Mooie meiden en bagage
Wanneer je wat meer senior bent, komt onwillekeurig ‘die goeie ouwe tijd’ regelmatiger terug in je gedachten. Was vroeger alles beter? Nee, zo erg is het nog niet met me gesteld.
Wel heb ik van die momenten, bij voorbeeld als de computer niet doet wat ik wil, dat ik terugdenk aan hoe het vroeger was. In die tijd liep ik met een geschreven conceptbrief naar een typekamer met veertig mooie meiden. Die waren daar voor alle typewerk van de onderneming. Ik keek er mijn ogen uit. Wat een plaatjes! En dan al die strakke truitjes! Reizen naar Barbados deed je nog niet. Die strakke giga-uitstulpingen kwamen dus nog niet van een plastische chirurg aan de overkant van de oceaan. Die waren echt.
Ja, als de nieuwste technieken mij in de steek laten, dan heb ik het steeds weer over die mooie meiden, die brieven in recordtempo bij me op tafel legden. Ik maakte zo veel concepten als ik maar kon. Soms zou ik willen dat de mooie meiden weer eens terugkwamen om mijn brief af te leveren.

Gisteren, eerste kerstdag, kwamen mijn eega ik in een tot de laatste stoel volgeladen vliegtuig, terug van een week verblijf in het Noorden van Europa. De meeste reizigers gingen op doorreis en met slechts dertien medereizigers wachtten wij bij de band op de komst van onze bagage.
Bij die bagagebanden hangen tegenwoordig prachtige TV-schermen om je tijdens het wachten even te vermaken. Men hoopt kennelijk dat je de tijd dan even vergeet. Een serie bobo’s en BN’ers nam er ruim de tijd voor om ons een fijn kerstfeest toe te wensen. Daartussendoor vertoonde men een film die uitgebreid liet zien hoe koffers razendsnel vanaf vliegtuig naar de bagageband in de hal worden getransporteerd. Bijna volledig automatisch, met een leger van robots en slechts een enkele mensenhand. En snel dat dit gaat!
Interessant, zeg. Ik heb de film wel zeven keer kunnen bekijken. Bijna drie kwartier na de landing kwamen er vijftien bagagestukken vanuit de ‘muil’ op de band tevoorschijn.

Inmiddels had ik natuurlijk allang gedacht aan die goede oude tijd, waarin sterke mannen op lorries over het terrein scheurden en soms zo snel werkten, dat de bagage al op de band lag zodra je de weg vanaf gate had afgelegd.
Waar is de tijd gebleven dat je vanuit de ruimte achter de band de remmen hoorde piepen, je de stemmen van de sterke mannen hoorde en je luisterde naar het bonken van koffers die op de band werden gesmeten?
Soms zou ik willen dat de sterke mannen weer eens terugkwamen om mijn koffer te af te leveren.

Ik liet mij verbaal niet onbetuigd, daar met mijn eega aan de band. Niet de koffers passeerden, maar de typemeiden en de mannetjes in lorries. Ik haalde geërgerd de oude stokpaardjes weer van stal en besloot met:
‘Weet je hoe ik dit nou zou doen?’

Ad rem luidde het antwoord:
‘Ja, met een mooie meid de koffer opzoeken’.

Categorieën: Actualiteiten

8 reacties

Yfs · 26 december 2012 op 12:33

Op zich een heel leuk verhaal, hoewel het wat korter en pittiger had gekund. Ik krijg ook de indruk dat je het zelf niet hebt gecontroleerd op slordigheidjes, want daar staan er behoorlijk wat van in.

‘De koffer induiken’ ipv ‘opzoeken’ zou denk ik een sterkere/leukere eindregel geweest zijn.
😉

Toch met plezier gelezen! 😀

arta · 27 december 2012 op 10:07

Ik hou van nostalgisch schrijfwerk, voor mij hoeft dat ook niet op hoog tempo geschreven te zijn, misschien zelfs juist niet…

Leuk geschreven, Schoevers!

Floris · 27 december 2012 op 12:55

Geachte heer Schoevers,
Ik open maar even op deze passende wijze aldaar bovenstaand epistel appelleert aan correcte gebruikswijzen en duigden van weleer.
Even serieus, het lukt me vrij goed te verplaatsen in de ‘hoofdpersoon’. Wat dat betreft lekker geschreven. Het vleugje zelfspot (voor de mopperende oudere) kan ik ook waarderen. Het stukje als geheel zou denk ik iets krachtiger kunnen. Wellicht door het wat compacter te maken. De mooie typdames en sterke koffertillers komen iets te vaak op dezelfde manier terug in mijn ogen. Aan de andere kant misschien juist iets meer (beeldend) uitwijden over de mooie typdames. Het onpersoonlijke van de kofferautomaat, …

Ferrara · 27 december 2012 op 15:20

Waren al die mooie meiden bij Schoevers opgeleid?

Meralixe · 27 december 2012 op 18:41

Die strakke giga-uitstulpingen kwamen dus nog niet van een plastische chirurg aan de overkant van de oceaan. Die waren echt.

Ik ben een in de zestiger die deze tijden meegemaakt heeft. Dus, mijn dank voor het nostalgische in uw column. U spreekt daar wel over de tijden dat er nog staal en allerlei andere opbouwende materialen gebruikt werden om het Marilyne Monroe effect te evenaren. Er waren natuurlijk uitzonderingen, natuurtalenten. 😆

schoevers · 30 december 2012 op 14:42

Uiteraard. Ik houd graag alles in eigen hand. 😆

schoevers · 30 december 2012 op 14:51

Wat mooi gezegd: natuurtalenten.
Je bent vast medestander bij het wat bloemrijker omschrijven van zaken.
(Zie eerste reactie van de lijst: ik bezig directe korteinderdaad geen ‘ff-taal’.
Dat is het verschil tussen ‘met een meid de koffer in’ en met een ‘mooie meid de koffer opzoeken’ 😆
Hulde dus ook voor ‘natuurtalenten’ en weg met ‘een bos hout voor de deur’. Brandhout!
Dank voor jouw leuke reactie.

Groeten,

Hans.

schoevers · 30 december 2012 op 14:53

Bedankt voor deze reactie, Arta.
Ik hoop dat deze columnsite niet gaat verworden tot een met sms-taal.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder