Dauwdruppels volgen de banen van de al bijna bruine bladeren die ooit eens een seizoen groen waren. Het is weer zover, het is weer tijd om te sterven te opnieuw geboren te worden als de lente weer daar is. Maar nu nog even niet. Ik volg de druppels die zich een weg banen langs de nerven van de bladeren en besef mij dat ik in de mist kijk die dit wonder veroorzaakt. Hoe kan dat nou. Is dat de cirkel van het leven? Op het sterrenmos waar ik om mij heen zit te kijken valt de stilte mij op. Het is nog vroeg. Zo vroeg dat ik zelfs de koeien en de haan nog niet gehoord heb. Maar die slapen zelfs nog. Het enige dat ik hoor is het gefladder van de nachtuil die een plekje zoekt om zich te verstoppen zodat hij vanavond weer op jacht kan gaan naar voedsel.

Als ik omhoog kijk naar een vage duistere hemel zie ik dat langzaam de dag opkomt en ook heel in de verte de contouren van de maan die haast doorschijnend lijkt. Het idee dat er ergens op dezelfde aarde nu de zon onbarmhartig schijnt en dat diezelfde maan voluit openstaat boven een ander continent is niet te bevatten. Tel de sterren en je stopt al bij tien zoveel zijn er. Die zijn niet te tellen. En ik zie in elke ster een verloren geliefde of liefde die ik aan Moeder Aarde terug heb moeten geven. Ik mocht hen alleen maar even lenen, om van te houden, om mee te lachen, om mee te huilen, kortom gewoon om mens mee te zijn. Nu zijn het in mijn hart de sterren die over mij waken. Zolang ik aan hen denk zijn zij nog bij mij en zolang ik hen als een ster zie zijn zij mij nog even lief als toen zij om mij heen leefden.

Diezelfde sterren die vannacht als een deken over mij hebben gewaakt vervagen nu in de daglicht dat zich nu door de duisternis drukt. In de verte hoor ik al vrachtverkeer. Het is gedaan met de stilte, gedaan met de ochtendmist. De dampen trekken al snel op als flauw de eerste zonnestralen zich een weg banen door een vaag wolkendek. Ik sta op en veeg mijn vochtige achterwerk af, loop langs het ruiterpad naar de verharde weg langs het bos. Alles is nog vochtig van de mist. De eerste koeien laten zich horen, de haan kraait zijn eerste noten gezellig mee.
Terwijl ik langzaam de vochtige dampen van de ochtend opsnuif besef ik dat een nieuwe dag weer wakker wordt. En ik? Ik was even alleen met een wakker wordende ochtend.

Categorieën: Algemeen

klapdoos

Gewoon een Amsterdamse vrouw die met een vrouw getrouwd is, ziek is, zodanig dat de neerwaartse spiraal steeds verder zakt. maar een kniesoor die daarop let. Ik lach graag, heb genoeg traantjes gelaten om mijn ziekte en nu is het tijd om via mijn nieuwe boek eens door te gaan met uit het leven te halen wat er te halen valt, zeker in een crisistijd is het de kunst om toch vrolijk te blijven. Mijn motto is dan ook: Een dag niet gelachen is zeker een dag niet geleefd.

2 reacties

Mien · 13 oktober 2008 op 13:44

[quote]En ik? Ik was even alleen met een wakker wordende ochtend.[/quote]

Goedemiddag … wat een mooie zinsnede!

Mien Reveille

doemaar88 · 14 oktober 2008 op 10:33

Mooie beschrijving van de omgeving, ik zie het helemaal voor me

Geef een reactie

Avatar plaatshouder