De personages in dit, voor onmogelijk gehouden, scenario zijn niet fictief maar levensecht, hun verhalen vol tragedie en geweld. De overlevenden en nabestaanden gaan verder door het leven als ‘de slachtoffers van 9/11’. Zij hebben ongewild een hoofdrol opgeëist, maar u en ik zijn minstens figuranten in een film waar we niet in willen spelen. Nu, vier jaar na de aanslagen van 11 september maak ik de voorlopige balans op. Ik probeer een reconstructie te maken van de belangrijkste gebeurtenissen van voor en na. De waarheid blijkt achteraf een gezicht te hebben die wij liever niet willen kennen!! De aanslagen van 11 september schokten de wereld, hebben drieduizend onschuldige levens geëist en een veelvoud aan gewonden, maar de vraag waarom de machtige Bush-administratie de aanslagen niet heeft weten te voorkomen, is tot op heden niet beantwoord. In de wetenschap dat Bush en zijn haviken alle belangrijke aanwijzingen voor op handen zijnde aanslagen van moslimextremisten meer dan eens hebben weggeredeneerd.

Misschien verklaart dat waarom steeds meer mensen de officiële lezing van de aanslagen openlijk in twijfel trekken en plaatsen in het licht van het ‘Project New American Century’. Voor hen zijn de historische gebeurtenissen hét begin van een ‘nieuw Amerikaans tijdperk’, zoals de neoconservatieven, dat voor ogen hebben. Vandaag blik ik samen met u terug naar het verleden. Mijn reis begint in het jaar 2000, precies één jaar voor de aanslagen. In dat jaar is de identiteit en verblijfplaats van Mohammed Atta, de leider van de vliegtuigkapers op 9/11, al bekend bij de militaire inlichtingendienst in de VSn. Atta verblijft op dat moment in het Duitse Hamburg waar hij op de voet wordt gevolgd.

Het is zomer 2001 als de veiligheidsdiensten van elf landen de VS waarschuwen voor terroristische aanslagen op Amerikaanse bodem. Op augustus 2001 stuurt Israël twee experts van de Mossad, de gevreesde Israëlische geheime dienst, naar de VS met een lijst waarop namen van tweehonderd moslimextremisten staan, waaronder de namen van vier vliegtuigkapers. Niemand van hen wordt opgepakt. Op 6 augustus 2001 krijgt Condoleezza Rice een memorandum onder haar snufferd geschoven waarop staat dat ‘Osama Bin Laden vastbesloten is Amerika te raken op eigen bodem’, met een heel scenario over vliegtuigkapingen.

Diezelfde maand wordt nog ‘de twintigste vliegkaper’ Zacaris Moussaoui gearresteerd, en zijn laptop wordt in beslag genomen met daarop gedetailleerde informatie over de aanslagen, een maand later. De agenten van de FBI krijgen op dat moment geen toestemming uit hogere kringen om de inhoud van de laptop te onderzoeken. Pas een maand later, ná de aanslagen, komt er eindelijk permissie. Een lopend onderzoek naar moslimextremisten in Parijs wordt stop gezet door FBI-echelons. FBI-agenten in Phoenix eisen met spoed een onderzoek naar tweehonderd Arabische mannen die vliegtuiglessen volgen op Amerikaanse vliegscholen, maar de agenten van de FBI worden geïgnoreerd.

Maar liefst veertien van de negentien vliegtuigkapers waren al vóór 11 september 2001 bekend bij de CIA. Ik stel u de volgende vraag: Hoe kan het toch in godsnaam na al deze schokkende en onaangename feiten bestudeerd te hebben, die in het bezit moesten zijn geweest van de betrokken instanties en veiligheidsdiensten, dat de vliegtuigkapers zonder problemen de detectiepoortjes op luchthavens weten te passeren? Alles onder het oog van beveiligingscamera’s die alle bewegingen van menselijk verkeer nauwkeurig registreren. Hoe bestaat het, dat de potentiële vliegtuigkapers erin slagen om vier burgervliegtuigen kort na elkaar te kapen om vervolgens de inzittenden de dood in te sturen? Waarom waren belangrijke symbolische doelen niet beter beschermd, vraag ik mij af met de kennis van nu, maar vooral met die van toen.

Op tien kilometer afstand van Washington is luchtmachtbasis Andrews gelegen. Op de dag van de aanslagen staat een squadron F-16’s stand-by, maar zij komen pas een honderd minuten later in actie, rijkelijk te laat. Pikant detail is dat de maanden voor de aanslagen burgervliegtuigen zich 67 keer hebben bekend gemaakt bij de vluchtleiding en op 9/11 niet één keer. Dat en andere feiten geven veel stof tot nadenken. Naast de vele absurdistische complottheorieën zijn er steeds meer solide bewijzen dat de aanslagen van 11 september als katalysator hebben gefungeerd om de, door oorlog getraumatiseerde, Amerikaanse publieke opinie 180 graden van mening te laten veranderen en voor te bereiden op ‘preventieve’ oorlogen.

Het scenario voor de thriller is eind jaren negentig geschreven door de regisseur van het Kwaad, Zbigniew Brzezinsky, voormalig veiligheidsadviseur onder president Carter (1977-1981). Brezinsky was, is van mening dat Amerika een agressiever buitenlands militair beleid moet voeren om controle te krijgen in de olierijke hotspots in het Midden-Oosten en Centraal Azië, waar Amerikaanse belangen het meeste gevaar lopen. Hij verwoordde zijn zieke hersenkronkel in een plan dat de sinistere naam ’the Great Chessboard’ kreeg. Brezinsky is jarenlang koortsachtig op zoek geweest naar een carte blanche om Amerikaanse agressie elders in de wereld te kunnen rechtvaardigen. Dat historische moment, dames en heren, is gekomen op 11 september 2001.

De aanslagen komen niet uit de lucht vallen, maar zijn een geschenk uit de hemel. De carte blanche waar de neo-cons jarenlang naar hebben uitgekeken, is tekenend voor de situatie, waar Amerika (voor) staat in de wereld. Bush heeft ‘misschien’ niet zelf opdracht gegeven aan Osama Bin Laden om Amerika aan te vallen, maar wel bewust de andere kant op gekeken toen het gevaar steeds dichterbij zijn ‘homeland’ kwam. Het kwam hem en zijn gewetenloze haviken maar al te goed uit. Met zijn marketing van angst boezemt hij de Amerikanen nog steeds angst in, om zo miljarden dollars vrij te maken en oorlog te voeren tegen het internationale terrorisme. Hij blijft dreigende taal spreken tegen Iran, Syrië en Noord-Korea. De oorlog tegen het terrorisme is niet wat het lijkt, het is een slinkse dekmantel.

De architecten van het PNAC zijn meedogenloos. Zij denken in macht; democratie en rechtstaat spelen geen rol. Gedeelde waarden als vrijheid en democratie zijn slechts de publieksvriendelijke verpakking om de Amerikaanse doos van Pandora in de wereld te kunnen openen. De brandhaarden in Irak en Afghanistan, de aanslagen van Al Qaida, de spanningen tussen het Westen en het Midden-Oosten, de spanningen tussen moslims en autochtonen in onze samenleving komen allemaal uit die vervloekte toverdoos. Ik vrees dat het einde nog lang niet in zicht is en dat de aftiteling van de film waarin wij zelf figurant zijn, nog jaren op zich laat wachten. Wordt dus vervolgd…

Scepsis DJJ

http://www.dejongejournalist.nl/news.php?nid=2270


1 reactie

Geertje · 26 september 2005 op 11:44

De echte werkelijkheid is dat Moore niet eens uit Flint komt, maar uit het verderop gelegen Davidson, een rijke suburb. Hij groeide, als velen, op in een onbestemd middenklassegezin. Met die middenklasse weet het rigide socialistische denken geen raad. Inmiddels is hij zelf ideologisch gezien zijn eigen vijand geworden: een multi-miljonair die zijn dochter naar een privé-school stuurt. Om dat te verhullen, blijft hij zich voordoen als sjofele arbeider. In de echte wereld is trouwens ook Flint niet zoals het ons door de filmmaker wordt voorgeschoteld. Het gaat er namelijk juist heel voorspoedig. Het gemiddelde in komen in de streek is door de komst van nieuwe bedrijven met twintig procent gestegen sinds de sluiting van GM.

Bovenstaande overgenomen van

[url=http://www.pim-fortuyn.nl/pfforum/topic.asp?TOPIC_ID=28001]Michael’s waanwereld[/url]

De tijd zal het leren en complottheorieen zijn van alle tijden. 😕

Blijft een boeiend onderwerp!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder