De heldere ochtendzon verwarmt door het raam heen behaaglijk mijn huid. Ik zit lekker op de bank, benen op het kleine koffietafeltje, tevreden pruttelende poes op schoot en een zondags-jazzmuziekje op de achtergrond. Alle feestdagen zijn achter de rug. Heerlijk.
Het zijn oprecht gezellige dagen geweest, ik kan niet anders zeggen, gemoedelijk, ontspannen en smakelijk. Toch voelt het elk jaar weer heerlijk licht en vrij als de laatste week van december voorbij is en een nieuw jaar aangebroken. Dit jaar ga ik, nu écht, mijn wijnconsumptie bijstellen, bovendien ga ik meer sporten, mijn hart nog vaker volgen en verder alles net even beter, handiger, efficiënter, minder of meer doen dan vorig jaar. Al die gemotiveerde plannen geven het euforische gevoel dat alles het komend jaar helemaal goed gaat komen. Vooral nu het nog voornemens zijn en er nog even geen doorzetting nodig is voelt dat erg lekker. Het ‘goedevoornemensjaar’ begint tenslotte pas op 2 januari of eigenlijk pas als de vakantie voorbij is. Dat is logisch.
We waren met een half dagje vertraging een week voor Kerstmis richting ons Alpenstudiootje vertrokken om samen met mijn ouders de feestdagen door te brengen. Omdat echtgenoot de vier nieuwe winterbanden voor zijn Peugeot net iets te laat besteld had, kwamen ze de ochtend dat we weg hadden willen rijden pas bij de garage aan. Gelukkig kon de monteur ze er wel meteen opzetten. Ondanks dit kleine onhandige oponthoud waren die banden dus nog vóór de Kerst geregeld en dat is voor mans doen heel redelijk ANWB-achtig op tijd. Ook dát moet gezegd worden. Om de dreigende mentale decembercrisis verder de baas te blijven had ik mijzelf elke vorm van keuzestress bespaard en zodoende alle mogelijke winterkleding, schoenen en jassen die ik kon vinden klakkeloos in tassen gepropt. Samen met de achtergebleven troep van dochter en nog een klein tasje van man en zoon was de auto, voor die paar weken vakantie, tot de nok toe vol gepakt.
Naast deze absurde hoeveelheid bagage hadden we dit keer ook twee katten met ieder hun eigen reismandje mee. Kat één, zo wisten wij, voelt zich het prettigst als haar mandje bedekt wordt met een zware plaid, zodat ze in haar eigen grot zit, afgezonderd van lawaai, enge vrachtwagens en voortrazende omgeving. De ander, zo ontdekten wij, nadat ze zich bijna tot bloedens toe door het afgesloten hekje had proberen te persen, zoons geruststellende hand met driftige nagels aan stukken had gereten en wij wanhopig op het punt stonden rechtsomkeert te maken, zat liever los in de auto. Toen haar gevangenschap eenmaal was opgeheven ging ze als een volleerde reispoes, geheel ontspannen op de brede armleuning tussen ons in liggen. Zo reden we uiteindelijk toch nog vol goede moed in vijf uur richting het Kerstgebeuren van de Vercors. Er was een week vol regen voorspeld.
De regen bleek mee te vallen en werd veelvuldig door zon en soms door sneeuw afgewisseld. Via zelfgemaakte snert, lieve cadeautjes en tragikomische gedichten op Kerstavond, het viergangendiner met hertenrollade op de eerste (en in Frankrijk enige) Kerstdag, naar de inmiddels traditionele oliebollen van mijn vader, ’s avonds gourmetten zoals iedereen, Claudia de Breij, bubbels, tranen en tien vuurpijlen tijdens de jaarwisseling, zijn we nu dus hier in het zonnetje op die bank beland. In het vacuüm tussen wat geweest is en intenties. Er hoeft even helemaal niks. Ik schenk mezelf, nu het nog kan, een ‘petit blanc’ in en zet de tijd even stil.
Vrede op aarde.
1 reactie
Mien · 1 februari 2020 op 23:45
Buiten het ‘vrede op aarde’ een prima column.