Dani komt binnen. Het is wel even wennen dat ze er is. Ze is negentien jaar en logeerde de laatste weken met Jules bij verscheidene bevriende vakantiegangers. Zo is ze bij de buren geweest en bij mijn moeder. Daarna sliepen ze bij kennissen.
‘Als er een Zeemanspet bezorgd wordt, dan is die voor mij,’ zegt ze, aan haar lange, blonde haren voelend.
‘Hoezo? Ga je uit varen?’ vraag ik onnozel.
‘Nee ma, dat is mode,’ antwoordt ze meewarig.
‘Ik ga me straks inschrijven bij de Barbiersopleiding.’ Ik knik. Ik weet het. Ze wil mannen knippen, scheren. Want mannen zeiken niet.
‘Zal ik vanavond je wortels dan kietelen?’ vraagt ze. Mijn man kijkt verbaasd.
‘Nee, niet die wortel,’ lach ik.
‘Ma!’ zegt Dani beschaamd.
Ik werp een blik op mijn kleinste. Ze zit op de bank en kijkt naar de Ipad. Het nieuws van gisteren zinkt maar langzaam in. Mevrouw Hekman, psychologe bij Triversum, had de diagnose al toen we binnenkwamen. Femke is autist, ondergedompeld in een sausje ADHD. We moeten wat bijeenkomsten bijwonen voor ouders met een Autistisch kind, Femke moet naar een hulpverlener eens per week. Er wordt ons aangeraden haar medicatie te laten slikken.
Aan mijn kleinste zelf is er niets veranderd. Dat is natuurlijk ook niet het geval, maar het gevoel is wel anders. Ze kijkt op, alsof ze voelt dat ik aan haar denk, en richt haar grote groene ogen op mij.
‘Waarom kijk je zo naar me?’ vraagt ze.
‘Gewoon, ik houd van je,’ antwoord ik, wriemelend aan mijn jurk.
In de middag ga ik naar het zwembad. Buurvrouw Carina zal zo ook komen, appte ze. Ik laat mij in het water zakken en zwem naast een man met snorkel. Hij spuwt water mijn kant op. Een dame in witte badmuts staat op de kant. Ze strekt haar benen en buigt zich voorover. Een half uur later arriveert Carina.
‘Waar bleef je?’ sis ik.
‘Ik moest poepen,’ glimlacht ze.
Het is druk in het bad. Twee gezette dames springen met een plons in het bad. Ik ga op mijn rug zwemmen. De rugcrawl. Carina doet me na.
‘Hoe kom jij nou vooruit?’ vraagt ze proestend.
‘Trappelen,’ lach ik. Ze probeert het opnieuw, maar het lukt niet. Ze zinkt.
‘Buik omhoog,’ giechel ik.
Als ik thuiskom grijp ik naar mijn telefoon. Ik heb een oproep gemist. Mijn zoon Quincy heeft gebeld.
7 reacties
Nummer 22 · 5 september 2017 op 07:20
Hey Nicole. Lekker vlot geschreven!?
Trappelen om vooruit te komen. Enfin we zouden allemaal meer moeten zwemmen.
NicoleS · 5 september 2017 op 19:09
Nou inderdaad. Niet zinken is onze eerste prioriteit. Dank voor je reactie
van Gellekom · 5 september 2017 op 10:38
😀
NicoleS · 5 september 2017 op 19:10
?
Nummer 22 · 5 september 2017 op 12:13
Maar niet verzuipen!
NicoleS · 5 september 2017 op 19:09
?
Karen.2.0 · 13 september 2017 op 22:33
Ik ben blij om te lezen dat jullie nog zwemmen (ik had er een hard hoofd in maar blijkbaar zijn jullie doorzetters, knap!) Mooie laatste alinea die weer doet uitkijken naar het volgende deel.