Francis

Je zit naast me, zo dichtbij.
Ik voel de warmte van je grote lijf en bedenk me hoe zacht je huid zou voelen onder mijn handen. Ik verlang naar je armen om me heen.
Je stem is hees en je lacht. Je bent zo mooi. Je bent zo groot, veel groter dan ik. Je ogen zijn donkerbruin, net als je haar. Je haar is geverfd.

Huiselijk Genoegen

Ik word wakker van een luid gesnurk in m’n oor en open m’n ogen.
Nog maar eens omdraaien.
Ik wil m’n armen en benen wijd uitspreiden, maar bots tegen een log bezweet lichaam. Het kwijlt. Ik sta op en struikel over een hoop vieze kleren.
Niet de mijne. Ik schop ze aan de kant en vloek. Op de trap kom ik de poezen tegen en loop met ze mee naar de keuken. Hun bakjes zijn niet afgewassen. Niet mijn taak.