Zijn Zonneschijn

Zonnestraal nadert de opgekropte op terrasjes zittende levensgenieters die zich allen realiseren en doen wat Hij ons ooit verboden zou hebben. Allen zich toch door de hemel gezegend voelend door de warmte die ervandaan komt. Met een wierrokende pluimende sigaret in de ene en wit geschuimd goudgeel wijwater in de andere hand proosten de alledaagse zonderlingen wellustig op de zalige zonnige zondiging. Waarom uitkijken naar het hiernamaals als deze met de straal van de zon zich over dit leven neer lijkt te strijken?