Binnenkort vertrekken we weer massaal naar de sneeuw. Oostenrijk is nog immer een populaire bestemming. We boeken een gezellig familiehotel of appartement en geven ons over aan de vermaarde Oostenrijkse gezelligheid. Daar waar de semmelknödel en blutwurstgröstl het menu sieren en het bier rijkelijk vloeit daar is het feest. Oléhé, olé, oholé. Als echte vakantiegangers dompelen we ons onder in het feestgedruis en nemen het ervan. We hebben hard gewerkt en hebben een onbezorgde vakantie verdient. Het is vaak een week vol sportiviteit en ontspanning. Even uit de sleur. Na die week is het over en gaan we naar huis.
Goede herinneringen bewaren we vervolgens aan de hoteleigenaar onder wiens strenge doch vriendelijke toezicht de gemütlichkeit zich iedere avond ontwikkelde. Der Franz oder der Joseph. In eerste instantie zijn dat altijd wat nukkige mannen. Ergens achter in de zestig, begin zeventig en ogenschijnlijk gereserveerd tegenover het massale toerisme. In tweede instantie zijn het inderdaad conservatieve maar toch vooral ook aardige mannen. Net te jong voor een actief oorlogsverleden. Goede vader en goede echtgenoot. Zo ook der Joseph. Een man met een goed onderhouden snor en een enigszins verweerd gezicht die de indruk gaf het nodige te hebben meegemaakt. Hij had ook wat hoge wenkbrauwen waardoor het leek alsof hij zich continu verwonderde. Interessant. Mysterieus bijna, maar niet echt. Een wat teruggetrokken type. Niet heel spraakzaam, maar toch. Vooral een rustige, vriendelijke baas eigenlijk.
Iedere avond als het feest voorbij was stuurde hij de laatste gasten naar hun kamer. Gute nacht freunde. Hij sloot de deur. Het kon beginnen. Het feest van Joseph.
Joseph had zijn eigen feestzaal. Hij hield zijn feestjes in de kelder. Al jaren. Besloten feestjes. Alleen voor familie.
Afgelopen week was er weer een feestje. Nu was het feest voor dochter Fritzl en haar zes kinderen. Ontsnapt aan de feestjes van vader Joseph. Ontsnapt aan 24 jaar scheiding, opsluiting, onderdrukking en verkrachting in de kelder van hun huis. Na acht maanden in een kliniek te hebben doorgebracht mochten ze naar huis. Ze mochten naar huis.
Naar huis.
Hoe cynisch wil je het hebben?
4 reacties
Mien · 5 januari 2009 op 14:25
Aardig op oud nieuws en Wehmut ingespeeld.
Prefereer toch ietsje meer het cynisme van Asterix en de Helvetiers.
Mien Nicht Hochhimmeljauchzend
p.s.
Zelfstandige naamwoorden worden in de Duitse taal met HOOFDLETTERS geschreven.
Semmelknödel, Blutwurstgröstl , Freunde
SIMBA · 5 januari 2009 op 16:14
[quote] Na acht maanden in een kliniek te hebben doorgebracht mochten ze naar huis. Ze mochten naar huis. [/quote]
Jeetje…die zijn natuurlijk nog lang niet “genezen”, zou mama Frizl de nabehandeling doen. 😕
pally · 5 januari 2009 op 18:40
Ik hou wel van cynisme, Frank, maar hier werkt het bij mij niet. Misschien ligt het aan mij. Ik was dusdanig geschokt door dat verhaal dat het dit soort spot niet verdraagt, Het bijt elkaar, het eerste en laatste deel. Wellicht een persoonlijke visie.
groet van Pally
Neuskleuter · 6 januari 2009 op 12:56
Het geeft mooi weer hoe mensen tegen die Fritzl aankeken, voordat ze wisten dat hij nog een heel gezin in de kelder had zitten.
Die uitsmijter is daarbij heel goed: want wat noemen zij nog thuis? Ze zullen vast wel iets anders hebben geregeld, maar het lijkt me wel vreemd.
Naast de hoofdletters van Mien nog een klein puntje: ‘en hebben een onbezorgde vakantie verdient.’ Verdiend, natuurlijk 😉
Oh, en bij die titel dacht ik direct naar ‘op zoek naar Joseph,’ hoewel ik het programma nooit heb gezien. Misschien was er net iets anders mee te doen. Maar dat even terzijde.