Papapapadam pampapapapapararararapam. Tududududududu du du tiri tiri tiri ti tum. Mes excuses.

Wat vooraf ging aan deze verifiëring van verontschuldigingen is een schriftelijke vastlegging van wat ik daarnet speelde op mijn prüfung – kijk M, ik kan ook Duits – gitaar. Dit alles in een vlaag van postfacessosale stress. Peter Doherty in vol ornaat. Heerlijk. Inderdaad. Doherty is a hero – ookal deelde B mij een van de voorbije weken mee dat hij weer in jail vertoeft – hij is en blijft mijn held, mijn muze – om het abstract te stellen. U kent hem wel. Hij, die bezieler was van de Babyshambles en samen met Carl Barat van de Libertines een wereldbegrip maakte. Hij, die het bed ooit deelde met Kate Moss. Hij, die drugs en andere genotsmiddelen consumeert alsof u, B, S en anderen cupcakes zouden verorberen op een koude zaterdagavond in een gezellige pub in Londen bij een tas gloeiende chocolademelk in het bij zijn van goeie vrienden en een snuifje (Doherty)muziek op de achtergrond. Majestueus.

De staat van mijn lichaam en brein is intussen ietwat gemetamorfoseerd naar een vorm van otium, harmonie. Alsof Doherty het meeste van de breinige commotie – de alternatieve vorm van chaos – uit mijn eigenste ik liet verdwijnen. Convenabel, inderdaad. Aargh, vorm van snakken naar vervlogen herinneringen steekt de kop op. De herinnering aan de talrijke backstagemomenten met S en de anderen. De momenten van spanning voor het optreden, euforie na de tour de force. De band, connectie op het podium wanneer onze blikken raakten, het gevoel van voldoening. Het gevoel van doen waar je goed in lijkt te zijn, het gevoel van doen wat geapprecieerd lijkt te worden. Op zo’n momenten is het alleen de andere muzikanten, de gitaar en ik. Wat zich voor de bühne bevindt of afspeelt lijkt onzichtbaar. Geheel nihilistisch ten opzichte van dat wat daar afspeelt onder de verblindende spotjes en tussen de omvergestorte glazen – voorheen gevuld met brouwsels waarvan alleen wij de effectieve inhoud weten, de slecht afgestelde versterkers en eigen geregelde PA’s.

Wetende dit alles tijdelijk – reken daar maar op – te hebben opgegeven om even tot rust te komen. Merkend dat er door het constante gemijmer naar voorgenoemde momenten, het invariable snakken naar zo’n ogenblikken, nog meer chaos, tensie en voltage lijkt te leven in het geestesvermogen. Té kwalijk en pernicieus om goed te zijn.

voor meer: http://harohnny.tumblr.com/

Categorieën: Algemeen

5 reacties

Libelle · 17 december 2011 op 17:24

Dit verhaal doet me beseffen dat ik hardstikke dood ben. Nooit geleefd wellicht. Nou, Hals und Beinbruch dan maar. Ga nu de woorden opzoeken die ik niet snap. PA snap ik, dat ben ik zelf.

Meralixe · 18 december 2011 op 07:59

Ik denk dat we TE veel van mening en smaak verschillen. :hammer:

Bhakje · 18 december 2011 op 17:24

Goed dat je de privacy van mensen waarover je schrijft respecteert, door namen te vervangen door letters. Maar voor de leesbaarheid zou het bevorderlijk zijn als je de letters zou vervangen door (zelfverzonnen) namen?

Al met al een column die de nodige aandacht en energie kost om doorheen te komen met alle losse letters in “way to long sentences”.

Wel met plezier gelezen. 😉

sylvia1 · 18 december 2011 op 18:47

Ha nee, deze vind ik toch minder. Dat je bijvoorbeeld nihilistisch gebruikt als synoniem voor onzichtbaar of niets, dat stoort me dan, het is naar mijn weten toch echt een filosofische stroming. Of ja, ik bedoel, niet met moeilijke woorden strooien als ze aan hun betekenis voorbij gaan. Niet moeilijk vergezocht doen om enkel en alleen moeilijk en vergezocht te doen.

pally · 18 december 2011 op 22:19

Not my cup of tea, deze column.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder