Maandag , 21 november 2016

We zitten in de auto, geleend van mijn schoonvader, op weg naar de psychiater. De man is werkzaam in een pand aan het water, een inloophuis voor kankerpatiënten. Er staat een straffe wind en mijn haar wappert in tegengestelde richting voor mijn gezicht. Aan het water is het killer dan in de bebouwde kom, de kou dringt diep door mijn dikke kleding.

De deur wordt geopend door een vrijwilligster met grijs haar. Onze hulpverlener is nog in gesprek en we worden naar de modern ingerichte huiskamer geleid. Bij het raam zit een groepje mensen, gehuld in sportkledij. Ze praten met elkaar onder het genot van een kopje koffie met koek. Er zit een klein wit hondje bij met smekende ogen en een kwispelende staart.

De grijze dame vraagt ons of we koffie lusten. Mijn man accepteert het aanbod en kijkt naar de zee.
‘Doe je jas uit,’ zegt de vrouw tegen ons. Ik weiger beleefd. Manlief doet hetzelfde. Verstoord werpt de vrouw een langere blik op ons.
‘Die jas moet uit,’ merkt ze op, het gezicht verbeten, ‘Anders hebben jullie er buiten niks meer aan.’ Ik gehoorzaam zwijgend, manlief negeert de vrouw en kijkt naar buiten, het uitzicht is wonderschoon. Het IJsselmeer heeft donkere en lichte rimpels. Op de deinende golven zwemmen meerkoeten en eenden.

De andere gasten praten alsof mijn man en ik er niet zijn. Het gesprek gaat over pijn en vermoeidheid. Een vrouw spreekt kordaat over en voor haar man. Hij heeft kanker. Kennelijk voelt hij niet de behoefte om zelf iets te vertellen, want hij zit er zwijgend naast. Ik voel me een ongenode gast, een inbreker, een vijfde wiel aan een wagen.

De psychiater komt ons iets te laat halen. De man draagt een strakke spijkerbroek met een schreeuwerig overhemd erop. De krullende grijze haren zitten wild en blokkeren half zijn zicht.
‘Hoe gaat het?’ vraagt hij, en slaat zijn ene been over het andere. Zoekend in zijn leren tas kijkt hij me aan. Hij vindt een stencil papier en neemt een pen. Ik vertel hem over mijn zoon. Zijn blik is nietszeggend, alsof ik de tegenvallende lotto met hem bespreek in plaats van al mijn ellende.
‘En hoe gaat het verder met jullie dochter?’ vraagt hij dan. Ik zwijg. Mijn man ziet er paars uit. Wellicht had hij zich toch beter van die jas kunnen ontdoen daarnet.

‘Stel dat je zoon bij jullie wil wonen zodra hij clean is?’ merkt de man op. Foute opmerking, manlief wordt zo mogelijk nog paarser.
‘Hij komt niet meer bij ons wonen,’ merkt hij kil op.
‘Dat zit mij nou dwars,’ zeg ik kwaad, ‘Ik heb voor mijn gevoel helemaal niets te zeggen over mijn huis en wie er komt en woont.’

De psychiater krijgt een rimpel op zijn voorhoofd.
‘Ja, jullie moeten beiden water bij de wijn doen. Ik stel voor dat jullie daarom hier even niet meer over praten voorlopig. ‘
‘Maar,’ begin ik verbouwereerd. De man heft zijn hand op en herhaalt dat we er niet over mogen praten. Thuis ook niet. Dat moeten we beloven.
‘Dat beloof ik helemaal niet,’ antwoord ik boos. Manlief zwijgt.

De sessie is voorbij. Het groepje mensen zit nog steeds bij het raam, wanneer we de spreekkamer verlaten. Manlief loopt met grote afgemeten passen naar de glazen deur. Ik volg hem en de grijze dame dribbelt er handenwringend achteraan om ons uit te laten. Een minuut later staan we buiten in de kou.
‘Vind jij dat we aan deze ‘hulp’ iets hebben?’ bijt manlief mij toe, ‘want ik denk het niet.’ We stappen beiden in. Mijn man draait de auto en rijdt ons zwijgend terug naar huis.

Categorieën: Algemeen

NicoleS

Door veel te lezen word je een betere schrijver. Joost Zwagerman was ervan overtuigd. Ik houd van lezen maar ook van schrijven. Ik ben bij column x terecht gekomen dankzij mijn lieve vader die hier jaren columns geschreven heeft. Kees Schilder is zijn naam. Ik hoop evenveel plezier te beleven aan het schrijven als hij. Favoriete schrijvers: Gerard Reve, J.J Voskuil, Maarten 't Hart, Adriaan v Dis, Arnon Grunberg, WF Hermans, Simon Vestdijk, Louis Bordewijk en Jean Plaidy. Favoriete boek: Het bittere kruid, Marga Minco.

8 reacties

van Gellekom · 8 december 2016 op 13:30

Tja

Arta · 8 december 2016 op 14:04

Wat ik zo bijzonder vindt aan jouw schrijven is dat je zo overduidelijk de impact op de omgeving beschrijft.
De omgeving heeft nooit een keuze gehad, maar wordt wel meegesleurd…

Mooi geschreven!

Mien · 8 december 2016 op 15:04

Naast een fotografisch geheugen ook nog een fotografisch gevoel. Knap geschreven.

Esther Suzanna · 8 december 2016 op 16:15

Geen woord teveel of te weinig. Knap. Lullig (situatie).

Karen.2.0 · 8 december 2016 op 22:57

Wat een ramp he, zulke adviezen 🙁 . Wel weer heel mooi en goed geschreven Nicole.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder