De kou ontneemt niet enkel al mijn warmte, maar ook alle stompzinnige mensen om me heen. De onzin slaat als ijspegels tegen m’n hoofd en het ziet er niet naar uit dat het ooit zal ophouden. Hoe harder de onzin tegen mijn hoofd aan ramt, hoe harder de muur om mij heen zal worden. De Chinese Muur kan er niet aan tippen. De Chinese Muur zal uit schrik spontaan uiteen vallen en zelf ‘aaaaaargh’ schreeuwen. Als je zenuwen de dood in de ogen zien, hoor je alle levenloze dingen ineens de longen uit hun barst schreeuwen. Soms ben je alleen, verder geen levensnoodzakelijke personen. Ze leven wel, maar je vraagt je af waar ze dat verdiend aan hebben, omdat je geen enkele positiviteit erin ziet. Of iets nuttigs, iets waardevols of iets lachwekkends. Het enige waar ze goed in zijn is met je zenuwen bungee jumpen zonder touw. Je voelt dat de ene zenuw door ergernis na de andere kapot valt. Niet meer te lijmen. Het is enkel weer wachten totdat er weer nieuwe zenuwen groeien door middel van een flinke dosis endorfine. Maar een flinke scheut alcohol voldoet soms ook al.

Soms praten mensen zoveel en zolang dat je al 1001 manieren hebt bedacht om ze te vermoorden voordat ze eindelijk zwijgen. Het liefst pak je een grote moker en ram je net zolang door totdat het bloed uit hun neus stroomt en het hele lichaam niet meer herkenbaar is. Daarna schrik je je zelf een krentenbol, omdat je ziet dat je zijn of haar mond bent vergeten en hoor je dat daar nog steeds onzin uit voort komt. Vervolgens schrik je wakker en ram je je eigen hoofd tegen de muur door teleurstelling. Het was immers maar een heel fijne droom. Mocht ik zo mooi dromen, dan mocht je me rustig laten slapen met een zaligmakende grimas op mijn gezicht.

Soms..fuck de soms. De soms, is de hoop dat niet alle mensen zo zijn of in ieder geval niet het meest grote gedeelte ervan. Soms, is de illusie dat de irritatie misschien uit jou komt in plaats van al die anderen. Soms, is kus op de bloedende wond. De kus verzacht niet de pijn, maar is het bloemetje op een graf. Je voelt je dood, maar voor het oog staat een bloemetje op je gevoel wel mooi. Een klein gebaar van dat anderen of jij zelf nog wel de humor in de ellende kunnen zien. Een kus op de wond is niets anders dan ‘de pijn zal niet over gaan, maar ik probeer de pijn te begrijpen’. Of het kan betekenen ‘hier heb je maar een kus, want want geen enkel woord kan je pijn wegnemen’.

Laat mij maar lekker mij zijn, onder al die pijn. En indien mogelijk, probeer ik de pijn die de niet levensnoodzakelijke personen mij bezorgen zoveel mogelijk te vermijden en negeren. Mocht er ander soort pijn overblijven, dan zal ik proberen niet erover te klagen, want dan komt de pijn immers uit mezelf. Pijn wat uit jezelf voortkomt, zou het bestaan en wat is het dan? Mocht het uit jezelf komen, wil je jezelf dan nog wel zijn en waarom zou je dan eigenlijk nog leven als de pijn uit jezelf zou komen in plaats van (voornamelijk) uit anderen? Het is wijzer en logischer om de pijn te wijten aan anderen, want mocht alle ellende uit jezelf komen, dan is leven echt ondraaglijk.

‘De hel, dat zijn de anderen’.

Categorieën: Maatschappij

3 reacties

Harrie · 29 november 2010 op 10:55

Zoveel vragen, antwoorden, ik, jij, anderen, sinterklaas, geloof, ongeloof. Ellende is van alle tijden net als vreugde. Rondhupsen in de bossen dat helpt.

Mien · 29 november 2010 op 19:34

Hij is weer van en uit mooie shit gebrouwen, d’n deze. Maar hij heeft wel wat tijd nodig om te bezinken.

Mien (worstelt zich door dubbele lagen heen)

arta · 30 november 2010 op 10:43

‘De hel, dat zijn de anderen’: Een bijzondere conclusie van deze column, waar ik het overigens niet mee eens ben. Doordat je keuzes kunt maken (dat schrijf je zelf al) heb je als mens de kans om negatieve invloeden zoveel mogelijk uit te bannen, waardoor je leven wat prettiger wordt dan de hel, die jij, overigens erg mooi, omschrijft!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder