‘Mamma heeft iets leuks voor je gekocht.’ Verwachtingsvol kijkt Laura naar de enveloppe die we haar voorhouden. Haar ogen glimmen. Een cadeautje! Ticketbox, staat er op, leg dat maar eens uit aan een kind van zes. Een harmonica van kaartjes komt tevoorschijn. Een rits van drie kaartjes. ‘Wat is het?’ vraagt ze. Lees maar wat er op staat, antwoord ik. Gemeen. Hoewel, Laura kan tegenwoordig Chinees lezen, dus dit moet ook lukken. Ik wijs met een vinger. “Welke letter is dit?” Ze plaatst een vinger tegen haar lip. Een frons verschijnt. “D? L? P?” Ik schud mijn hoofd. Dan herkent ze het. Kan ook niet missen, ze heeft een stapel CD’s waarop dezelfde combinatie van letter en cijfer staat gestanst.
‘K3!’

Laura vliegt ons om de nek. ‘Wanneer?’ vraagt ze. Vanmiddag. Nu kun je denken, wat laat, waarom vertel je het niet eerder. Simpel. Wil je een normaal leven, vertel je kind dan niet van tevoren waar je wanneer heengaat. Optimaal is: als de lichten doven, het applaus klinkt, vertellen waar ze in terecht is gekomen. Oké, een beetje voorpret hoort erbij. Compromis. ’s Morgens vertellen wat we ’s middags doen.

Wat kan er dan nog misgaan.

Alles.

‘Gaan we voor of na het eten?’
‘Voor het avondeten.’ Kindvriendelijke tip: ‘Zodra het donker wordt. Maar voor Sesamstraat.’
‘O.’
Enkele tellen later. ‘Als de wijzer boven staat?’
‘Maak er maar zes rondjes van.’
‘Zo veel!’
Knik. Glimlach.
Zucht. Pauze. Diepere zucht. ‘Hoelang nog?’

Eindelijk is het middag. Eindelijk voor Laura. Vooral eindelijk voor pappa en mamma. Ik twijfel. Neem ik de snapshot of de camera mee. De snapshot maakt foto’s die vaag herkenbaar zijn, maar het dingetje past in het zakje van een overhemd. De échte camera is een joekel, maakt dan ook échte foto’s. Een besluit. Het gaat om Laura, om de muziek, om de beleving. Als ze foto’s wil, koopt ze maar een K3-boek. Onderschat dit niet. Een moedige uitspraak voor een fotograaf. Je camera thuis laten, bedoel ik. Alsof ik een arm afhak.

We rijden de Arena in. De buitenkant is mooi verlicht. Groene band rondom, witte stralen op de hoekpunten. Nu valt een auto op de (restanten van de) grasmat al snel op, gelukkig staan we in de parkeergarage, dus onder de Arena, hoewel dat ook een beetje in de Arena is. In de hal van de Heineken Music Hall (wie bedenkt zo’n naam?) bootst een groep mensen vrijwillig een Sardineblikje na. Telefonisch kaartjes besteld, wat handig, wat zijn we slim, maar die een halfuur voor aanvang willen bemachtigen. Wat dom. Alsof je naar een privé-concert gaat.

We zitten op de eerste rij. Niet op het dak, niet buiten voor de deur, nee, echt vooraan bij het podium. Prachtig. Pal naast de speakers. Dat is minder. Mijn eigen speakers maken geluid, maar deze monsters ook. Zet Laura ernaast en je ziet haar niet. Zet mij er naast en kabouters bestaan. Grappig gezicht, die trillende speakers. Ook grappig, mijn borstkast die ritmisch in- en uitdeukt. Wat een drukgolven! Je begint vooraan en na een uur zit je ineens achterin de zaal.

‘Pappa! Wanneer komt K3?’ Het is half vijf. Om vijf uur begint het. De zaal is grotendeels leeg. De meute staat bij de kassa. Denk ik. Ze hebben geluk. De show begint onaangekondigd driekwartier te laat. Dat weet ik heel zeker, negentig keer zeg ik ‘nog een minuutje’ tegen Laura (kinderen hebben geen besef van tijd), nadat ik daarvoor in een halfuur (dus voor de geplande begintijd) zestig keer ‘nog een paar minuutjes’ heb gezegd. Besef van tijd moet in 2004 een verplicht vak, een speerpunt op school worden.

Onze achterburen verschijnen. Twee pappa’s, twee mamma’s, een bosje kinderen, onduidelijk is wie van wie is, en of er mengvormen zijn (pappa 1 met mamma 1, pappa 1 met mamma 2, enzovoort). Hun kont raakt de stof nog niet of de meegebrachte weekendtas vliegt open. De minizakjes verschijnen. Krakende zakjes, krakende inhoud. Paprika, naturel en Intel. Echter – en goedkoper – dan Dolby 5+1, dat gekraak rondom. Dan: de minipakjes. Yogho Yogho. Fristi. Chocodinges. Met een minirietje. De handen zijn amper volgestouwd als de ministoelendans begint. Als Nitje naast pappa gaat zitten, en mamma dus naast de mamma van Hunkie gaat zitten, kan Hunkie naast zijn eigen pappa zitten. Dus jij gaat daar heen, jij wisselt met haar, jij…

Na veel geschuif, stemverheffingen en kindertranen, zit het stel in lichtelijk gewijzigde vorm. In het kort: iedereen is dertig centimeter naar links opgeschoven. Of naar rechts.

Het is zover. Laura zit met open mond, en versteend in haar stoel. Het ballet begint. K3 komt op. Laura weet niet wat haar overkomt. K3 in het echt! Geen platte televisiebeelden, nee, echte, levende driedimensionale K3-meisjes. Bij alweer het laatste liedje is er enige beweging in de zaal. Iedereen moest vijf kwartier stokstijf op zijn stoel blijven zitten. Naast ons dook steeds een klein groepje kinderen op, dat stapje voor stapje langzaam richting podium oprukte. De strenge meneer die daar de wacht hield, stuurde ze steevast terug, maar pas als een onzichtbare grens werd overschreden. Kinderen leren snel. En de zee houd je niet tegen. Het tafereel herhaalde zich keer op keer. Prachtig. En geef ze eens ongelijk, die kleintjes. Dansen en meezingen is toch veel leuker dan op zo’n houten klapstoel zitten!

[img]http://62.197.135.69/columnx/pics/k3.jpg[/img]

Het laatste nummer. De zaal roert zich. Snel springen wij op. Met Laura op mijn arm sta ik tegen het podium gedrukt. Een massa mensen naast en achter ons. Kramp in mijn armen. Gedrang. Heet.
Laura geeft Kathleen een handje.
Karen.
Nèt voor het einde van de show: Kristel.
Gelukt!

Pappa heeft bijzonder weinig foto’s – en de snapshots die hij wèl heeft, zijn niet echt je dat. Maar Laura heeft genoten. En pappa en mamma stiekem ook.


Kees

Zelfstandig schrijver en fotograaf

8 reacties

Kees Schilder · 1 januari 2004 op 09:32

Leuk hoe jij over je dochter schrijft Kees.
Echt geweldig om te lezen.

Martijn · 1 januari 2004 op 10:49

Een prachtig concept. Kinderen die meedansen op de klanken van K3. En de vaders die dromen over het mee-schreeuwen op de ‘klanken’ van K3. 😉

Gert (van Samson) is het grote brein achter deze dames. Zo ook van Kabouter Plop en veel meer Belgische topproducten, gebundeld in zijn miljoenenbedrijf Studio 100. Een prachtig marketingverhaal, daar valt niet over te twisten. Maar de 3K’s maken wel lol met kinderen en hun ouders en daar gaat het tenslotte toch om, niet?

Zoals gewoonlijk bijzonder mooi beschreven!!!!

Groet Martijn 😀

Ps.
Zeg Kees, even onder ons, heb jij het telefoonnummer van Kathleen misschien voor mij? Ik wil met haar een nummertje…schrijven.:-P

pepe · 1 januari 2004 op 11:24

Geweldig genoten…
een column die ik heel goed herkenbaar, alleen toen waren het Spice Girls.

Wat een genot, te mogen en kunnen genieten van het kindergenot!

Tasz · 1 januari 2004 op 12:18

Hartstikke leuke en herkenbare column.
En goed gekozen titel.

Tasz

Li · 1 januari 2004 op 20:15

Nou Kees,het is helemaal niet erg dat je je ‘echte’ fototoestel niet meehad. Je heb nu een pracht van een column geschilderd. 🙂

Li

deZwarteRidder · 2 januari 2004 op 04:56

Vond het altijd een walgelijk stel meisjes..of eigenlijk vrouwen die te oud te jonge kinderliedjes zongen in te korte rokjes, met de staartjesachtige haarstijl….
MAAR.. na de beschrijving van je ervaringen en je reaktieomschrijving van kinderen. sta ik weer op mijn plaats.. HET IS HUN PARTY (v.d. kinderen dan)….en zo hoort het ook dus …Sublieme column..
Rich@Rd

Kees · 5 januari 2004 op 21:21

Ik vind het erg leuk te zien hoe die kleintjes op K3 reageren. Ook leuk om te zien is, hoe moeilijk het is om de drie k’tjes op jonge meisjes te laten lijken. Vlechtjes, enz. Voor de oplettende kijker/luisteraar: er vind langzaam een verandering van doelgroep plaats…
En Martijn, ik waardeer je smaak, maar ik heb moeten beloven het niet vrij te geven.

Mup · 11 januari 2004 op 00:21

Een column uit het hart, naar mijn hart, top.

Groet Mup.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder