Mabel Wisset Nit

Eerder…
‘Gut Klaas, wat heb jij toch veul vrinden en wat zijn ze allemaal groot en sterk en aanhankelijk. Oooh Klaas kijk nou, ze buigen allemaal veur je. Hemeltje lief kijk daer, het plebs likt het trotoir schoon, is dat veur ons? Mmmmmhh wat ooooopwiiindend…’ ‘…En wat heb je tuch veul ooto’s en euris, waer doe je dat allemaal van? Droks? Oooh medicijnen! Je zit in de pharmacy bussiness? In de sneeuwbussiness? Chinezen? Smek? Krek? Klaas, lieverd je spreekt nu toch echt in raadsels, ik raak confuus… ach wat kan het schelen niet waer, zolang iedereen de deur veur ons eupenhoudt en de pecunia’s blijven rollen hahahaha…’

‘Klaas, wat ik nou toch heur, er wordt beweerd dat jij een crimineel zou zijn, Klaas vertel mij, is dat waer? Klaas, geef antwoord, speel nu niet de vermoorde onschuld. Ik ben niet in the mood veur spelletjes. Waarom is je Armani bevlekt met confiture? Klaas sta op en praet tegen ons’.

Later…
‘Klaas Bruinsma? Neuijt van geheurt. Nu ja, oppervlakkig hebben wij elkaar wel eens gesproken maer verder kennen wij hem niet. Evenmin was onze relatie met Sacirbey anders dan euppervlakkig. Fraude? Was dat niet de naam van zijn Yorkshire Terrier? Soros? Enig hoedje heeft u op. Ja, moeten wij straks euk. Hoedjes bedoel ik. Ja, een meisje wil vooruit, nietwaer..?