Ruim veertig procent van de jongeren kan zich geen leven meer voorstellen zonder gsm, las ik in de krant. Dat valt mee, dacht ik, ik had dat cijfer hoger geschat. Datzelfde onderzoek toonde aan dat een groot deel onder hen nooit belt. Dat verraste me wel even. Ze gebruiken hun mobieltje als uurwerk en als wekker, zo blijkt, en vooral: om te sms-en. Dat doen ze bijna allemaal, vaak en veel, binnen en buiten de klas, ze zouden nog liever sterven als dat men hen dat digitaal gebabbel zou afnemen. Die heroïsche opmerking moet wellicht worden genuanceerd. Ik was in mijn tijd liever doodgegaan dan dat ik met een jeans met wijde broekspijpen naar school zou zijn gefietst, en dat zou ik gemeend verklaard hebben als men mij voor een onderzoek ernaar had gevraagd.

Trouwens, als er twintig jaar geleden een machientje had bestaan waarmee ik ongezien en zonder toestemming en zelfs vanuit de saaiste les kon communiceren, had ik er al mijn geld voor neergeteld. Dat geldt voor meer dan veertig percent van mijn zogenaamde niet-materialistische generatie, denk ik. Onze vaders droomden op hun beurt, als ze ons thuis weer eens languit betrapten met het telefoontoestel op schoot, in die tijd al van individuele betaalkaarten.

Die zware huistoestellen staan nu in de musea, gelukkig maar. Mijn weetgrage nichtjes met hun lichtgewicht mobieltjes vragen me al eens: Wat deden jullie bij een lekke band? Wat als je iets wou zeggen aan je lief? Hoe vonden jullie elkaar dan als jullie uitgingen? Tja. We liepen met onze fiets aan de hand naar huis, antwoord ik. We wachten tot we ons vriendinnetje zagen of schreven een brief. En we vertrokken altijd in groep, allicht raakten we elkaar wel eens kwijt. We leefden bij afspraak, gewoonte en toeval. Mooi toch?
Natuurlijk kocht ook ik, naast een jeans met wijde pijpen, al lang een gsm. Vorige week raakte ik hem kwijt. Het duurde drie uur eer ik mij een nieuwe had aangeschaft. Helaas was het type waaraan ik gewend was geraakt, niet meer te koop. De bedrijven en hun ontwerpers houden enkel de jongeren voor ogen die voor hun gsm willen sterven en nog voortdurend vernieuwing willen.

Zo zit ik nu met een lucifersdoosje opgescheept. Het dingetje is radio, fototoestel en filmapparaat, het kan muziek downloaden en op Internet gaan. Dat staat toch in de handleiding. Door de hypergevoelige toetsjes is het voorlopig al moeilijk genoeg om iemand op te bellen of opgebeld te worden. Bovendien zijn de berichtjes op dat Union-Match-schermpje zonder een sterkere bril nauwelijks te lezen.
Bijkomend onderzoek zou eens mogen aantonen dat er boven de twintig jaar ook mensen zijn die niet meer zonder gsm willen leven. Het zorgt misschien voor meer ontwerpers die aangepaste toestelletjes bedenken voor gebruikers zoals ik.


10 reacties

lisa-marie · 22 september 2008 op 17:11

Het is leuk geschreven.
[quote]We leefden bij afspraak, gewoonte en toeval. [/quote]
Doe ik nog steeds alleen nu met een bereikbaarheistoestel 😀

arta · 22 september 2008 op 17:20

Leuk onderwerp, leuk beschreven.
Vooral de laatste alinea is hilarisch. Ik lag blauw!(met mijn moeder en haar hypermoderne mobiel in gedachten: “Arta, wil jij ff dat nummer draaien(draaien????) want ik weet niet hoe het moet.” Achja, ze heeft hem pas een jaar…):-D

Neuskleuter · 22 september 2008 op 18:39

Wat vreselijk herkenbaar! 😀 Ik ben ook zo’n klok/wekker/smsfiguur… En op je als/dan foutje in de eerste alinea na leest het nog lekker weg ook.

Oh, die goede oude tijd dat je nog goede afspraken moest maken en echt wel op tijd moest komen, omdat de ander dan niet wist waarom je nou te laat was en hoe lang het zou duren.

Die laatste alinea is ook erg grappig. Ik vrees dat ik mijn trouwe ouwe mobiel binnenkort op moet geven voor zo’n luciferdoosje die je beschrijft. Maken ze eigenlijk nog telefoons zonder internet, zonder camera en al die andere dingen die je niet gebruikt als je alleen maar smst en belt? En dan heb ik het niet over de ouderentelefoon, voor mensen met dikke vingers met Parkinsontrekjes en jamglazen op hun neus. Zo ver ben ik nog niet.

Prlwytskovsky · 22 september 2008 op 19:07

Misschien een geïnplanteerde chip in een oor? Hoef je geen nummers meer in te toetsen en hij wordt niet meer gejat. Tenminste, ze kunnen dan hooguit je kop meenemen. 😉

Fem · 23 september 2008 op 07:46

😀 zeker erg herkenbaar…

Voor de doorgewinterde sms-er klopt alleen de titel niet. Moet even niet gewoon ff zijn?

pepe · 23 september 2008 op 07:58

Erg leuk geschreven en herkenbaar.
Ik mis nog steeds mijn eerst swing 200, een koelkast, maar ik was hem nooit kwijt.

Zo hadden wij het met de kinderen laatst over naar school gaan, je rooster bekijken op internet.
‘Hoe wij dat deden zonder pc?’ was de vraag van een van de kinderen.
‘Gewoon naar school gaan en wachten op de volgende les’ 😉

TV hadden we wel, maar alleen ned 1 en 2 en zonder afstandsbediening. Nu is de keuze iets uitgebreider.

Dees · 23 september 2008 op 09:03

Op de een of andere manier belanden mijn lucifersdoosjes altijd in de contactlensvloeistof, de cola light, of net onder de urinestraal van mijn selectief incontinente kat. Ik ben dol op vernieuwing, maar het is me niet gegund. Leuk debuut (denk ik?)!

Ciao,

Dees.

Mup · 23 september 2008 op 09:37

Hij is leuk, erg leuk zelfs, zonder dat vroeger-was het-beter belerende toontje.

Groet Mup.

Mien · 23 september 2008 op 12:53

Herkenbaar en (bijna helemaal) goed geschreven.
Ik heb zelf nog een Friese staartklok in mijn broek. En als ie afgaat klotsen de gewichten van schrik tegen elkaar! :lol::lol:

Mien Dingdong

pally · 23 september 2008 op 15:45

Geestig geschreven stukje!

groet van pally

Geef een reactie

Avatar plaatshouder