Ik arriveerde een kwartier na de begintijd op de receptie van één van mijn ex-medewerkers in het ziekenhuis waar ik een belangrijk deel van mij loopbaan heb doorgebracht. Bert was veertig jaar in dienst en had veel van zijn collega’s en ex-collega’s uitgenodigd om dit heugelijk feit met hem samen te vieren. Door dat kwartiertje later, moest ik aansluiten in de lange rij die zich inmiddels ter felicitatie van de jubilaris had gevormd. Direct voor mij weerklonk een luid ‘héééé!!!’ en ik viel in de armen van ‘Plant’, een zeer gewaardeerde en goedlachse medewerkster van weleer. De receptie had niet beter kunnen beginnen.
‘Hoe is het met je?’, begon ik origineel. En al even origineel was het antwoord ‘heel goed’. Ook met de kinderen ging het goed. De oudste was veertien en de jongste zeven. Bijna als uit één mond vroegen we ons af ‘zou de stoel er nog zijn?’.
Die stoel was een bruin gestoffeerde bureaufauteuil, geleverd door Aspa en kennelijk voorzien van buitengewone eigenschappen. Bij mijn entree in het ziekenhuis was de stoel leeg. Marijke, die de stoel enige jaren had ‘bezeten’, was zwanger geworden en zojuist uit dienst getreden. De capaciteitsproblemen binnen de afdeling waren groot en de arbeidsmarkt ongunstig. Het was moeilijk een geschikte vervangster te vinden en de weinige sollicitatiebrieven kwamen alle van dames in de vruchtbare tijd des levens. Het mocht niet, maar vol tact was consequent mijn vraag: ‘En wat zijn uw plannen voor de toekomst?’ Een zeer geschikte kandidaat meldde dienaangaande, dat zij na jarenlang proberen de hoop op het krijgen van een kind moest opgeven en op medisch advies weer aan het werk wilde gaan. Sandra nam plaats op de bruine stoel en maakte zich waar als een voortreffelijk medewerkster. Maar helaas; na een maand of vier werd de consumptie augurken verdertigvoudigd en wij waren weer de klos. Tot overmaat van ramp moest Sandra op medisch advies 6 maanden liggend rust houden. De bruine stoel stond weer leeg. Toen de wolk van een baby geboren was, meldde Sandra het eind van haar dienstverband en ik startte weer een proces van werving.
Nu was daar Mia en Mia repliceerde op mijn indiscrete vraag: ‘Bedoelt u of ik kinderen wil? Ja, maar de hoop is opgegeven’. Eén keer mis kan, maar twee keer is onwaarschijnlijk. Ook Mia werd aangenomen en ook Mia had nog geen drie maanden op de stoel plaats genomen of ze werd zwanger. Het is bijna niet te geloven, maar ook Mia moest voortijdig de pijp aan Maarten geven en opnieuw bleef de stoel geruime tijd onbezet. Inmiddels waren aan het betreffende meubilairstuk wel bijzondere krachten toegedacht. De stoel werd een legende. Als je er op ging zitten werd je zwanger.
Mirjam Plantinga, door iedereen ‘Plant’ of ‘Plantje’ genoemd, was al enige jaren een zeer gewaardeerde kracht. Niet alleen om haar goede werk, maar ook om haar luide gulle lach. Die lach weerklonk doorlopend en werkte aanstekelijk. Kortom: een medewerkster van het begerenswaardigste soort.
Op een zonnige dag in juni weerklonk vanuit het bedrijfsbureau inkoop een luid gegil van ‘Plant’ en het manvolk bulderde mee. Langzaam maar zeker verplaatste die lach zich in de richting van mijn kantoor. Er werd netjes op de deur geklopt en na mijn ‘binnen’ werd een bruine stoel de kamer ingeduwd. Die luide gillende lach van ‘Plant’ maakte alles duidelijk. Ze hoefde niets meer te vertellen. Ze hield het wél negen maanden vol, maar was daarna vertrokken.
Tijdens de receptie zag ik haar weer. ‘Weet je nog wel van die stoel?’. Nee, die stoel vergeten wij niet, maar het was hét moment voor de vraag ‘Staat ‘ie er nog?’ De stoel bleek vorige maand, volledig versleten, naar de vuilcontainer te zijn gebracht.
‘Plant’ protesteerde nog tegen die kapitaalvernietiging. De stoel had nog vele jonge vrouwen tegen lage kosten aan een kindje kunnen helpen.’ t Is echt jammer van de stoel, maar het leven gaat voort-Plantje.
4 reacties
SIMBA · 19 december 2012 op 12:02
Geweldig! Daar kan geen IVF tegenop!
Yfs · 19 december 2012 op 21:12
Leuk geschreven.
In de eennalaatste alinea vertel je dat je ‘Plant’ weer tegenkwam op de receptie, terwijl je die informatie al als inleiding had gebruikt 😉
rickevers · 20 december 2012 op 10:01
Ik vind het een goed geschreven verhaal. Je maakt de lezers nieuwsgierig genoeg om na iedere alinea door te lezen. Een verrassend einde had dit tot een topcolumn kunnen maken. Maar hiervoor heb je me op het einde als lezer toch een beetje teleurgesteld. Ik geef een 8.
Floris · 21 december 2012 op 15:28
Heb hetzelfde als Rick Evers. Aardige spanningsopbouw, alleen de uitsmijter blijft uit. Het woordgrapje voort-plantje vind ik niet echt geslaagd en loopt ook niet in de zin.
Was wel blij dat het gewoon over een stoel ging.