De krachtige augustuszon scheen over de uitgestrekte zonnebloemvelden en dompelde hen onder in een goudgele gloed. De horizon trilde en resoneerde met het sonore gezoem van duizenden hommels die in de landerige hitte hun voorbestemde taak plichtsgetrouw uitvoerden om ervoor te zorgen dat ook volgend jaar een zachtjes wuivende bloemenzee op deze anders zo dorre vlakte zou verrijzen.

 

Robert Bouman zat op de veranda van zijn eenvoudige onderkomen. Een witlemen varkensstal, veel meer was het eigenlijk niet. Althans, op het eerste gezicht. Maar nadere inspectie toonde dat de ramen dubbel beglaasd waren. Als enige in de vlakte rond St Remy. Bovendien was tussen de glasplaten een dunne laag epoxy gespoten, die bij plotse verhitting of druk bikkelhard zou worden. De stijlvolle houten deur verhulde een zes centimeter dikke staalplaat.

 

Ook het interieur van het varkenskot was niet wat je zou verwachten. Voorzien van de modernste snufjes op het gebied van hi-tech beveiliging had Roberts onderkomen meer weg van een commandoknooppunt van de DCRI dan van een opgekalefaterd boerderijtje. In de koelte van de bescherming van het dikke leem en de suizende aircon zoemden de processoren van de Cray CS300 cluster zoals de hommels dat buiten in de verzengende Provençaalse hoogzomer deden.

 

Gewoonlijk bracht Robert de dagen door achter het scherm van zijn Thunderbolt. Maar vandaag niet. Hij wist dat het cruciale moment naderde. En hij wist dat hij niet de enige was die dit wist. Instinct had hem vandaag naar buiten gedreven. Naar de veranda. Van waaruit hij een panoramisch uitzicht had over de gehele vallei. Tot aan de uitlopers van het centrale massief, zo’n 20 kilometer ver.

 

Met zijn ogen samengeknepen tot een zorgelijke frons tuurde hij op het heetst van de dag in de verte. Waarnaar? Hij maakte wat aantekeningen. Niet op een tablet, maar in een ouderwets notitieblok. En hij tuurde weer. Alsof hij iets verwachtte vandaag.

 

En toen zag hij het. Een minuscuul stofwolkje. Maar belangrijker nog, een fonkelende weerkaatsing van het zonlicht die in de verre verte glinsterde. Dat was waardoor hij het zeker wist. De door de felle zon mat geschenen tractoren en andere boerenvoertuigen die de velden dagelijks doorkruisten glinsterden niet. Bovendien was dit voertuig zwart. Of donkerblauw. En met getinte ruiten. Dit was wat de glinstering hem leerde. Hij keek ter bevestiging nog even snel door zijn Fujinon, die hij altijd bij zich had als hij zijn buiten betrad, en stond snel op.

 

“Ze komen nooit alleen,” wist hij en spoedde zich naar het achterveld om de enige andere uitweg uit de vallei te inspecteren. Een zelfde stofwolk. “Ik heb precies 30 minuten tot ze hier zijn.”
Robert werkte met militaire precisie de checklist af, die hij de afgelopen twee jaar al zo vaak had doorlopen. Verzenden van een gecodeerde boodschap aan Graham, opstarten selfdestruction programma van de Cray (doorlooptijd 25 minuten), aantrekken MJK suit, omgespen geprepareerde rugzak, inschakelen brandalarm, inschakelen BBD-systeem, starten KTM 450 off the road motor, opzetten UVEX helix, afsluiten garage/schuur, 200 meter het veld in zuid-oostelijke richting in rijden, en weghalen houten dekplaat over de twee meter diepe door Robert gegraven geul.

 

En een kleine zes minuten later was hij op weg. Er was dwars door het goudgeel toch nog een andere uitweg uit de vallei. Een uitweg die Robert zelf had gecreëerd en die hem binnen een uur in Marseille zou moeten brengen.


Chris

Chris den Daas

7 reacties

Mien · 24 juli 2014 op 07:47

Spannnnnneeeend …!
Bij de volgende aflevering graag een verklarende woordenlijst.
Een aquariuslegenda of zoiets … 😉

Chris · 24 juli 2014 op 10:34

Met dank aan Thomas Splinter voor de inspiratie om een “spannend” vervolgverhaal te schrijven. Ik weet niet of het 10 of 100 stukken gaan worden. Ik ben deze week begonnen met schrijven en schrijf iedere dag.

Het is net alsof ik zelf een thriller lees, ik kan niet stoppen met schrijven of met – als ik geen computer bij de hand heb – in de wereld(en) van mijn verhaal te stappen.

Zou het leuk vinden om af en toe feedback te krijgen. Bij deze dus alvast bedankt Mien.

NB heb mijn tweede deel zojuist ingezonden.

troubadour · 24 juli 2014 op 12:36

Feedback;
Te veel geheimzinnige afkortingen en duidingen die niet algemeen bekend zijn. Deze vergroten de afstand tot de lezer.
Als het science fiction element te zwaar wordt, haakt althans mijn voorstellingsvermogen af. Meer Pim Pandoer voor mij!

Thomas Splinter · 24 juli 2014 op 23:12

Kijk, dat zijn berichten. Ik ga dit met interesse volgen. Succes!

arta · 25 juli 2014 op 20:52

Dit belooft een mooi verhaal te worden!

Ik ben het eens met Troub wb de afkortingen, al is het wel te volgen, het geeft een leeshapering.

Tip voor wanneer het écht een lang verhaal wordt: Verwerk dialogen voor meer lucht.

Maarre… Goed geschreven, hoor!

    Chris · 26 juli 2014 op 11:16

    Thx!! De dialogen komen er aan hoor. Als de contouren een beetje zijn geschetst.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder