De dag begon zo goed; ik was vroeg wakker, genoot van een ontbijtje in het nog aangename zonnetje en daarna stapte ik in de auto. Op naar Eindhoven, naar het Maximà ziekenhuis.
Ik had een heel waslijstje af te werken: eerst bloedprikken, daarna mijn medicijnen ophalen en tenslotte naar de reumatoloog voor mijn halfjaarlijkse controle.
Niets verraadde nog dat het vandaag toch anders zou lopen dan ik me in mijn stoutste dromen kon voorstellen.

De wachtkamer bij het bloedprikken zat al vol. Een kleine tegenvaller, maar een blik op de klok stelde me gerust: ik was nog ruimschoots op tijd.
Er waren nog acht wachtenden voor me en dus nam ik plaats op de enige nog lege stoel. Het belletje ging; mijn buurman stond op en gaf de assistente de benodigde papieren en ging vervolgens weer zitten.
‘Nog zeven wachtenden voor me,’ bedacht ik me nog.
Naast mij begon mijn buurman wat gorgelend te ademen. Ik vond het een vies geluid. Het deed me aan mijn inmiddels overleden ex-schoonvader denken. Deze had keelkanker gehad en ademde via een buisje, wat vaak gepaard ging met gorgelende geluiden.

Ik keek naar mijn buurman op, toch gealarmeerd door het aanhoudende geluid.
De schrik sloeg me om het hart; dit was niet goed, dit was helemaal fout.
Inmiddels werd het iedereen duidelijk dat er iets goed mis was met mijn buurman. De hele afdeling veranderde in een mum van een seconde in een goed ogende geoliede afdeling in een grote chaos. Personeel kwam aangerend; de ene wist te vertellen dat mijn buurman geen hartslag meer had, de ander ontkende dit stellig. Een mannelijke collega had de tegenwoordigheid van geest om te bedenken dat hartmassage op zijn plaats was. Het was echter net alsof hij hier net zoveel vanaf wist als ik. Met andere woorden: hij deed maar wat, in elk geval iets wat hij ongetwijfeld ook op televisie wel eens gezien had.

Naar wat een eeuwigheid leek, kwam er uiteindelijk een specialistisch team met alle toeters en bellen. Tot vier maal toe werd mijn buurman gepeddeld (elektrische schok om het hart weer op gang te doen brengen).
Wij, het publiek in de wachtruimte, keken vol afschuw toe. Ons bewust van onze eigen vergankelijkheid. De hele situatie zag er voor mijn buurman steeds hopelozer uit.

Uiteindelijk werd ik binnen geroepen. Gek eigenlijk hoe het leven na deze korte onderbreking gewoon weer doorgaat. De rest van mijn lijstje heb ik werktuigelijk afgehandeld.
Daarna kwamen de tranen. Niet een paar traantjes, nee, de kraan werd eventjes open gezet. Dit had ik nog nooit meegemaakt en ik hoop dit nooit meer mee te hoeven maken.

Het duurde een paar uur voordat ik weer een beetje mijn emoties onder controle had.
Ik wilde graag weten of mijn buurman het overleefd had of niet. Ik besloot te bellen met de afdeling. Mijn schietgebedje is verhoord: buurman was ruim een kwartier gereanimeerd en leefde nog. Toen hij enigszins gestabiliseerd was, hebben ze hem overgebracht naar een ander ziekenhuis. Opluchting alom.

Toch denk ik dat er hier een les uit kan worden geleerd: een protocol voor hoe te handelen bij dergelijke gevallen is hier echt op zijn plaats. En wellicht een verplichte cursus reanimatie voor personeel? Oh en dan heb ik het nog niet over de nazorg van getuigen van een dergelijk voorval.

Categorieën: Gezondheidszorg

irma1969

Veelzijdig, ik wil niet in een hokje geplaatst worden. Turkije-gek, ben bezig de taal te leren en geloof me, dat is moeilijk. Gek op schrijven. Dat is begonnen in 2011, toen ik met mijn autobiografie (Ontheemd - Irma Puschnigg) ben begonnen. In 2012 is dit boek uitgekomen. Schrijf gedichten, korte verhalen en columns, heb mijn eigen blog. Grote wens: schrijven van een reisblog.

5 reacties

Libelle · 7 augustus 2013 op 13:03

Als je in een ziekenhuis iets overkomt dan ben je in de aap gelogeerd. Je zou wensen op een kruispunt te liggen, want daar komt er tenminste een ziekenauto naar je toe met ervaren broeders. In de ziekenhuisgang wordt je aangestaard door een uroloog en een zuster die al 20 jaar gehoortestjes afneemt. De secretaresses stappen over je heen met hun papieren.
Prima signaal!

Yfs · 7 augustus 2013 op 13:45

Weer een duidelijk voorbeeld van dat niet alleen morgen aan niemand beloofd is…maar dus ook vandaag niet.Met een cursus reanimeren in je zak is het nog maar de vraag of je de moed hebt om te helpen, een EHBO proefpop of een gorgelend slachtoffer is heel wat anders.
Goed geschreven!

Ferrara · 7 augustus 2013 op 15:21

Je zou ander gedrag van ziekenhuispersoneel verwachten.
Heb je dit ook aangekaart bij het ziekenhuis zelf? Kunnen ze iets van leren.

Nachtzuster · 7 augustus 2013 op 17:28

Wat een bizar verhaal! Dat dat gebeurt! Wat Ferrara zegt: misschien kun je het aankaarten in het ziekenhuis? Ik weet van mijzelf dat in het ziekenhuis waar ik werk al het verplegend personeel verplicht is jaarlijks de reanimatiecursus te doen. Maar of dat overal zo is….

Meralixe · 8 augustus 2013 op 07:32

Toen ik weliswaar als technicus in een ‘ziekenhuis’ werkte kreeg ik ook dergelijke opleidingen. Er is wel een hemelsbreed verschil tussen één of ander scenario en de werkelijkheid zo blijkt uit deze column. Dit heb je hier goed verwoordt. :yes:

Geef een reactie

Avatar plaatshouder