De feesten zijn voorbij, de vakantie is nog ver, we hebben een lang eentonig regenseizoen voor de boeg, en ik zit al een halve dag een uiterst onbenullige Bollywood film te vertalen. Waarom die Indiërs mij betalen om uitgerekend Nederlandstalige ondertitels te schrijven voor hun filmen is mij een raadsel. Er zal wel een markt voor zijn, maar een heel kleine dan, anders zouden zij mij beter betalen. Op elk normaal mens werkt dat allemaal deprimerend. Blij dat ik niet normaal ben. Ik voel mij niks neerslachtig, want bovendien is er hier geen herfst die melancholisch maakt, geen lente die onrustig maakt. De zon gaat elke dag van het jaar precies om zes uur onder en komt om zes uur op.

Wanneer er in de film weer eens een typisch Bollywood dansje wordt opgevoerd met bijbehorend lied dat, hoe ik mijn hersens ook pijnig om er een hit van te maken, in de Nederlandse vertaling altijd zo truttig klinkt, vloek ik in een paar verschillende talen en ga wandelen tussen de rijstvelden, soms alleen, soms met een jonge hond of een oude vriend. Het kan ook een oude hond en een jonge vriendin zijn. Hoofdzaak is dat zij trouw zijn, en zwijgen.

Met de melodie van de onzinnige Indische film nog in mijn oren, verbaast het mij dat het hier bij de rijstvelden zo stil kan zijn. De hitte trilt aan de horizon, geen blad beweegt, ik ben gelukkig.

En toch haalt de melancholie en de neerslachtigheid mij in wanneer er plots een oud vrouwtje van achter een bosje palmbomen te voorschijn komt.

Ik herken haar. Zij woont niet ver van daar in een armoedig toverheksenhuisje.

‘Goedemiddag’, zegt ze vriendelijk, ‘Hoe gaat het met uw moeder ?’

‘Mijn moeder ?’ zeg ik verbaasd.

‘Ja’, zegt ze, ‘Twee maanden geleden liep U hier toch wenend langs dit rijstveld, en U vertelde mij dat uw moeder op sterven lag. Ik heb U toen getroost’

Dat herinner ik mij niet meer, want ik was toen stomdronken.

‘Mijn moeder is vorige maand gestorven’, zeg ik.

Ze raakt mijn arm even aan. ‘Mijn zoon ook’, zegt ze.

Samen wandelen we verder, zwijgend, onder een hemel die zo verblindend blauw is dat wij de regenwolken niet zien aankomen.

[img]http://i217.photobucket.com/albums/cc165/oooeps/bali.jpg[/img]

Categorieën: Algemeen

9 reacties

dj_Eddy · 15 januari 2008 op 13:47

Weer een heel mooi verhaal uit Indonesië.

arta · 15 januari 2008 op 19:03

Mooi geschreven!
🙂

pepe · 15 januari 2008 op 19:25

*Samen wandelen we verder, zwijgend,*

Zwijgend en ademloos gelezen, gewoon weer prachtig.

Ma3anne · 16 januari 2008 op 10:14

[quote]…en ga wandelen tussen de rijstvelden, soms alleen, soms met een jonge hond of een oude vriend. Het kan ook een oude hond en een jonge vriendin zijn. Hoofdzaak is dat zij trouw zijn, en zwijgen. [/quote]

Prachtig!

Wanneer komt je bundel uit?

Anne · 16 januari 2008 op 10:35

Schitterend! De betovering van dat verre land waar je je misschien meer thuis voelt dan in je moederland, samenhangend met de mensen en ondanks de melancholie, of juist dankzij, wie weet. Ik ken het.

Dees · 16 januari 2008 op 22:24

Mooi!

KawaSutra · 17 januari 2008 op 02:35

Ja, wat kan ik anders zeggen? Prachtig!

Wayan · 17 januari 2008 op 10:51

Dank aan allen !

pally · 17 januari 2008 op 15:35

Mooie sfeerbeschrijving!

groet van Pally

Geef een reactie

Avatar plaatshouder