Het lijkt alsof mijn maatje Henk zich constant in een dorre woestijn bevindt, naarstig op zoek naar een koele oase. Elk zandkorreltje heeft hij uitgebreid bekeken, soms zelfs betast, om het vervolgens af te keuren. Kleur, geur of smaak, altijd mankeert er wel iets aan. Dorstig smacht hij naar verkoeling. Door de jaren heen heeft hij al menig heuveltje beklommen, maar die vochtige bron lijkt niet binnen zijn bereik te komen. Op momenten dat ik zijn verhalen niet meer aan kan horen, werp ik me op als zijn persoonlijke coach. Zittend op een zandheuveltje wijs ik dan in de verte: “Kijk, daar! Dat is wel iets voor jou.” Zuchtend komt Henk steeds onverrichter zaken terug. “Het was weer een ‘fata komklara.’ Zuchtend strompelen we naar het volgende heuveltje om uiteindelijk weer teleurgesteld te worden.

Tegen de tijd dat we weer huiswaarts willen keren zie ik ineens een glimlach doorbreken op Henk’s gezicht. Zijn blik volgend zie ik dat zijn oog op een vrolijk korreltje is gevallen. “Gewoon zand, joh! Er zal zeker iets mis mee zijn,” probeer ik hem te ontmoedigen. Zijn glimlach lijkt vastgeplakt op zijn gezicht, terwijl hij rustig naar het korreltje toeloopt. Ze blinkt hem vrolijk tegemoet. Natuurlijk heeft Henk niet door dat dit de weerkaatsing van het zonlicht is. Haar licht zal gedoofd zijn op het moment dat hij haar mee naar huis genomen heeft.

Eerst zal ze genieten van zijn stromend water, maar uiteindelijk zal haar vochtbehoefte bevredigd zijn en zal ze terugverlangen naar haar oude bestaan. Henk is niet onder de indruk van mijn argumenten. “Ze is geen oase, ze is mijn zee, mijn oceaan. Nu ik Sandy heb is mijn droogte voorgoed verleden tijd.” Knipogend vervolgt hij: “Die van haar trouwens ook.” Sandy en hij laten mij in de verstikkende hitte achter om elkaar wat beter te leren kennen.

Thuisgekomen wacht ik tevergeefs op Henk’s relaas. Wekenlang hoor ik niets van hem. Uiteindelijk besluit ik hem op te zoeken. De woestijn lijkt onvindbaar. Op de plaats waar ik dacht hem aan te treffen staan nu vrolijke zonnebloemen. Ik worstel me er doorheen. Midden in de bloemenzee staat Henk te stralen. Zijn vocht heeft ook Sandy doen opbloeien. Ik begrijp er niets van. “Wat is er gebeurd?” vraag ik hem.

“Sandy was geen zandkorrel, Arta. Ze is het ontkiemde zaadje van mijn geluk.”

Categorieën: Diversen

Arta

Zijn. bewonderen, verwonderen, notuleren, opwaarderen; Het zijn zomaar wat steekwoorden, die voor mij onlosmakelijk zijn verbonden aan 'Schrijven'. *Overigens schrijf en reageer ik als arta natuurlijk op persoonlijke titel

6 reacties

lagarto · 16 juli 2007 op 19:14

Hey Arta,
Lekker warm en vaag verhaal. Ik blijf met vragen zitten, ook daar hou ik wel van. Aanhalingstekens zijn niet persé nodig, hebben ik net geleerd. Maar als je er mee opent moet je er ook mee sluiten. Na `fata komklara` ben je die vergeten; volgens mij. Ja sorry hoor, soms ben ik een echte `mierenverzorger`
Groeten Lagarto

jager · 16 juli 2007 op 19:57

Zeker een mooi verhaal.Leestekens lees ik trouwens nooit.

lisa-marie · 17 juli 2007 op 10:25

Mooi en humoristisch geschreven. 😀
‘fata komklara’ vind ik erg leuk gevonden. 😆
De laatste zin is sterk en geeft het geheel goed weer.

Li · 17 juli 2007 op 16:24

Mooi verhaal over hoe een zandkorreltje veranderde in een goudstukje.

Li

arta · 18 juli 2007 op 08:05

@ Lagarto: Inderdaad, en het is nog erger dan jij schreef: ik heb het sluitteken vergeten en ipv de aanhalingstekens het sluitteken gezet! :oeps: Tnx voor jouw opmerkzaamheid!
@ Jager,Lisa M en Li: Leuk, jullie hadden hem door! Bij het insturen was ik bang dat hij wat te cryptisch was, maar uit jullie reacties blijkt dat toch mee te vallen! Fijn!
Dank je wel voor jullie positieve reacties!
🙂

pepe · 30 juli 2007 op 11:43

Ben ik blij ik deze toch ook nog mag lezen.

Een zwoel zomers zandkorreltje, jouw woorden stralen van het scherm.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder