Zondag, 11 december 2016

We staan op. Het was te laat gisterenavond, want mijn hoofd bonkt licht. Mijn ex Johan komt me zo ophalen met de auto. We gaan naar onze zoon Quincy in Den haag. Anderhalf uur heen en weer terug. Wat moet ik in godsnaam aan Johan vertellen? Manlief moet daar wel even om lachen.
‘Jij zit toch nooit om een praatje verlegen.’

Om kwart over een komt Johan voorrijden. Quincy had net voor vertrek gebeld en om een radio gevraagd, dus moest hij eerst naar de garage om een radio op te halen. De afgelopen week heeft geen van ons iets van Quincy vernomen, in tegenstelling tot de vorige week.
‘Zou het wel gaan?’ vraag ik nerveus.
‘Ik twijfel er ook aan, vorige week belde hij elke dag. Nu niet.’
‘Hij heeft mij ook gebeld verleden week. Vroeg om weight gainers,’ beken ik.
‘Die onzin. Allemaal geldklopperij,’ vindt Johan en omklemt het stuur wat strakker, waardoor zijn knokkels wit worden.

Quincy staat al bij de deur als we arriveren. Door het glas kan ik hem zien. Op de uitrit staat een knipperende grote kerstboom. Het gebouw is mooi versierd en ligt verscholen in een bosrijk hofje. We betreden het pand en worden begroet door een casual geklede man met stoppelbaard. Chiel. Quincy loopt met ons door de lange gangen en toont zijn slaapvertrek. Een keurige kamer met een bed, een wasrek en een tafel met stoel. Het behang heeft een scheur. Ik overhandig mijn kind een kaart van opa en een grote witte chocoladeletter S, van zijn zus. Johan heeft een pakje shag meegebracht. Dan kijk ik mijn zoon goed aan. Hij omhelst me stevig. Warmte.

We nemen plaats in de conversatiezaal. Quincy haalt wat te drinken. Aan een lange tafel zitten andere ouders met hun verslaafde kind. Zij werpen mij een blik van verstandhouding toe. Iedereen hier zit in het zelfde schuitje. Merry Christmas.
Mijn zoon heeft plannen voor deze middag. Hij wil een koptelefoon kopen in de stad. Er ligt een magazine voor hem en hij bladert vlot naar de pagina waar het plaatje staat met een afbeelding van het gewenste exemplaar. Maar tachtig euro. Die hij niet kan missen. Ik werp een snelle blik op Johan. Hij vindt het zichtbaar moeilijk.
‘Hoe is het met je schulden?’ vraag ik, mezelf hatend. Dit wil ik nu helemaal niet vragen.
‘Heb je het al over de schulden gehad met de hulpverlening hier?’ valt Johan mij bij, ‘Ben je bij met je zorgverzekering?’
‘Nou, ik loop twee maanden achter,’ vertelt Quincy. Hij heeft nog niets geregeld, dat moet nog.
‘Maar,’ probeer ik voorzichtig, ‘zou je dan wel een koptelefoon aanschaffen? Als je geen geld hebt.’
‘Maahaa, ik zit hier de hele week opgesloten. Alsjeblieft.’ Er valt een ongemakkelijke stilte.  Ik neem een slok thee uit het witte plastic bekertje dat voor me staat.

We gaan de stad dus toch maar in. Op zoek naar een Mediamarkt. Die blijkt nog niet zo gemakkelijk te vinden en we slingeren zigzaggend via sluipweggetjes de hele stad door. Kotsmisselijk ben ik wanneer we eindelijk een parkeerplaats hebben gevonden, dicht bij een winkelcentrum. We mogen er eigenlijk niet staan, en Johan riskeert een wielklem door hier toch te parkeren, maar dat mag de pret niet drukken.

Haastig beent Johan, met ons in zijn kielzog, naar de winkels. De mediamarkt zit op de bovenste verdieping. We komen net binnen als de plaatselijke fanfare een kerstplaat inzet. De toeters klinken schel door het grote winkelcentrum. Tegenover de warme bakker staan een tiental als elf verklede mannen met toeters. Een potsierlijk gezicht. Johan maakt snel een foto.
Quincy koopt een koptelefoon. Een goedkopere versie dan die hij eerst op het oog had. Hij doet toch een beetje water bij de wijn. Goed om te zien. Een verklede Mary Poppins op stelten loopt me zowat ondersteboven bij de uitgang.

Wanneer we na drie uur terugkomen bij de kliniek moet Quincy blazen. Vaste prik voor patiënten die hier terugkeren na een uitje. Het is de eerste keer dat ik dat iemand zie blazen, het apparaat geeft nul procent aan. De deur naar buiten is op slot. We moeten Chiel vragen om deze te openen bij vertrek. Het maakt de situatie nog serieuzer dan ik hem al vond voor het bezoek. Quincy omhelst ons als een klein kind wanneer we weggaan. Mijn hart zinkt in mijn schoenen, al weet ik dat dit de juiste plaats is voor hem om te zijn. Het blijft toch je kind.

Categorieën: Algemeen

NicoleS

Door veel te lezen word je een betere schrijver. Joost Zwagerman was ervan overtuigd. Ik houd van lezen maar ook van schrijven. Ik ben bij column x terecht gekomen dankzij mijn lieve vader die hier jaren columns geschreven heeft. Kees Schilder is zijn naam. Ik hoop evenveel plezier te beleven aan het schrijven als hij. Favoriete schrijvers: Gerard Reve, J.J Voskuil, Maarten 't Hart, Adriaan v Dis, Arnon Grunberg, WF Hermans, Simon Vestdijk, Louis Bordewijk en Jean Plaidy. Favoriete boek: Het bittere kruid, Marga Minco.

16 reacties

van Gellekom · 28 december 2016 op 14:39

Hij gaat het gewoon redden

pally · 28 december 2016 op 14:41

Het is aangrijpend, Nicole, een moeilijke situatie die je goed doet aanvoelen in je schrijven.

Mien · 28 december 2016 op 17:56

Goed geschreven. Ook de schroom, het ongemak en dan vooral de onvoorwaardelijke liefde.
Vraagje nog? Ging dit vooraf aan het bezoek in Den Bosch, op 11 december? Of is het een vergissing in de datum. Zie deel 12.

    NicoleS · 28 december 2016 op 19:03

    Waarschijnlijk ben ik in de war met de data. Zaterdag was meen ik de 10e. Dank voor je feedback.

Esther Suzanna · 28 december 2016 op 18:19

Wat ik me wel afvraag, al hoop ik nooit in deze situatie terecht te komen, is waarom dan toch meegaan en die aanschaf doen? Is dat niet gewoon faciliteren van onverantwoordelijk gedrag?

Ik zou als moeder van twee jongens daar niet aan meewerken. Eerst de schulden. Dan het plezier.

    NicoleS · 28 december 2016 op 19:06

    Ik denk daar normaal gesproken ook zo over maar kon het deze keer gezien zijn ellendige omstandigheden niet over mijn hart verkrijgen om te weigeren. Hij heeft zelf betaald overigens. Je voelt je als ouder enorm tekort schieten in een dergelijke omstandigheid. Dat kun je pas begrijpen wanneer je ermee wordt geconfronteerd.

      Esther Suzanna · 28 december 2016 op 19:16

      Dat begrijp ik maar al te goed. Mijn oudste is Gameverslaafd. Als hij bij mij is dan faciliteer ik hem ook. Maar het werkt niet mee aan het ‘gedrag’. Ik ben van mening dat ‘ze’ het zelf anders moeten willen. En voelen.

Blanchefort · 28 december 2016 op 22:02

Ooit bezocht ik iemand op de PAAZ. In haar manische psychose had ze heel veel geld uitgegeven. Toch kocht ik aan honderd euro sieraden in de ziekenhuiswinkel voor haar. Er komt zo veel op je af en er gaat zo veel door je heen dat het niet altijd gemakkelijk is om je poot stijf te houden. (Antwoord op Esther Suzanna.)

    NicoleS · 29 december 2016 op 08:51

    Het is gewoon heel moeilijk om het juiste te doen. Je denkt steeds ‘stel dat dit de laatste keer is dat ik hem zie?’?

Karen.2.0 · 28 december 2016 op 23:32

Was het de eerste keer dat je in een kliniek op bezoek was? Ik weet dat de impact dan al zo groot en confronterend is dat je het andere even laat voor wat het is, heel menselijk. Ik lees vooral dat hij blij was jullie te zien: ‘Quincy omhelst ons als een klein kind wanneer we weggaan.’ Dat contact is zo belangrijk..

    NicoleS · 29 december 2016 op 08:51

    Het was de eerste keer en het was inderdaad indrukwekkend. Het maakte me kleiner dan klein.?

Bruun · 31 december 2016 op 09:23

Aangrijpend verslag, recht uit het moederhart geschreven. Ik hoop oprecht dat 2017 voor jullie positief uitpakt. Fijne jaarwisseling!

    NicoleS · 31 december 2016 op 18:25

    Dank Bruun. Ook jou en je gezin wens ik een goede jaarwisseling toe.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder