De zon schijnt. Ik stap in mijn auto en wek hem tot leven. We gaan samen even tweehonderd kilometer richting het zuiden rijden, om de moeder van mijn beste vriendinnetje te cremeren. Dat zijn geen grappen. Ik heb een steen in mijn buik. Die probeer ik te verteren met muziek. Covered in Rain van John Mayer schalt over de boxen… Ai, nee, niet nu! Vandaag niets gevoeligs met regen… zon wil ik, veel zon. Ik zet de plaat snel af en probeer iets anders… Spring maar achterop bij mij, achterop mijn fiets… en ik weet nog niet waar we naar toe gaan samen maar dat boeit me helemaal niets! Zachtjes zing ik mee.

Ik kom aan bij het crematorium en loop naar binnen. Ik sta in een bedompte kamer tussen vooral veel vreemden. Ik zoek mijn vriendinnetje Stuiterballetje. Ik vraag wat rond. ‘die is in de familie-kamer’, krijg ik te horen. ‘En die is alleen voor familie…’ Ik zucht eens diep, ik ben bang dat deze dag een aaneenschakeling gaat worden van mensen die mij gaan vertellen wat ik wel en niet mag en moet doen. En daar kan ik natuurlijk niet zo goed tegen… Vandaag zal ik wel moeten, want het gaat niet over mij. Ik besluit om toch maar niet de familiekamer binnen te dringen en sluit netjes achteraan aan. De stoelen worden verdeeld, iedereen gaat voor: bejaarden, rolstoelers, moeders met kinderen, familie, bekenden. Dan een tijdje niemand, en dan ik. Een medewerkster van het crematorium gebaart naar me en zegt dat ik mijn jas in de garderobe op kan hangen. Ik antwoord beleefd dat ik mijn jas liever bij me hou omdat al mijn spullen er in zitten. Ze blijft aandringen. Ik ben het zat en wil haar afpoeieren. ‘Mevrouw mijn medicijnen zitten in mijn jas, ik heb epilepsie en zou zomaar een aanval kunnen krijgen’. Ze knikt en loopt weg. Ik probeer een plekje te zoeken. Er zijn nog wat stoelen voor in de zaal ‘maar die zijn voor familie mevrouw’. Ik blijf staan, helemaal achterin. De stoelen voorin blijven leeg, de dienst is al begonnen. Lekker dan, kan ik anderhalf uur gaan staan, op mijn fancy schoenen en met twee mandarijntjes in mijn maag als brandstof. De zaalopzichter blijft naast me staan. ‘Zeg’, begin ik, ‘ik weet niet welke familie u nog verwacht maar deze show is nu tien minuten bezig en daar zijn nog minstens tien plekken vrij! En trouwens, ik denk dat ik haar zus ben…’ Ik wijs naar het snuffende Stuiterballetje. ‘Oh, okay’ en voordat ze wat kan zeggen ben ik al naar voren gedoken. Zo. Ik zit, vlak achter mijn vriendinnetje.

Ik kijk om me heen, de meeste mensen zijn rustig en houden het droog. Ik ook. Dan mooie muziek. Zeg me dat het niet zo is, van Frank Boeijen. Goeie binnenkomer, heel mooi. Nog een spreker, weer een liedje. Dan wordt  Stuiterballetje aangekondigd. Ik wip op het puntje van mijn stoel. Kan niet stilzitten. Zat mijn maatje de  Marshmellow nu maar even naast me om zijn hand op mijn wiebelende knie te leggen, dat helpt altijd meteen. In de zaal zit iemand constant te hoesten, ik irriteer me en slinger in gedachten een hoestbonbon naar achteren, vreten kreng! Ik weet dat Stuiterballetje gaat vertellen over haar mams. Ik hoop dat ze het kan, dat ze niet instort ofzo. Dat zou ik eeuwig zonde vinden. In gedachten bedenk ik me wat ik ga doen als ze wel instort. Opstaan en even met twee wijsvingers over mijn tepels wrijven? Ons gebaar voor: ’t komt wel goed schatje’. Haar met zo’n gebaar even uit haar gemoedstoestand halen en kracht geven voor dat wat ze moet doen. Net als the Dogwhisperer, die een hond een tikje geeft met zijn voet om de hond te laten focussen, hem even uit zijn ‘zone’ halen. Door middel van disbalans even balans creëren (mijn grote hobby…) Ik glimlach, het is gelukkig niet nodig. Stuiterballetje staat haar mannetje. Ik pak uit voorzorg een zakdoekje.

