Onlangs zijn vrienden van mij er in geslaagd om een appartement in de binnenstad te bemachtigen. Dat komt wel vaker voor en is dus niet zo bijzonder. Al mag enig geluk in deze niet ontkend worden, maar zonder geluk vaart niemand wel.Het appartement is gelegen aan een drukke straat midden in de stad, en is uitgerust met een balkon. En een balkon aan een drukke straat is een plek om te koesteren. Zonder dat ze het door hebben worden hele bevolkingsgroepen van bovenaf bekeken. Nou moet er bij gezegd worden, dat het vrouwelijke deel der passanten wat meer aandacht toebedeeld krijgt, al wil dat nog niet zeggen dat de andere stadsnomaden aan het waakzame oog der balkonbevolking weten te ontkomen.Integendeel. Zolang men zich in het gezichtsveld van de balkonvoyeurs bevindt, is men onderhevig aan een kritische inspectie. Nou zou je verwachten dat zoiets op den duur wel gaat vervelen. Maar dat valt best mee. Daar is onze menselijke nieuwsgierigheid voor een groot gedeelte debet aan, maar ook de variatie in passanten zorgt voor een blijvende interesse.
Zo is er bijvoorbeeld de pseudodakloze, die elke dag andere kleren aan heeft en het soms presteert om binnen twee minuten vier keer langs te lopen. Dan zijn er vooral zomers nog de gezinnen provinciale ééndagstoeristen, die met vader voorop in stevige pas naar alles staren wat ze niet kennen. Onder andere de pseudodakloze.

Met zoveel mensen die onder het balkon door paraderen valt er ook wel eens iets te lachen. Zo waren daar de strenggereformeerde mannenbroeders, die wel eens wilde ervaren hoe zondig de dames van lichte zeden nu echt waren. Onder het mom van het verspreiden van het woord waren ze van de andere kant van het land gekomen. Uiteraard geheel anoniem. Helaas vergisten ze zich in de straat en stonden dus voor een lege etalage te lonken naar het meisje die deze juist zou inrichten. Hilariteit alom, vooral toen juist passerende vrienden van justitie hen uitnodigden voor een goed gesprek bij hen op het bureau. Allicht werd er toch nog geëvangeliseerd.
In de late uren zijn het doorgaans de dronken studenten die voor de pret zorgen. Vooral als hun evenwichtsorgaan het tijdens het fietsen voor gezien houdt. Tijdens het regenen worden natgeregende optimisten zonder paraplu of jas onder begeleiding van gegrinnik gadegeslagen.

Andermans ellende of afwijking zorgt er voor dat we een goed gevoel krijgen over ons zelf. Niets is meer menselijk. Natuurlijk niet echt aardig, daar heb je geen ethische discussie voor nodig. Maar tussen wat menselijk is en wat ethisch juist is zit nog een diepe kloof. En ach, er is meestal niemand die doorheeft dat er van boven wordt meegekeken. En wat niet weet, wat niet deert.

Categorieën: Algemeen

7 reacties

Anne · 18 augustus 2009 op 20:45

Erg studentikoos stukje, lukt echt niet om dat te vergeten tijdens het lezen. En ik vind eigenlijk dat het daaraan zou moeten ontstijgen om werkelijk een tekst van waarde te worden. Het geheel zegt meer over de identiteit van de kijkers dan over de bekekenen. Ik neem overigens aan dat het over Amsterdam gaat, en dat roept dan aan de andere kant weer meteen veel herinneringen op. Balkons aan de de Clerqstraat en de Bilderdijkstraat, hoewel het hier wellicht de Nieuwmarktbuurt betreft.
Lachen over andermans ellende/afwijking is overingens iets erg Hollands.

Neuskleuter · 18 augustus 2009 op 23:23

Het raakt me niet zo. Mensen kijken is heel interessant, maar dat komt omdat ik me vraag afvraag hoe het komt dat ze zo zijn, zo doen en meer over het verhaal daarachter. Dat ontbreekt hier volkomen, terwijl de mensen niet uitgebreid worden beschreven om mijn fantasie op hol te doen slaan.

Dit soort zinnen vind ik vrij inhoudsloos: ‘Dat komt wel vaker voor en is dus niet zo bijzonder. Al mag enig geluk in deze niet ontkend worden, maar zonder geluk vaart niemand wel.’
Wat zeg je hier nu eigenlijk? Schrappen, dus.

Volgende keer beter!

SMF · 19 augustus 2009 op 01:23

Bedankt voor het reageren. Jammer dat het sarcasme niet duidelijk genoeg is, al had ik er misschien wat meer tijd in moeten steken om dat voelbaar te maken. Anne, het gaat niet om Amsterdam, dit is volledige fictie. Toch leuk dat het “studentikoze” gelukt is. Neuskleuter, het was mijn bedoeling om het juist oppervlakkig over te laten komen. Mijn fout dat het niet overkwam, hoewel je dingen ook te serieus kunt nemen.

arta · 19 augustus 2009 op 07:18

Ik vind hem eigenlijk wél erg leuk!
Het sarcasme ontging me, maar qua inhoud en schrijfstijl: Leuk!

(ook erg prettig dat je zo goed met de reacties omgaat!)
🙂

Anne · 19 augustus 2009 op 11:32

Oké, ik kan me voorstellen dat het studentikoze de bedoeling was, dat is je dus inderdaad gelukt. Maar dat vind ik nog steeds te mager. Het zou best een kapstuk kunnen zijn om een thema aan op te hangen, natuurlijk. Maar wat dan? Waar gaat het hier om? En waartoe dient het sarcasme? Is dat het doel van het stukje? En zo ja, waarom dan? Sarasme zelf is ook leeg vind ik. Tenzij het gebruikt wordt om iets aan de kaak te stellen, een onrecht, een misstand, verkeerd gedrag, enzovoorts. Waartoe dient het hier? In je stukje is het vooral gericht tegen de slachtoffers, de bekekenen. Maar waaraan hebben die dat verdiend?

Het zou voor mij alleen acceptabel zijn het hele stukje zoals je het nu hebt geschreven, als er een verdieping zou zijn met betrekking tot de motieven van de kijkende studenten, een tipje van die sluier. Of een andere manier om het verhaal meer te laten wrikken. Nu blijft het niet meer dan een eendimensionaal verslag van een lollige middag. Als je vanuit dat perspectief iets schrijft dan is het aan jou de schrijver om er net iets meer mee te doen, net dat graadje raadselachtigheid of ver/bevreemding aan toe te voegen, niet om het alleen maar precies zo op te schrijven als een oppervlakkige, niksige student dat zou hebben gedaan voor het clubblaadje van de studentenvereniging. Als het al fictie is wat let je dan om verder te fantaseren? Bijvoorbeeld nóg een balkon, wellicht boven hun, of anderszins ergens waar ze dat in eerste instantie niet door hebben, waar zij op hun beurt stevig worden uitgelachen. Dát zou ik leuker hebben gevonden.

Denk aan de mannen van Jiskefet, hoe zij studenten neerzetten. Zij leverden commentaar, heel subtiel.

axelle · 19 augustus 2009 op 19:30

Voor een eerste krijg je behoorlijk wat A4-achtige Moi j’attends la prochaine..^^

pally · 20 augustus 2009 op 23:58

Beetje deftigachtige gezwollen taal, SMF. Ik zou dit weleens in gewone mensentaal terug willen zien als observatie of sfeerbeeld. Lijkt me leuker,

groet van Pally

Geef een reactie

Avatar plaatshouder