Ik heb geen slecht humeur, verdomme!

Het is een druilerige maandagochtend. Met een slaapdronken lijf stap ik onder de douche. Het liefst zou ik de hele dag onder de warme straal van de douche blijven staan, maar om niet de hele dag als een krent over straat te lopen droog ik me toch maar af. De vraag waarom ik op dit onmenselijke tijdstip op moet staan spookt door mijn hoofd. Het antwoord kwispelt bij de voordeur.