Het is een mooi verhaal. Ik zie de vader van Stuiterballetje instorten. Hij huilt. Dikke tranen biggelen langs zijn wangen. Die ouwe grijze grappenmaker. Hij zit daar alleen. Zijn zoon links naast hem, die geeft hem een klopje op zijn knie. Aan de andere kant de lege plek van Stuiterballetje die staat te vertellen. Even overweeg ik om op te staan en de man te troosten. Het groene mannetje zit een rij voor me en draait zich om: ‘jij en troosten? Laat me niet lachen, dan kan jij helemaal niet, is jouw rol helemaal niet, en daarbij, het is ongepast, en als je de man nu gaat troosten stort ie alleen maar verder in!’ Zijn laatste argument geeft de doorslag. Ik blijf zitten. Iedereen moet vandaag maar weer zijn eigen broek ophouden.

Het einde van de dienst nadert. Er zal nog een nummer gedraaid worden. Ik hoor iemand iets zeggen over ‘een wat steviger nummer dan wat u verwacht’ ofzoiets en denk bij mezelf, laat maar horen dan. Wat willen ze draaien dan? Queen, met dont stop me know? Michael Jackson, Thriller? Bij de eerste tonen weet ik meteen welk nummer het is. Tweede keer vandaag dat ik word geconfronteerd met regen. Purple Rain. Ik schrik me een hoedje. Dat supermooie Purple Rain, waar ik zoveel mooie en ook pijnlijke herinneringen aan heb. Purple Rain, over vluchten uit de realiteit en reizen naar de hemel. Ongemerkt stromen de tranen over mijn wangen. Honey I know I know I know thimes are changing… Ik leun (denk ik) tegen de Marshmellow aan. De opa naast me schrikt zich lam en trekt gelijk zijn puffer uit z’n binnenzak. Oeps, sorry ouwe, ik liet me even meeslepen…  Ik haal mijn schouders op, het kan me niet schelen. Iedereen heeft recht op zijn eigen verdriet en emotie. Ook, of misschien wel juist, tijdens een crematie. De komende minuten word ik finaal in elkaar gemept door Purple Rain. Ik neem het zoals het komt, pijnlijk maar mooi, vol emotie en vol leven. En dat op een moment dat je afscheid van iemand neemt, hoe dubbel…

Na de dienst staan we met een paar man te raden naar welke brasserie we gaan voor de koffietafel. De medewerkers van het crematorium hebben geen idee, wij ook niet. Het zou in een dorpje vlak in de buurt moeten zijn. Ik leg uit dat ik uit de Randstad kom en hier echt de weg niet ken. De zaalopzichter spreekt me toe: ‘kunt u misschien wachten met die gezelligheid tot u buiten bent? Er zijn binnen nog mensen afscheid aan het nemen’. Ik voel me als een schooljongetje (meisje?) terecht gewezen en hou snel mijn mond. Ach ja, die mevrouw doet ook maar gewoon haar werk. Dat doen ze allemaal…. We lopen naar buiten. Ik probeer achter mensen aan te rijden die waarschijnlijk ook naar de koffietafel gaan. Tijdens het rijden slacht ik een mandarijntje. Bij een rotonde gaat het massaal mis. De helft gaat driekwart, de helft gaat rechtdoor. Ik weet niet welke helft de koffietafel-helft is. Ik zie in de verte een kerktorentje, gok dat dat het centrum is en schiet ook rechtdoor. Voor mij wordt driftig gebaard. Fout, draaien!! Recht voor me ontstaat een 180, een u-turn. Het kleine autootje voor me redt dat prima, klein draaicirkeltje. Dwars door elkaar heen staan we op de rijbaan. Ik geef ook maar gas, haal natuurlijk geen 180 met mijn pussywagon en beland in de berm. Ik sta vast in een enorme modderpoel. Volle kracht vooruit! De graspollen en modder vliegen over de rijbaan. Ik krijg de slappe lach en presteer het om uit het gras weer op de rotonde terecht te komen. Het mandarijntje vliegt op de grond, shit daar gaat mijn avondeten. Ik volg de sliert rouwenden. We arriveren bij de koffietafel. Ik hark uit beleefdheid een stuk vlaai naar binnen en ga er vandoor. Wat een mooie dag… en wat fijn dat ie voorbij is.

Laat de zon maar weer gaan schijnen Stuiterballetje! No more rain!

Categorieën: Algemeen

9 reacties

troubadour · 2 mei 2014 op 19:08

Wat een scheet ben je toch! Maar ook als ik mezelf beheers kan ik niet anders dan zeggen dat ik zo geweldig geniet van dit soort schrijverij! Je leert niets van mij Annabel, ik lig volkomen kritiekloos aan je voeten, en voel me happy..

pally · 2 mei 2014 op 22:07

Tja, ik kan er niet helemaal voor vallen, voor dit schrijven, zo jammer dat je zo weinig met de reacties doet, dat het lijkt of je ze niet leest. Ook hier weer, naar mijn gevoel te veel ruis, die er niet toe doet en waarmee je m.i. de essentie verdoezelt. Wat ik erg jammer vind, omdat je wel het schrijftalent hebt.
Ik mis trouwens in dit stuk die hele goede vriendin die haar moeder verloren heeft. Ze komt nauwelijks voor.
Afijn, ieder zijn smaak en manier van schrijven, natuurlijk…

    pally · 2 mei 2014 op 22:34

    Sorry, ik haalde je even door de war met Gitta. maar de manier van schrijven lijkt op elkaar… vanaf ik mis geldt het wel voor jou. :blush:

Nachtzuster · 2 mei 2014 op 22:08

Ik krijg een beetje tweeledig gevoel bij jouw column. Enerzijds vind ik hem lekker vlot met humor en spitse opmerkingen geschreven (die truc van de epilepsiepillen ga ik onthouden en ooit eens gebruiken!), anderzijds bekruipt mij het gevoel dat het wel erg over jou gaat en niet over de nabestaanden. De humor zit hem niet in de zelfspot, integendeel, maar in het neerhalen van een emotionele ceremonie. Dat is hetgene wat een beetje wringt. Denk ik

Anders · 2 mei 2014 op 22:39

Ik ben het quasi eens met nachtzuster: langs de ene kant is het een mooie column langs de andere kant is hij soms ronduit grof. Maar ik las het wel graag. Dubbel dus,….

Ferrara · 3 mei 2014 op 13:28

Het is hier al net als bij je column over het skiën, waarschijnlijk grappig bedoeld, maar de manier waarop je medewerkers wegzet komt op mij kleinerend over.
Dit hele, in wezen verdrietige, verhaal had wel wat subtieler gemogen. Hoef je niet met me eens te zijn hoor.

Mien · 5 mei 2014 op 09:00

Ik weet niet hoe je het voor elkaar krijgt, maar op een of andere manier heb je het talent om mij heel vaak te doen grinniken. Heel af en toe draaf je wellicht iets te ver door. Maar deze column kan dat hebben. Hij is scherp geschreven met de nodige ernst en humor. Je schrijft gedachten neer die anderen in een soortgelijke situatie pijnlijk trachten te verdringen. De liefde voor het maatje spreekt eruit. Leunen op de tijdelijke buurman. Treffend! :yes: [b][url=https://www.youtube.com/watch?v=wiZgVERl2jQ]Mooie titel(song)[/url][/b] die de lading van de column dekt. Kritiekpuntje: liever geen punt achter de titel.

Odette · 7 mei 2014 op 23:26

Sorry. Dood en moeders liggen op het ogenblik heel gevoelig bij mij. Je zult ongetwijfeld een goede, dikke connectie met stuiterballetje hebben die deze uitvaartscène rechtvaardigt, maar hij komt niet binnen bij mij. Sterker nog: hij stuitert er wat mij betreft ernstig uit.

Show. Don’t tell.

joyce23 · 8 mei 2014 op 12:19

Ik vind het een mooi verhaal Annabel, beschreven vanuit jou gevoel, en ik proef ook juist de onmacht die je voelt.
De komende minuten word ik finaal in elkaar gemept door Purple Rain :cute: mooi! En heel herkenbaar, hoe vaak huilen mensen niet op een crematie omdat ze overvallen worden door hun eigen verdriet of pijnlijke herinneringen en niet zozeer om de persoon waar de ceremonie of het lied voor bedoeld is……met alle respect uiteraard! Natuurlijk erg afhankelijk van de relatie die je met de overleden persoon had!
Uit jou verhaal blijkt heel duidelijk dat je mee leeft met je vriendin.
Het enige wat ik er uit gelaten zou hebben zijn de woorden vreten kreng, en sorry ouwe.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder