Het was natuurlijk een ongelijke strijd. Een kleine jongen op een fiets zonder versnellingen, tegen een enorme, gele en vooral walmende autobus. Het jongetje verloor glansrijk, de bus was uiteraard sterker en sneller. Tientallen paardenkrachten tegen slechts één jongenkracht. Oneerlijk. Na de strijd verdween de bus snel uit zicht op weg naar het station van Den Bosch, het jongetje verslagen maar strijdlustig achterlatend. Elk uur kwam lijn 162 terug en was er een nieuwe kans. Eens zou hij sneller zijn dan die stinkende bus. Eens wel. Eerlijk is eerlijk, eigenlijk vond hij die bus niet stinken. Die dikke zwarte walmen uit de grote dieselmotor had wel wat, iets machtigs. Als de autobus in de verte verdween snoof hij de die rook diep in. Inhaleren. Starend keek hij hoe het gevaarte uit het zicht verdween waarbij de rookpluimen de positie van de bus aangaven. Zijn fietsje walmde en stonk niet zoals de bus, en eigenlijk wilde hij dat wel. Een uitlaat op een fiets. Gaaf.

Toen hij ouder was kwam de middelbare school in zijn leven. Een fietstocht door Den Bosch Noord. De wijk was in al die jaren ervoor al volgeplempt met huizen, veel huizen en reden er natuurlijk veel auto’s en ja, ook heerlijke gele bussen. De geur van de dieseluitlaat deed hem wel wat. Maar er waren ook al vrij liggende fietspaden zodat de veiligheid was gewaarborgd. Verkeer op de weg en het langzame spul netjes op het fietspad. Maar niet de hele route. Het laatste stuk was zij aan zij, auto of bus naast fietser. Elke keer dat er een bus langsreed dacht hij terug aan zijn strijd tegen het gevaarte. De wedstrijd was wat hem betreft voorbij. De bus won toch altijd.

De jaren daarna groeide Nederland en nam het autoverkeer ook toe. Files deden hun intrede en ook de kleine jongen werd groter en haalde zijn rijbewijs. Op zijn negentiende kwam er weer een auto bij op de wegen van het land, een blauwe deze keer. Kijk, dat maakte de strijd tegen een autobus wat makkelijker. De stinkende diesel legde het af bij de benzinemotor en hij hoefde niet eens tot het uiterste te gaan. Maar als die lucht van verbrandde diesel via de ventilatie zijn auto binnenstroomde was hij weer even die kleine jongen op de fiets. Maar het verkeer groeide en stond vaker vast in grote, lange rijen en vooral walmende auto’s. Ergens kwam toen het besef dat zoiets niet echt goed kon zijn voor de mensheid. Maar het deed de economie veel goeds.

Nederland groeide en het autoverkeer ook. Milieubesef groeide ook, maar hield geen gelijke tred met de toename van ons verkeer. Het land vervuilde en zeker de lucht. Het waren slechts enkelingen die dat riepen, maar soms kwam die boodschap over via de journaals. Het besef om het milieu nam toe maar onze afhankelijkheid van de auto is te groot. Ook voor de inmiddels niet meer zo jonge, kleine jongen. Je moet toch werken, dacht hij. Hoe moet je er anders komen? Toch holt de luchtkwaliteit in Nederland hard achteruit en voldoen we zeker niet aan de Europese norm. In sommige steden stapelt het roet zich op. Maar ademhalen moeten we. Zonder kunnen we niet leven. Maar gezond? Vast niet. Je leeft er enkele jaren minder door. En dat is toch zonde. Waarschijnlijk helpen alleen dramatische maatregelen, maar dat schaadt de economie. Altijd zijn er weer keuzes.

En de kleine jongen die tegenwoordig volwassen is? Hij maakt zich zorgen. Maar heeft nog steeds een auto. Soms is er gewoon geen keus. Maar vaker neemt hij de fiets, en als het mogelijk is stapt hij in het gele gevaarte. De trein in dit geval. Reizen terwijl je een boek leest is een verademing. Natuurlijk is er vertraging en vallen treinen uit. Maar ach, als dat het ergste is. Soms denkt hij dat het geen donder uitmaakt allemaal. Maar alle beetjes helpen en dus elke kilometer per trein ook. Idealistisch? Ja, maar dat was die kleine jongen vroeger ook. Jaren verstrijken, idealen niet. Bussen hebben tegenwoordig een roetfilter, maar ergens ruiken ze nog net zo. Dus is elke bus weer een reis terug in de tijd.


7 reacties

KingArthur · 23 november 2005 op 13:28

De bus, vreemd genoeg vond ik die vroeger zo lekker ruiken. Het heeft mij niet de bus in gelokt en ik ben er niet veel beter op geworden door met mijn auto op de Nederlandse wegen te staan.

Bij mij schoot de titel: ‘Ademnood’ door het hoofd.

Bakema_NL · 23 november 2005 op 18:58

Om de geur doe ik het niet, maar ik heb niks tegen het openbaar vervoer. Ik ben nu 35 en nog steeds ga ik zonder rijbewijs door het leven en vanzelfsprekend dus ook zonder auto…..heerlijk…en een geld dat het scheelt…
En dan die collega’s die af en toe moeten opmerken dat een auto toch zo handig en snel is…..dat zijn collega’s uit Almere, woehahahaha…..ze gaan een uur eerder weg van huis, dan staan ze niet in de file en als het tijd is om naar huis te gaan dan blijven ze een uurtje hangen….staan ze tenminste niet in de file. Oh oh, wat is dat handig, zo’n auto, snel ook. En dan hebben zij het geluk dat wij als winkel een eigen parkeergarage hebben…ongekend in de stad Amsterdam, dus anders kwam daar nog een peperdure parkeerkaart bovenop ook. Nee hoor, geef mij maar het openbaar vervoer, een trein ben ik dan niet van afhankelijk voor het werk, misschien dat dat iets scheelt in irritatie wat betreft het openbaar vervoer. Verder is het gewoon goed hoor, lekker wat lezen in plaats van als een schaap achter die andere schapen aanjakkeren, al vloekend en tierend op medeweggebruikers en bejaarden die voorzichtig rijden, gewoon zitten en je word thuisgebracht, lekker relaxed.

Trukie · 23 november 2005 op 18:58

Evolutie van de man en van het vervoer. Wederom op zijn Freds, dus geniaal, uitgewerkt.

Voor mij betekent een bus trouwens sprinten om hem te halen. Ook jong geleerd en oud (nog steeds) gedaan 😉

Edit: Bakema in de stad geef ik je volledig gelijk. Maar verderop in het land met lange stille wegen en weggetjes en 1 x per uur een bus tot 19.00 uur………….

wendy77 · 23 november 2005 op 20:58

haha Trukie, precies. Ik woon ook in zo’n gat waar je voor 10 km, 3 keer moet overstappen, geen directe verbindingen, uren onderweg.

Doe mij maar een lekker stinkend autootje hoor. Heel eerlijk gezegd ben ik niet zo milieu-medelevend. Heel fout, ik weet het, maar het is niet mijn enige zonde hoor 😛

Li · 23 november 2005 op 21:02

Ha, door al die drukte op de weg ben ik met mijn fiets negen van de tien keer sneller dan de bus.

Li

Troy · 24 november 2005 op 03:07

Ik haat bussen. Al dat gewiebel. Geef mij maar een trein. Mooie column voor het slapen gaan…zzzzz

Ma3anne · 24 november 2005 op 09:15

Ik werd als kind juist altijd misselijk van de geur van dieselbussen. Was en ben een voorstander van de trolleybus.

Mooie column weer, Fred.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder