Moderator: “Goed Meralixe, wat heb je geschreven, ik luister?”

“In de wachtzaal! “ lees ik enigszins nerveus luidop.

“Het heeft wel iets, een oud herenhuis bedacht met moderne materialen en kleuren. De zware eiken deur ‘Mechelse stijl’ draait zwaar kreunend en sluit met een droge klik terug in het slot. Rechts is een portaaltje. Ik vermoedt, wat eens een wasplaats of een voorraadkamer was, doet nu dienst als wachtzaal.
Gietijzeren radiator, meer dan drie meters hoge muren, speelhoekje voor de kleintjes, twee rijen stoelen, tien in totaal, en een tafeltje barstend vol met tijdschriften en weekbladen. Een wachtzaal zonder verder verhaal. Goed, er zijn sporen van speciale kennis van binnenhuisinrichting. De kleuren van de muren en de deur stralen rust en harmonie uit. De stoelen met een moderne look brengen enige variatie. Aan de overgordijnen moet ik wennen. Mede door de grote hoogte van de kamer eist het aanzienlijke kleurrijke bloemenmotief te veel aandacht op.
Enkel glas! Inderdaad, nu, in deze tijden van energiebesparingen zijn dergelijke hoge ramen in een dusdanige hoge kamer zo goed als misdadig. Gelukkig, de nu en dan tikkende radiator zorgt voor een knusse temperatuur.

Ik besluit geen boek of tijdschrift te nemen. Rustig verder observeren, eens kijken wie er allemaal vóór mij is, mediteren tussen de mensen. Het in gedachten vooroordelen toeschrijven aan de nietsvermoedende slachtoffers van mijn hersenkronkels zal me wel, zo heb ik het al berekend, een uurtje zoet houden. Geen verveling laten merken, geen commentaar op eender welke negatieve indruk. Zo etaleer ik mijn persoonlijke ik bij de anderen. Zeven mensen tezamen met het zelfde doel, het bezoek aan de dokter. Allen In zwijgzaamheid gehuld, wachtend op het verlossende signaal, het schor rinkelende belletje boven in de hoek … Wachten …”

Moderator: “Ga verder..!”

“Twee vrouwen, zitten elk in een tijdschrift te bladeren alsof ze willen testen hoe sterk het gladde papier wel gebonden is. Hun ogen krijgen nauwelijks de tijd eventuele nuttige informatie te vinden. De ene geeft het half omgeslagen blad telkens nog een hevige slag achterna alsof het nog niet vlug genoeg gaat. Deze beweging is nagenoeg het enige storende gerucht in de kleine ruimte.
Inderdaad, nagenoeg, een plotse brute schreeuwerige intro van één of ander rocknummer doet een dertiger naar zijn broekzak grabbelen. Het ding is nu plots het centrum van de belangstelling van ons allen. Meer dan enkele vage veronderstellingen kunnen we niet afleiden uit het korte gesprekje dat onze makker voert met het stukje elektronica.

Een boek lezend meisje, eindelijk al een vrouw, laat met een kleine zucht haar ongenoegen blijken? Er zijn meerdere mogelijkheden voor haar gedrag. Wacht ze niet graag? Wordt ze niet graag gestoord bij het lezen? Heeft ze sowieso iets tegen GSM gedoe? Zit ze in het boek bij een eerder flauwe passage? Alleen zij kent het antwoord. Welke ziekte zou de dokter haar straks voorleggen? Misschien is ze wel voor de eerste keer zwanger! “

Moderato: “Hm.. mooi maar he, wat wil je vertellen? Waar zit het verhaal, de boodschap of wat dan ook? Kom, doe maar verder!”

Oei, ook ik had dat bij het schrijven wel al in de smiezen maar verder lezen is nu mijn lot.

“De vrouw naast mij zou ook zwanger kunnen zijn maar komt duidelijk voor iets anders naar de dokter. Ze tracht een zware diepe hoest zo veel mogelijk te onderdrukken. Nochtans vind ik geen sporen van een rookverslaving. Haar vingers zijn gewoon en haar gelaat toont niet de fletsheid van de echte roker. ‘Gewoon, een zware verkoudheid’ zal de dokter straks wel zeggen.

Plots komen twee mensen in een wit pak binnen gestrompeld. Verder verklaren hun witte veiligheidsschoenen en hun veel te grote hygiënemuts dat het werknemers zijn uit het kleine vleesverwerkend bedrijfje even verderop in de straat. De ene heeft een meer begeleidende rol maar de andere.. Tjonge, dat ziet er niet goed uit. Met zijn rechter hand ondersteunt hij de linker arm die zwaar omzwachteld is met enkele keukenhanddoeken. Die kleuren reeds vrij rood. De arme man heeft duidelijk veel pijn maar er is ook paniek. In zijn mond steekt een vinger als een dikke sigaar deels uit de mond. Wat betreft ‘bewaren van geamputeerde onderdelen’ een perfecte reactie bij een dergelijk accident maar daar heeft het nog aanwezige publiek geen boodschap aan. Het tafereel is luguber en daar kan onder meer het boekenlezertje niet tegen. Ze valt pardoes in zwijm en vind steun bij GSM.

De vrouw naast mij wend haar blik af van het gebeuren. Haar hoestende geluiden slaan over naar een krijsend wenen. Eén van de tijdschriftdoorneemsters orakelt dat ze in een vorig leven nog verpleegster is geweest. Ze blijft bijna als enige kalm onder deze penibele omstandigheden en vraagt aan de dertiger die het dichts bij de deur zit onmiddellijk de dokter te waarschuwen.

Ik mag mijn meditatiemoment ook wel vergeten. Op GSM en boekenlezeres na staat iedereen recht om elkaar te helpen. De dokter ziet de paniek maar neemt meteen het slachtoffer mee naar zijn cabinet. Even later horen we de man met de auto weg rijden richting hospitaal.

Wanneer ik nog bij de dokter zal geraken is nu wel een erg groot raadsel geworden.”

Moderator: “ Flauwe afsluiter van een flauw verhaal. En, dat gedoe met die vinger is er veel te krampachtig bij gesleurd. Enige positieve noot, nu en dan slaag je er misschien in de lezer naast jou op de bank te krijgen.”

“Inderdaad moderator” antwoord ik onderdanig. “Geen verhaal. Het is een kunst via ogenschijnlijk onschuldige mededelingen de lezer mee te nemen in een welbepaalde sfeer. En dan, een tussen de regels woekerend verhaal die men perfect kan afsluiten door een raak slot, eventueel verwijzend naar de titel of de beginalinea, zou zeker beter geweest zijn.”

Moderator: “Het werd zeker na de omschrijving van de wachtkamer, ook al een vrij lange tekst die overigens geen enkele bijdrage kan geven aan een verhaal. Het is eerder een opsomming van de verschillende aanwezigen. Je kon er kwa lengte van de tekst zonder twijfel nog enkele figuren bij sleuren. Een vrouw met een kind op de arm, een kranige in de tachtiger, noem maar op.. Maar, zelfs als het vrij beeldend geschreven is schieten we er niest mee op. Waar blijft de ziel van het schrijven?”

“Moderator, ik begrijp wel wat je bedoelt hoor. Mijn persoonlijkheid kreeg nauwelijks de kans een stempel te drukken op het gebeuren. Het meer spectaculaire is er van uit een machteloosheid bij gesmeten. Noch niet zó lang geleden las ik een column waarbij het echte verhaal van a tot z verweven zat tussen de gewoon vertelde tekst. Dat was kunst met de grote K.”

Moderator: “Ik ben wel blij met de constatering dat je me begrijpt, dat je weet waar het schoentje wringt. Ergens zat je gevangen in het eigen schrijven. Zelfs het neerkomen van het drie meters hoge plafond, of een ter plekke breken van het water bij een hoogzwangere dame, zou hoogstens een min of meer aangename woordenbrij opleveren maar u nergens dichter brengen bij uw beoogde doel. Misschien, misschien heb je dan toch ergens een kans laten liggen. Eerst de totale stilzwijgendheid onderstrepen om dan, na de dramatiek, te merken dat iedereen plots met iedereen begaan is, is een veel voorkomend gegeven. Dat gegeven meer aandacht geven was beter geweest.
Kans gemist.. Volgende keer beter?”

“Inderdaad, kans gemist, volgende keer beter.”

Categorieën: Algemeen

Meralixe

Er is een smaak, gewoon, een manier van het door het leven gaan, die zo verschillend is van mens tot mens, dat we mogen besluiten dat het eigen gelijk niet bestaat en dat respect voor de andere mening belangrijker is...

5 reacties

Spencer · 2 augustus 2014 op 12:23

:yes:

Nachtzuster · 3 augustus 2014 op 00:47

Niks kans gemist. Missie geslaagd, zeg ik. Je nam mij mee in de wachtkamer van de huisarts. Mooi neergezette details en personen. Leuk gedaan ook, die dialoog met de Moderator. Verfrissende invalshoek! :yes: :rose:

arta · 3 augustus 2014 op 10:32

In eerste instantie dacht ik ‘ Onee, wat een lengte’.
Het verhaal kwam langzaam op gang, maar werd steeds leuker om te lezen!
Ik ben het dan ook volmondig oneens met de laatste zin!

Meralixe · 4 augustus 2014 op 09:18

Aan allen, dank voor het reageren.
De verhaallijn? Een beginnende schrijver leest zijn verhaal voor aan de jurist die het geschrevene moet beoordelen. Zo krijgt het verhaal (In de wachtzaal) een tweederangs rol en gaat de aandacht meer naar de tekortkomingen in het geschrevene met eventuele tips waar de jonge schrijver moet op letten.
Schrijven… heerlijk! 🙂

Mien · 6 augustus 2014 op 00:38

Het verhaal doet me denken aan een conversatie op de bühne van Herenleed. En dat is een vet compliment. Meer van dit aub. :yes:

Geef een reactie

Avatar plaatshouder