Embee (M.B.) zat met haar benen gekruist te wiebelen waardoor ons schoolbankje zachtjes tegen de lessenaar van Herr K. stootte. Dat deed ze al een tijdje en het begon me op mijn zenuwen te werken. ‘Jesus, wat doe je toch? Zit stil…’ zei ik. ‘Hou je bek man, ik kom bijna…’ Ik zag aan haar weggedraaide ogen dat ze het meende. Ze masturbeerde. We zaten vooraan in de klas. Duitse les. Mit, nach, bei, seit, von, zu, außer, aus… Embee en ik zaten vooraan in de klas. We waren om voor de hand liggende redenen naar voren gehaald en zaten direct aan de lessenaar van onze leraar duits, Herr Aloïs K. zodat hij ons met zijn kleine varkensoogjes goed in de gaten kon houden. Aloïs K. zag er uit als een mongooltje. Dit verzin ik niet. Compleet met bijpassend kapsel. – Waarom hebben mongooltjes altijd van die maffe kapsels? Ze zien er allemaal hetzelfde uit. Bloempot op hun kop en de tondeuse erlangs. Die mensen verdienen toch beter? Ik ken er slechts één die een totaal andere ‘schnitt’ heeft maar dat ligt meer in het gegeven dat hij bij tijd en wijle zelf de schaar ter hand neemt zonder gehinderd te worden door enige vakkennis of sexuele anders-geaardheid. Maar dit terzijde. – Embee kwam en Aloïs zag het.
Embee was mijn vriendin. Maar dan niet zo’n verkering-vriendin maar meer zo’n ouwejongenskrentenbrood-vriendin. Zo eentje om mee te keten. Niet dat ik het zelf nou persé zo wilde maar ze had nu eenmaal een vriend en die was nu eenmaal knapper, ouder, groter en sterker dan ik. Hans. Om je een beeld te geven: carnaval, ergens in de vorige eeuw. Hans hangt totaal laveloos van de drank, in zijn overall, bij de D.J. van onze stam-dicso tegen het muurtje. Wij zeiden toen bewust dicso in plaats van disco bij wijze van ontkenning c.q. protest tegen deze hersenloze baggermuziek. Hans hing dus tegen het muurtje. Zo’n muurtje met een lege-glazenrek om bierglazen in te zetten (die van ons waren doorgaans altijd rap leeg, vandaar dat ik het hier over een lege-glazenrek heb). Achter het muurtje zit de D.J. die zich interessanter probeert voor te doen dan hij is.
Iemand maakte een opmerking over het gegeven feit dat Hans er wat levenloos uit begon te zien. Embee besloot te checken of Hans nog leven in zich had. Ze ritste zijn overall open haalde zijn jongeheer eruit en begon aan dit toonbeeld van mannelijkheid te sjorren alsof hij eraf moest. Het bewijs was na een paar minuten wel geleverd. Hans rolde met zijn ogen trok een grimas maar verder gebeurde er niets. En hoewel deze non-prestatie niet echt iets was om trots op te zijn moet ik bekennen dat ik op dat moment graag in Hans’ benijdenswaardige schoenen had gestaan, zij het dan liever niet op een bomvolle dansvloer zoals hier het geval was.
Mij lijkt dat dit wel een beeld geeft hoe ver Embee kon gaan. Vooral tijdens de lessen van onze geliefde Herr Aloïs K. Niet dat zij tijdens de les aan iemands… nou ja. Het lijkt me duidelijk.
Maar Aloïs maakte er dan ook een potje van. Ik bedoel, als je puberende en hormonaal gestoorde puistenkoppen boeken laat lezen met titels als ‘Culpa patris aquis submersus’ (‘Durch Schuld des Vaters im Wasser versunken’) die bovendien in oud-duits zijn geschreven, dan vraag je er toch wel een beetje om. Niet dan? Nu zat het geile loeder dus gewoon een potje klaar te komen.
Ik gluurde vanonder mijn haren door over de rand van de lessenaar naar deze Schöpfung Gottes en zag dat rode vlekken vanuit zijn nek zich een weg baanden naar boven totdat zijn gezicht een zontomatige kleur had die volkomen vloekte met zijn doorgaans toch al totaal smakeloze kostuums. Maar wat kon deze Übermensch doen tegen deze entartette Kreaturen die zich hier gedroegen alsof zijn les een Romeinse lusthof was? Ik zag hem nog niet direct naar de rector hollen om zich te beklagen dat een van zijn leerlingen pal voor zijn neus zat te masturberen. Voor de rest van de klas bleef dit onderonsje (op dat moment) verborgen dus een woede-uitbarsting en ons de klas uit sleuren zat er ook niet echt in. Die fout had hij al eens gemaakt bij een meisje dat, naar onze bescheiden mening, zonder enige aanleiding de klas uit werd gestuurd. Dit leverde een klassiekaal protest op en aan het einde van het liedje mocht Herr Aloïs zich ten overstaan van de hele klas, de rector en het bewuste meisje verontschuldigen. Het was voor ons toen ‘sonnenklar’ dat de verstandhouding tussen Herr Aloïs en de rest van de leraren en staff ook niet echt een groot feest was. Carte blanche voor klas H2A dus.
Zo gebeurde het op een mooie zonnige namiddag dat Embee en ik weer eens met net iets anders bezig waren dan de duitse les. Om precies te zijn met elkaar. Nu gaat het komen zul je denken maar het was heel onschuldig. Embee had een flinke klont kauwgom in haar haren en ik probeerde de knoeiboel te verwijderen zonder haar te scalperen. Herr Aloïs constateerde hier een strafbaar feit, een duidelijk verstoring van de openbare rechtsorde en stormde met een snelheid die je, echt waar, niet voor mogelijk houdt op ons af en greep mij bij mijn haren met wellicht de intentie mij uit de schoolbank te sleuren en ergens anders neer te smijten. Maar ja, het blijft natuurlijk toch een leraar…
Hij kreeg het inderdaad voor elkaar mij enkele centimeters uit mijn bank omhoog te trekken (ik was in die tijd tenslotte een kilo of twintig lichter dan nu) maar vóór dat hij had kunnen bedenken welke richting hij mij op wilde slepen, greep ik in een reflex zijn stropdas en draaide deze in een fractie van een seconde een paar maatjes strakker waardoor zijn kleine varkensoogjes als stuiterballen uit zijn hoofd dreigden te ploppen. De woordenstroom die volgde moet in een oude Germaanse taal zijn geweest, ik kon er in ieder geval geen brood van bakken en ik besloot hem los te laten nadat ik hem rustig en duidelijk, in gewoon Nederlands, te verstaan had gegeven dat hij me nooit, maar dan ook nooit meer mocht aanraken. Het was natuurlijk ook niet waarschijnlijk dat daar ooit nog een gelegenheid voor zou komen want een incident als dit betekende natuurlijk ‘exit Viking’.
Gek genoeg heb ik mijn school gewoon afgemaakt. Niemand heeft ooit over het incident gerept. Het ging uiteraard als een lopend vuurtje door de school maar geen enkele docent, laat staan de rector of conrector heeft mij er ooit op aangesproken.
Jaren later kwam ik Herr Aloïs K. tegen tijdens de vijf-jaarlijkse reünie van onze school. Ik groette hem aan en vroeg of hij zich mij nog herinnerde. Hij had geen idee wie ik was.
Embee was er ook. Ze zag er nog steeds geweldig uit en ze was nog steeds net zo gestoord als toen.
5 reacties
Mosje · 13 maart 2004 op 17:01
[quote]Embee was er ook. Ze zag er nog steeds geweldig uit en ze was nog steeds net zo gestoord als toen.[/quote]en staat inmiddels bekend onder de naam Poppeduifje…
Oder irre ich mich? 🙂
viking · 13 maart 2004 op 17:36
Tut mir schrecklich leit Herr Mosje, ich muß Ihnen leider sehr entteuschen. Embee ist nach der Reunion aus meinem Leben verswunden…
Ich werde vielleicht noch mahl eine kleien Geschichte schreiben in welcher Art ich mich an Poppeduifje rangemacht habe…
Ma3anne · 13 maart 2004 op 18:41
En dat allemaal in Limburg???? 😮
[quote]Ich werde vielleicht noch mahl eine kleien Geschichte schreiben in welcher Art ich mich an Poppeduifje rangemacht habe…[/quote]
Vindt Puppentäubchen das wel gut? 😀
Mup · 13 maart 2004 op 19:16
Macht kein flaus mehr aus, wie es mit Herr K. geht.
Toll, deze column,
Groet Mup.
Kees Schilder · 14 maart 2004 op 22:13
Heerlijk weer.Echt genoten