Ik herinner mij een Surinaams kind dat ik eens als pedagoog had ondergebracht bij een pleeggezin.
Zijn moeder vond heroïne belangrijker dan haar kleine, die een miniatuur was van Mister T. Een grote hanenkam, weggeschoren haar aan de zijkanten, een mouwloos basketbal shirtje en een dikke gouden ketting om de nek. Een vriendin van zijn moeder stond met de kleine Mister T op de stoep bij jeugdzorg.
Moeder was sinds haar uitkering was gestopt al dagen onvindbaar. De vriendin had zich de eerste dagen over Mister T ontfermd. Maar de derde dag werd het haar teveel.
“Hij vraagt teveel aandacht, wil de hele dag spelletjes doen en stoeien. Ik heb niet om kinderen gevraagd, en nu zit ik er met een opgescheept”, zei ze met een typisch Surinaamse geïrriteerde blik.
De kleine Mister T keek haar sip aan. Kennelijk voelde hij nattigheid aankomen, omdat hij vaker elders achtergelaten werd.
Het was vrijdagmiddag 17.00 uur toen ze wegliep zonder achterkom te kijken en Mister T zich aan mijn been vastklampte.
“Ik wil met jou mee”, zei hij met een lach waarvan in het midden vier melktandjes ontbraken.
Ik voelde mijn hart breken en bedacht me dat dit jongetje niet zou misstaan in mijn Surinaamse familie en dat hij hierin zou kunnen opgroeien tot een evenwichtige, volwassen Mister T. Mijn plan viel in duigen. Mijn leidinggevende plaatste hem op een crisisplek waar gezocht werd naar een pleeggezin.
Drie weken later was er match. Twee personen, kwamen op kantoor voor de kennismaking. De ene had de nacht ervoor niet kunnen slapen en werd gerustgesteld door de andere, met de woorden, “alles komt goed, liefje.”
Mister T kwam de kamer binnen. Het stel vertelde in kindertaal wat pleegzorg inhield en daarna wat hun hobby’s waren. Beiden waren leerkracht en hadden parttime banen om zich te richten op hun andere twee pleegkinderen, waarvan de oudste bijna achttien zou worden. Mister T vroeg aan hen of ze slaan en hem ook alleen thuis zouden laten. Beiden schudden van nee. “Zijn jullie lief?”, was zijn laatste vraag. Ze knikten.
Nog steeds vraag ik me af hoe het Mister T vergaan is. We hebben destijds namelijk een grote fout gemaakt, we hebben over het hoofd gezien dat het blanke homo’s waren.

Categorieën: Actualiteiten

sergiobunsee

Pedagoog, coach, therapeut schrijft over Suriname, cultuur, pedagogiek en de mensch in al zijn vormen.

6 reacties

Jeroen · 23 maart 2013 op 17:56

Briljant! :yes:

SIMBA · 23 maart 2013 op 18:01

Geweldig!!! :dance:

arta · 24 maart 2013 op 11:52

Het duurde tot de eindzin om de rubriek te begrijpen!

Echt een goed verhaal, Sergio!

Harrie · 24 maart 2013 op 13:41

Liefde, samenzijn en verbondenheid, daar draait het om in ons korte leven. Niets meer en niets minder. Goede column. De laatste zin had in anders ingekleed. Groetjes, Harrie

Mosje · 24 maart 2013 op 14:46

Mooi, met plezier gelezen.

Dees · 25 maart 2013 op 09:36

He gelukkig, een actuele column die subtiel een dreun verkoopt. Erg goed!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder