dat ik Joost van Wijk (het was zo’n aardige vent) tekort deed als ik het oorspronkelijke verhaal niet zou plaatsen. Zo simpel ligt het. Met dank voor al jullie reacties.

    Mien · 28 november 2013 op 00:17

    We gaan de discussie in ieder geval niet uit de weg. Leerzame processen. Maar als je bij voorbaat al naar een gezamenlijk afgesproken doel werkt dan beteugel je mijn inziens al voor een groot deel de creativiteit. Met regeltjes en controle sterft de co-column, uitgezonderd de kaders die je vooraf samen afspreekt. In mijn optiek kan een co-column juist uitnodigen om verschillen scherp te zetten of te overbruggen. Het invoelen of naar elkaar toeschrijven, of juist niet. Het freewheelen, de lol, of zelfs een stukje competitie, worstelingen, met de co-schrijver of met jezelf, dat maakt de co-column de moeite waard. Vooraf wat kleine kaders afspreken volstaat. Dat heb ik inmiddels uit ervaring geleerd. Maar ik ben de flauwste niet en wil graag ook jouw benadering uitproberen Ferrara. Verras mij of een ander met een uitnodiging en we spreken een gezamenlijk doel af. By the way, in het proces van onze tweede co-column hebben we weldegelijk naar een einddoel gewerkt in onderling overleg, maar dat terzijde. Het kan ook zijn dat de co-column niet jouw ding is. Ook prima.

      Nachtzuster · 28 november 2013 op 00:44

      Als jij maar mag en kunt schrijven 😉 Ikzelf heb wel lol beleeft aan het schrijven van een co-column. In de stukjes die je zelf schrijft kun je best een aantal zaken sturen.

Ferrara · 28 november 2013 op 09:41

@Mien, voor we in wellus-nietus belanden, ik heb de correspondentie over de tweede co-column nog eens gelezen. We hadden het gegeven van de schrijver met het writersblock en zijn voorkeur voor cappucino. De rest van de mail ging over technische zaken. Het klopt dat de co-column niet mijn ding is.
.Dat heeft dit experiment mij ook geleerd. Ik ga de uitdaging dan ook niet aan. Je weet dat ik aan deze wel met plezier heb gewerkt en de samenwerking prettig was.
Wat mij betreft is dit onderwerp voldoende behandeld.

Mien · 28 november 2013 op 10:01

Met deze heldere toelichting en voor de volledigheid, de toevoeging, na raadpleging correspondentie, dat we in de eerste co-column het slot ook in onderling overleg besproken hebben, voor mij ook. Aan de eerste heb je naar eigen zeggen ook plezier beleefd. By the way.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder