Beste lezers, ik ga de taal bestuderen waarmee ik u jarenlang achternagezeten heb. Nederlands dus. Ik verwacht er veel van, ondanks het briefje van de Hogeschool over mijn bankrekeningnummer. “Die is niet vermeldt op het inschrijvingsformulier”, stond erin. Ik wijt dit aan zenuwen. Je zult mij maar les moeten geven in Nederlands. Dat valt natuurlijk niet mee, ook al verloopt de procedure grotendeels via de PTT en het internet. Over enige tentamens zal ik begrijpen waarom u mijn praatjes voor lief nam. Voor het eerst in mijn leven ook zal ik begrijpen wat Johan Cruijff en Wim Kok voorspellen, twee grootheden die ik altijd klakkeloos volgde. Ik zal begrijpen waarom Nederland geen Europees kampioen is geworden en de Betuwelijn rendabel is. Wat een innerlijke rust zal dat geven. Het zal verder een dankbare taak zijn om alle fouten uit de columns 001 t/m 215 te halen. Er zal ook een herziene druk komen van “Taalstrijd”. Het boekwerkje wordt eens zo dun. En als een politicus iets inhoudelijks zegt zal ik uitroepen: “Mijn God, wat inhoudelijk!”
Dankzij een prachtig initiatief van de overheid is het nu voor iedereen mogelijk om te onthouden in welke landen de euro wordt ingevoerd. Lukt het u om ‘ding flof bips’ te onthouden, iets waartoe de overheid u wel degelijk in staat acht, dan bent u helemaal klaar voor het Europese wisselgeld.
Nog even en de straatmuzikant zegt beleefd “Ding flof bips” als u een kwartje in zijn gitaarhoes gooit. Betaalt u aan de kassa van de supermarkt met 100 gulden, dan zegt de caissière: “Ding flof bips, hebt u misschien één gulden vijfendertig?” en bij V&D hoort u de stem van de omroepster: “Ding flof bips, neemt u ook eens een kijkje in de koopjeskelder”. Ook mijn broer Gé is geweldig geholpen met de vondst van de overheid en beschouwt de ludieke afkorting als een verruiming van zijn blikveld. Hij schreef mij een e-mailtje, maar eens te meer bleek dat hij niet voor niets het probleemgeval van de familie is. Toch kunnen we vaak hartelijk om hem lachen. In dit geval denkt hij dat de eerste f van ‘flof’ de benedenwindse en de laatste f de bovenwindse Fiji-eilanden zijn. Laat hem maar, hij doet niemand kwaad.
Ik denk ook dat de overheid een gruwelijke inschattingsfout maakt. Lezers van bijvoorbeeld de Volkskrant en de NRC, zoals Melkert of Pronk, zullen geen moeite hebben om ‘ding flof bips’ in zich op te nemen, maar eenvoudige fabrieksarbeiders wel. Ook de gewone huisvrouw, die natuurlijk alleen maar reclameblaadjes leest, en dan voornamelijk de plaatjes, weet zich geen raad. Iedereen weet wat een ding is. Een flof wil er ook nog wel in. Denk bijvoorbeeld aan de flof op je muts of aan de zegswijze “hij viel met een flof op de sofa”. Maar velen weten niet hoe je bips schrijft en denken dat de tweede b van bibs voor Burundi staat. Of ze piekeren zich suf. Benemarken? Boorwegen? De meeste mensen van eenvoudige komaf weten ook niet waar de vakantiebestemming in de folder in werkelijkheid ligt, dus u begrijpt hoe problemen kunnen ontstaan. Zij stappen met heel veel euro’s op het vliegtuig naar Sucre, de hoofdstad van Bolivia met in hun achterhoofd dat twee b’s toch voldoende zekerheid moet geven voor zo’n avontuurlijke reisgidsreis.
Mijn probleem is van een heel andere orde. De etymologie van het woord ‘flof’ staat voor mij niet vast en ook de taaladviesdienst van het genootschap Onze Taal kan mij niet verder helpen. Maar nu durf ik er voor uit te komen. Ik doe er tenminste iets aan, ik laat mij door de overheid niet op achterstand zetten. Over een jaar of drie zal ik de HBO-studie Nederlands hebben afgerond. Ik zal u over naar schatting twaalf maanden deelgenoot maken van mijn verworven kennis aangaande het woord ‘flof’. Misschien is het wel een neutrum: “Geef mij het flof even aan als je wilt!”. Maakt u zich geen zorgen en gebruikt u voor de veiligheid het woord ‘flof’ tot nader order alleen in het meervoud: “Ik heb bij de groente- en fruitafdeling van de Albert Heijn de eerste floffen zien liggen”, of met het hoofdtelwoord “een”: “Een flof maakt nog geen zomer”.
U zult eens te meer beseffen dat het onder de vleugels van Vadertje Staat goed wegdoezelen is.

© Ed Driever


EdDriever

taal Taal is de belangrijkste sociale vaardigheid. Taal is de ultieme vorm van respect, taal is bewust en onbewust een gevaarlijk wapen, taal kan mensen maken of breken, taal is zacht en taal is keihard, taal is strelend en taal is kwetsend, taal is complimenteus en taal is schofferend. Taal is muziek, taal uitleggen is een feest. sociale vaardigheden Sociale vaardigheden zijn de omgangsvormen om zich in de maatschappij te kunnen handhaven. Thema's van het schoolvak 'sociale zelfredzaamheid' zijn beleefdheid, assertiviteit, respect vragen en geven, complimenten geven en erop reageren en een mening hebben en die verdedigen. Ed Driever Redigeren en schrijven, het ontwikkelen van taaltrainingen, tweedetaalverwerving, docent Nederlands in het voortgezet onderwijs; inspanningen van een taalbeschouwer om taal het respect te geven dat zij verdient.

2 reacties

Sheevasifa · 14 mei 2008 op 12:25

[quote]Denk bijvoorbeeld aan de flof op je muts of aan de zegswijze “hij viel met een flof op de sofa”.[/quote]
Misschien is het alleen mijn Utrechtse accent, maar volgens mij is het met een ‘plof’ neervallen op een sofa, waarbij plof dan weer duidt op het geluid dat dat proces maakt.
Verder, de achterhaaldheid van de column (inmiddels doen ook Slovenië, Cyprus en Malta mee met de euro) achterwege gelaten, leuk geschreven 🙂

Neuskleuter · 14 mei 2008 op 13:33

[quote]Denk bijvoorbeeld aan de flof op je muts of aan de zegswijze “hij viel met een flof op de sofa”.[/quote]
Ik moest op de een of andere manier aan de fonetische uitspraak van Daffy Duck denken bij deze zin 😀

Verder is het inderdaad zwaar achterhaald. Als je de S, C en M ergens erin had verwerkt, had het gekund. Want is het nu CDing Flofs Bimps, of Dings Flocs Bipsm? En hoe ga je dat uitleggen aan je broer? Of de arbeiders? Dát zou nog eens leuk zijn 😉

Geef een reactie

Avatar plaatshouder