Het middelpunt van het dagelijks leven. Hetgeen waarvoor we elke dag vroeg opstaan en hard voor moeten werken. Hetgeen waarvoor we leven, hetgeen waarvan we leven. Je schijnt er niet gelukkig van te worden, maar vast staat dat je zonder al helemaal geen geluk in je leven brengt. Geluk kun je niet kopen, maar het maakt het leven een stuk gemakkelijker. Geld. De eerste en belangrijkste vertaling van geld is dat het een algemeen gangbaar betaalmiddel is. Betalen is iets overhandigen in ruil voor een object of dienst. Een ruilmiddel. Geld is in het leven geroepen om ruilhandel te vereenvoudigen en om een vaste waarde aan objecten en of diensten te geven. Iets kan één, maar ook meerdere eenheden geld waard zijn. Maar geld is tevens in het leven geroepen om controle uit te oefenen over het volk. Wil je geld? Dan staat daar een tegenprestatie tegenover. Door geld te creëren en te ruilen tegen arbeid is het mogelijk gemaakt om de baas te zijn over hen die het nodig hebben. Maar we hadden het niet nodig. Het is nodig gemaakt.

Ruilen is een handeling die de mens al uitvoert vanaf het moment dat men bezit kreeg. Of het nu ging om fruit, vlees, gereedschap, vrouwen of kinderen. De mens wist dat ze iets konden gaan bezitten door het te ruilen voor iets wat een ander niet heeft. Men verhandelde zaken. Twee schapen tegen dertig broden. Een appel voor ei. Maar hoe en meer belangrijk, wie bepaalt wat iets waard is? Voor de één is een appel twee eieren waard, voor de ander net andersom. Fysieke producten of diensten zijn iets fysieks waard. Edelmetalen waren toen schaars en nu nog schaarser. Daardoor heeft het veel waarde. Een klomp goud is wel honderd schapen waard. Zij die het meeste bezaten wilden meer gaan bezitten, zeker goud en zilver. De rijken werden rijker en de armen werden armer. Koningen en keizers wilden hun macht behouden en het volk onderdanig. Ruilen was niet meer toegestaan. Je moest betalen. Betalen met geld, gouden en zilveren munten. Iedereen kon ze bezitten, maar uiteindelijk was het van de koning als hij erom vroeg. Je moest betalen voor je bestaan. Schulden werden gecreëerd.

Daar is alle ellende, waarin we nu leven, mee begonnen. De hebzucht van anderen, de macht over het volk. Edelmetalen werden verwisseld voor metalen die in overvloed waren. Koper en ijzer. Een munt ijzer had dezelfde waarde als een gouden munt daarvoor. Toen kwam briefgeld. Een heel fijn gesneden plak van hout. Een velletje papier. Het fysieke object genaamd geld werd steeds minder waard terwijl het dezelfde waarde bleef vertegenwoordigen. En op papier kun je schrijven dus men was vrij er een waarde aan toe te kennen die ze wilden. Grote getallen verschenen op de briefjes. Vandaag de dag is er helemaal geen geld meer. Niet fysiek in ieder geval. Geld bestaat uit eentjes en nulletjes. Geld is digitaal, virtueel. Maar ze zijn de munten blijven hergebruiken net als het papier. Het is daardoor mogelijk gemaakt om geld keer op keer uit te brengen en men het idee te geven iets te bezitten.

Schulden. Is er iemand die geen schulden heeft? Zijn er regeringen die geen schulden hebben? Niemand is schuldvrij. Behalve zij. De centrale banken die de regulatie van het geld controleren en in handen hebben. De centrale bank van de VS bijvoorbeeld is een private onderneming. Zij zijn hun eigen baas. Zij zijn baas over de regering en het volk, niet andersom. Voor elke dollar die ze geven, willen ze er één terug, tegen rente. Een lening wordt aangegaan. Om die dollar en alleen nog maar om die rente terug te betalen moeten ze nog meer lenen. Van geleend geld wordt de lening terugbetaald. De schulden worden groter en groter. Behalve voor de centrale bank. Die wordt rijker en rijker. Vroeger kon je een dollar nog ruilen tegen goud. Dat briefje papier was goud waard. Nu niet meer, nu heeft de centrale bank het meeste goud.

Oorlogen worden gevoerd om geld. Ze worden niet aangegaan om een ruzie te beëindigen, nee, ze worden aangegaan om de ruzie aan te houden zodat er geld kan worden verdiend. Aan beide kanten. Het is ook de aanjager geweest van de financiële en economische crisis. De benamingen zeggen al genoeg. Het draait allemaal om geld. Geld dat er niet is. We rijden auto’s die we niet kunnen betalen, we wonen in huizen die een vermogen kosten en we betalen de rest van ons leven om het in gedachte te bezitten. We bezitten niets. Alles is verkregen met geld. Geld waarvoor we moeten werken. Waaraan we heel ons leven wijden. Geld dat er niet is. Zo hebben de machthebbende vroeger en nu controle uitgeoefend op ons. Op het volk. Wat wil je zonder geld? Weinig tot geen eten, geen dak boven je hoofd. Helemaal niets. Jagen en verzamelen, je eigen boontjes doppen. Jezelf onderhouden, gebruik maken van de natuur. Daarmee kun je jezelf onafhankelijk maken van het systeem. Maar dat moeten niet te veel mensen willen want dan kan er niets meer verdiend worden en dan wordt je gestraft. Gestraft omdat je vrij wilt zijn. We zijn niet vrij. We zijn slaven. Slaven van het systeem.

Geld. Wat begon als iets moois en van iedereen. Wordt gebruikt en misbruikt om ons, slaven, de baas te blijven. Het systeem te laten draaien. Samen met religie houdt het ons in bedwang. Maar ook ik sta elke morgen weer op om me verder in de schulden te steken.

We leven maar één keer en je moet genieten van elk moment. Van de zon, het bos en van elkaar. Laat je niet lijden door het idee dat je leven niets waard zou zijn, dat geloof zoveel ellende zou brengen. Geluk zit hem daar waar jij voor staat, waar jij in gelooft. Wees overtuigd van jezelf en houd vast aan je idealen en geliefden. Dat maakt gelukkig. Dat is hetgeen waar het bij hun, die macht proberen uit te oefenen op het volk, aan ontbreekt. En juist dat maakt dat ik het spelletje mee speel. Burgerslaaf.

Categorieën: Algemeen

BuddhaWriter

Geen vogel vliegt te hoog die met zijn eigen vleugels vliegt

6 reacties

Kuin · 2 maart 2011 op 11:14

Tja,…

LouisP · 2 maart 2011 op 11:20

Hetgeen waarvoor we leven, hetgeen waarvan we leven. Je schijnt er niet gelukkig van te worden, maar vast staat dat je zonder al helemaal geen geluk in je leven (hebt of krijgt?)brengt. Geluk kun je niet kopen, maar het maakt het leven een stuk gemakkelijker. Geld.

De zin klopt niet..qua zin maar ook niet volgens mij als zin..misschien is het wel het tegenovergestelde. Weet ik ook nog maar sinds kort hoor!

Tja Gary, die laatste alinea…pfff
Respect dat je deze materie aandurft!

L.

Garuda · 2 maart 2011 op 13:03

Bedankt voor de feedback. Als ik de zin nog eens lees; maar vast staat dat je zonder (geld) al helemaal geen geluk in je leven brengt. Geluk brengen, tja, ik snap jou wel. Naar mijn idee is het niet fout, het klinkt wel 😉

Bedankt voor je respect. Ik haal soms meer hooi op mijn vork dan gewenst met dit soort stukken, maar het is nu net waar ik veel gedachten bij heb/krijg.

pally · 2 maart 2011 op 13:13

De eerste alinea vind ik niet goed geschreven: veel herhaling die niet verduidelijkt. De materie is zeker interessant en het getuigt van moed om over dit onderwerp te schrijven. Maar je hebt je er wel aan vertild, lijkt mij. Aan het eind begin je met ‘wij’ en ‘ons’. Daar kan ik altijd slecht tegen, je hoeft niet namens mij te spreken, denk ik dan.
Nou ja,wel goed geprobeerd.

groet van Pally

Mosje · 3 maart 2011 op 20:52

Beste Geertruida, je neemt inderdaad te veel hooi op je vork, maar je meent wat je schrijft, en dat kan ik wel weer zeer waarderen.

Mien · 3 maart 2011 op 23:38

Ben benieuwd wat Dagobert Duck van deze column had gevonden. Ik miste nog het monopoliegeld. Dat heerlijke nepgeld waar iedereen gelukkig van wordt, behalve als je niet tegen je verlies kunt.
O ja en de hengel. Waarmee je daadwerkelijk het geld verdient miste ik ook. Maar voor de rest ben je de column ongeschonden doorgekomen en zit het met de moraal wel goed. Want geld dat is van ons allemaal, toch!

Mien vanuit zijn spaarvarken

Geef een reactie

Avatar plaatshouder