Een oude kennis, Lies Koekblik, staat voor de deur. We hebben een afspraak.
‘He Nicole, leuk om je weer eens te zien,’ zegt ze hartelijk. Ze kust me drie keer op de wang en gaat naar binnen. Manlief zit aan tafel. Hij lost een puzzel op in de krant. Lies schudt hem de hand en kust ook hem. Dan gaat ze zitten.
‘Hoe gaat het met jullie?’ vraagt ze, ‘en met Quincy, en je studie?’ Het zijn drie vragen achter elkaar. Manlief opent zijn mond en sluit hem weer.
‘Hoe gaat het met afvallen?’ wil ze vervolgens weten, zonder te wachten op antwoord. Met mijn gewicht gaat het kut. Aldus een klant die me gisteren een bezoek bracht. Ze herkende me niet vanwege mijn vadsige kop.
‘Niet bijzonder goed,’ antwoord ik, ‘ik ben bezig met het afbouwen van antidepressiva. Daarnaast sport ik regelmatig en let op wat ik eet.’
‘Afbouwen? Oh jee, zou je dat al wel doen? Dat kan gevaarlijk zijn hoor.’ Ik kijk manlief hulpeloos aan. Hij lijkt opeens diep verzonken in zijn puzzel.

‘Zullen we dan maar even naar de dijk gaan? Een visje eten,’ stelt Lies voor, ‘dan kunnen we even rustig alleen praten.’ Ik knik en sta op om mijn jas te pakken.
We rijden in haar zwarte glimmende Landrover naar de haven.
‘Ik had je eigenlijk even nodig,’ zegt Lies, starend naar de weg. Ze duwt met haar rechterhand een weerbarstige lok haar achter haar oor, die daarna onmiddellijk weer terugvalt. Een zinloos gebaar. Is er enige zin te ontdekken in datgene wat wij doen?
‘Wat is er dan?’ vraag ik beleefd. Lies kijkt van links naar rechts, alsof er iemand in de buurt zou kunnen zijn, die alles hoort. Ik volg haar blik voor de zekerheid maar.
‘Dat vertel ik je zo,’ fluistert ze haast, ‘het gaat om Hans.’
‘Is er wat met Hans?’ zeg ik geschrokken. Hans, haar man, is een aardige vent, ik wens hem alle goeds toe.
‘Zo zou je het wel kunnen zeggen.’

Ze parkeert de auto in bij hotel Spaander en we stappen uit. Lies slaat een zachte, duur uitziende sjaal om haar schouders en richt de autosleutel op de auto, die kort piept. De deuren zitten op slot. In het hotel is het niet druk, we nemen plaats naast het raam. Lies bestelt taart. Dat kan makkelijk, ze is slank zat. Ik bestel spa.
‘Zoals ik vertelde, gaat het om Hans,’ hervat ze haar verhaal, ‘nou ja, om zijn noten dan.’
‘Zijn wat?’
‘Het probleem is dat zijn ene bal zo klein is als een hazelnoot en de andere zo groot als een mango.’
‘Dat klinkt niet goed,’ merk ik op.
‘De grote bal is knalrood,’ zegt Lies zacht, ze zit heel dicht naar mij toegebogen. ‘Zijn penis is ingetrokken, als een kleine roze garnaal, we hebben nu al twee jaar geen seks. Het is verschrikkelijk.’
‘Jee,’ mompel ik gegeneerd.
‘Maar het ergste is dat hij niet naar de dokter wil. Kijk, hij luistert altijd naar jou, dat weet je, kun jij niet zeggen dat hij naar de huisarts toe moet gaan?’
‘Moet ik dat zeggen?’ vraag ik verbaasd, ‘waarom?’
‘Dan gaat hij misschien. Alsjeblieft Nicole, wil je hem zo niet even bellen?’

Nadat we ons drankje hebben genuttigd vertrekken we naar de auto. Lies neemt haar mobiele telefoon en drukt op de display. Ik zie het gezicht van Hans, onbeholpen lachend in de camera. Ze drukt de telefoon in mijn hand.
‘Hij gaat over,’ sist ze. Inderdaad, de stem van Hans klinkt in mijn oor. Geruststellend en vriendelijk.
‘Dag Hans,’ begin ik enigszins beschroomd, ‘Lies vroeg me of ik je wilde bellen.’ Mijn handen zweten. Ik mag Hans dan wel kennen, toch ken ik hem niet goed genoeg om over zijn noten te beginnen.
‘Hans,’ roept Lies hardop, ‘Nicole vindt dat je naar de dokter moet.’ Ik slik.
‘Oh,’ hoor ik Hans prevelen, hij voelt zich evenmin op zijn gemak. Lies stoot me aan.
‘Ja,’ breng ik uit,  ‘dat vind ik.’ Het blijft even stil, dan mompelt Hans een kort ‘oké’ en hangt op. Lies kijkt blij en bedankt me. We rijden naar huis. Voor de deur zie ik manlief staan. Hij kijkt bezorgd.
‘Gelukkig ben je terug, ik wilde je net bellen, het gaat om Timo, hij is gevallen!’

Categorieën: Algemeen

NicoleS

Door veel te lezen word je een betere schrijver. Joost Zwagerman was ervan overtuigd. Ik houd van lezen maar ook van schrijven. Ik ben bij column x terecht gekomen dankzij mijn lieve vader die hier jaren columns geschreven heeft. Kees Schilder is zijn naam. Ik hoop evenveel plezier te beleven aan het schrijven als hij. Favoriete schrijvers: Gerard Reve, J.J Voskuil, Maarten 't Hart, Adriaan v Dis, Arnon Grunberg, WF Hermans, Simon Vestdijk, Louis Bordewijk en Jean Plaidy. Favoriete boek: Het bittere kruid, Marga Minco.

6 reacties

Mien · 23 maart 2017 op 13:28

Go nuts! ? ? ?

Blanchefort · 23 maart 2017 op 18:26

Ik hoop dat Timo zich niet al te erg bezeerd heeft.

Esther Suzanna · 24 maart 2017 op 14:25

Ik moest erg lachen om dat rare telefoongesprek. Hahaha… ik zou geweigerd hebben, how awkward…

Mooi opgeschreven, ik zat mee te luisteren.

    NicoleS · 25 maart 2017 op 09:50

    Hahaha. Dat kan ik me voorstellen. Het WAS een bizar gesprek.?

Geef een reactie

Avatar plaatshouder