Mijn aller-vroegste herinnering aan muziek stamt uit de tijd dat ik pak-hem-beet zes jaar oud was. Thuis hadden wij zo’n bruine retroradio met draaiknoppen. Toen was het uiteraard geen retro, maar sinds de 70’s revival zijn ze weer helemaal in trek.
‘Pappie, loop toch niet zo snel’, zong Herman van Keeken mij via de ether toe.

Och, ik identificeerde mij helemaal met het meisje dat achter haar vader aanliep. ‘Je hebt ook van die kleine beentjes’, was een zin die mij later te binnen schoot. Uit de reclame van Roosvicee uit de jaren 80. Ja, ook toen draaide ik Herman nog weleens. Niet meer van de bandrecorder af waar mijn vader het mee opgenomen had, maar heel modern via een walkman. Tijdens het hardlopen. Hoe toepasselijk.

Mijn jeugd en muziek. Don Mercedes. Wie kent hem niet. Ik was bijna 12 jaar toen ‘Rocky’ een wereldhit in Nederland werd. Een wereldhit in Nederland. Wereldberoemd in Nederland. Dat begrip heb ik nooit begrepen. Nederland is zo godvergeten klein, dat valt op geen enkele manier te vergelijken met de wereld. Maar ‘Rocky’ dus. Ik blèrde dat nummer luidkeels mee en zong steevast  tijdens het refrein “Hucky’. Dat was hetgeen ik verstond namelijk. Ik had geen idee wie Rocky was en eerlijk gezegd kon mij dat ook niet boeien..
Don Mercedes viel samen met mijn Abbaperiode. Stiekem was ik verliefd op Agnetha. In mijn meisjesogen was zij zo’n intrigerende vrouw!. Dat zij eigenlijk heel verlegen was en wars van alles wat met showbizz te maken had, wist ik toen nog niet.

Toen ik een jaar of 15 was probeerde ik, zonder succes, in de smaak te vallen bij de vriendjes van mijn oudere broer. Met getergde oren verdiepte ik mij in hun muziek en luisterde naar Status Quo en AC/DC. Ik hield mij flink. ELO kon ik nog net pruimen. Ik leerde songteksten uit mijn hoofd. Die stonden toen nog op de binnenhoes van een elpee. Als je geluk had tenminste. Om af en toe even los te komen van al dat hardrock geweld, draaide ik op mijn kamer stiekem Smokie. Op een platenspeler met een speaker in het deksel. Wegdromen bij Chris Norman en zijn kornuiten. Een weldaad voor mijn trommelvliezen. Een nieuw gekocht singletje of elpee van de band liet ik uit schaamte inpakken om zogenaamd cadeau te geven. Want Smokie was niet hip.

Dat was anders bij mijn volgende passie. Kate Bush. Ik wilde Kate zijn. Zo graag. In mijn kamer danste ik, met de gordijnen dicht, blootsvoets op ‘Wuthering Heights’. Tijdens het ronddraaien op één been ben ik toch menigmaal lelijk gevallen. Helaas had ik geen rode krullen. Wél lange, wijde jurken. De periode Kate viel samen met Doe Maar, Cheap Trick, Madness, Ultravox, Boomtown Rats, The Bangles en Human League. Ik was een heus top 40 popje.

Op mijn 21ste ben ik gaan samenwonen met een echte soul, jazz en blues fanaat. Ik kende al snel alle nummers van Marcus Miller, George Benson, Luther Vandross, Lee Ritenour, Dave Gruson en Al Jarreau. De laatste was in die periode wel mijn favoriet. Tijdens North Sea Jazz, de echte in Den Haag, heb ik hem live gezien en dat concert heeft diepe indruk op mij gemaakt. Wat een charisma, wat een persoonlijkheid!
Na het beëindigen van mijn relatie raakte ik, door een heel goede vriend,  steeds meer thuis in de Franse chansons. Al snel stonden Patrick Bruel, maar ook Jacques Brel, Leonard Cohen, Michel Fugain en Philippe Elan vooraan in het cd kastje. Zelfs de Poppys ontbraken niet in de verzameling.

Vandaag de dag is mijn muzieksmaak breder dan breed. Via mijn lief hoor ik vaker dan eens nieuwe artiesten. Althans, voor mij is het nieuw. Poi Dog Pondering, Dead Can Dance, Awkward I, Marc Broussard, Blaudzun, William Fitszimmons (luister eens naar het goddelijke ‘Please forgive me’). Stuk voor stuk artiesten waarbij tekst en melodie één zijn. Door de jaren heen ben ik muziek anders gaan waarderen. Als ik erbij kan janken, vind ik het goed. Als ik er energie van krijg, ben ik tevreden. Als ik het op repeat zet, heeft het echt mijn interesse.

Momenteel heb ik geen idee wat hot en wat not is in de hedendaagse popmuziek. Ik luister nagenoeg geen radio. Op onze pc staan ongeveer 50.000 nummers. Wekelijks komen daar enkele juweeltjes bij. Ik heb nog zoveel niet gehoord.
Mijn mp3 speler die ik gebruik tijdens het sporten krijgt maandelijks een ander repertoire. Er is echter één nummer dat een honkvaste plaats heeft daar. Juist, Herman van Keeken. Vanwege de nostalgie. En voor op de loopband.

Categorieën: Algemeen

Nachtzuster

Ik doe iets aan jouw pijn.

9 reacties

SIMBA · 7 juli 2013 op 08:03

:yes:

Libelle · 7 juli 2013 op 08:56

Ik moet bekennen dat ik niet één artiest ken van de velen die je opsomt. En toch heb ik verhaal helemaal gelezen.
Perry Como vind ik wel goed, met name ‘And J love you so’.

Yfs · 7 juli 2013 op 08:59

Ik huppelde al iets eerder met mijn kleine beentjes achter mijn vader aan, dus de nummers die je opnoemt ken ik allemaal.
Een hele opsomming mag ik wel zeggen. Leuk samengevat van meisjesogen tot volwassen vrouw!

Meralixe · 7 juli 2013 op 11:06

Ik ben behoorlijk kwaad! Nergens een spoor te bekennen van Them met de latere Van Morrison…..Gloria!!! Gloria!!!
Dat zat bij ons in ‘het jeugdhuis in de’ jukebox’ op F 17

Mooie nostalgie die voor een groot deel ook de mijne is. 🙂

Sagita · 7 juli 2013 op 11:13

De smaak van muziek! Leuk! Een volgende keer een paar nummers linken aan You tube. Dat geeft wat meer leven in de brouwerij.
groet Sa!

Ferrara · 7 juli 2013 op 12:59

Mijn pappie liep ook heel erg snel en verdween uit beeld.

Wat een opsomming aan artiesten, veel herkenbaar, er is ook een en ander aan me voorbij gegaan, mogelijk een kwestie van smaak en leeftijd. 😉 Maar ABBA zing ik nog voluit mee.
Me rot gelachen om het eind dat is nog eens Top.

Blanchefort · 7 juli 2013 op 16:27

Tja, muziek. Waar te beginnen?
Leuk dat Dave Grusin genoemd wordt.
Mijn verhaal begint op tien jarige leeftijd.
Ik kom het huis binnen en mijn zus heeft ‘Selling England by the pound’ (1973) van Genesis op staan.
Het moment dat ik binnen kom begint een inmiddels legendarische gitaarsolo.
Wat ik hoor doet me omvallen en doet me later besluiten zelf gitaar te gaan spelen.
In 2009 sta ik dan de hand te schudden van mijn held; Steve Hackett.
De keren daarna dat hij in Nederland speelde mochten we ‘backstage’ komen en bij de soundcheck.
Ook hebben we met hem en zijn vrouw ontbeten in het hotel en hebben we mailcontact.
Het is niet te beschrijven hoe cool dat is!

Nachtzuster · 7 juli 2013 op 21:16

Dank voor alle reacties! Deze column, die ikzelf erg magertjes vind, heb ik geschreven op een dag dat de wachtrij leeg was.
Leuk dat sommigen een aantal artiesten herkennen!
@Libelle, als jij zelfs Abba niet kent, dan wordt het tijd voor een rondje googlen! 😉
@ Blanchefort, gaaf zeg! Ontbijten met Steve Hackett! Schrijf daar een column over!
@Meralixe, niet kwaad worden. Leuk dat het ook ergens jouw generatie is, terwijl wij wel een paar jaartjes schelen. Enne sorry, Them ken ik niet. 🙁
@ Sagita, een paar you tube filmpjes waren inderdaad leuk geweest en ook wel een toevoeging, maar zoals gezegd heb ik deze column geschreven en ingediend. Ik heb niet de tijd genomen om linkjes te plaatsen.

Blanchefort · 7 juli 2013 op 22:22

Het is niet te beschrijven.
Toen we dit jaar gezamenlijk ontbeten heeft Steve
zijn helende handen op La Dame de Blanchefort
gelegd en voelde zij nog een week lang het effect
daarvan.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder