Parijs ligt in een kuil.
Het kleine hotel, op Place du Tertre, leunt al aardig tegen de Sacre Coeur aan. Een kuitenbijtertje. Op de zolderétage was nog een kamertje vrij. Met recht een zolderkamertje, het toilet was in een kast gebouwd en de toilettafel schampte bijna de twijfelaar.
Maar het was al laat, tijd om concessies te doen, ‘het is proper’, zuchtte ik maar. Ik had geen zin meer in pay-tv, allemaal sex, toch wonden de beelden mij op, in die ene seconde maar, voordat de voor mij ontoegankelijke beelden werden verwisseld met sneeuwstorm. Steeds opnieuw schakelde ik -naar en van- het sexblok om die ene seconde te stelen. Toen ik besefte dat ik, met gemak, drie keer te oud moest zijn voor dit soort gedrag, vermande ik me en werd beloond; ik sliep tot de volgende ochtend, zonder dat ik ook maar eenmaal de kast in of uit moest.
Het uitzicht dat de dakkapel mij bood, liep dwars door de zolderslaapkamer van een groot huis aan de overkant. Alsof hij op mij had gewacht beende een jonge man, in zijn blote kont, juist naar een raam en opende het.
Een gluurder voelde ik me niet, het is toch tegennatuurlijk om de ogen te moeten sluiten om hem niet te hoeven zien? En dat, op een moment dat iedereen ze open doet?
De jongeman leunde uit het raam en stak een Gitanes op, zijn eerste en dus zijn lekkerste, en inhaleerde diep.
Zelfs mijn longen liftten mee met de satisfactie, die hij thans moest ervaren.
Door zijn raam keken we beiden uit over de ambachtelijk gemaakte, zinken daken van Parijs.
Geenéén hetzelfde. De dag gloorde en in de verte kleurden de nevels oranje-rood.
Ik kon nog juist een hoekje waarnemen van het ledikant. Daarop rustte een stuk van een bevallig been, ongetwijfeld van zijn geliefde.
Haar voet bewoog af en toe een beetje, alsof ze een wandelingetje droomde.
Op slag werd ik jaloers, op de jongeman, op zijn jeugd en op zijn uitzicht.
Of is het melancholie geweest? Het was niet onprettig. Ik wendde me af, z’n sigaret was bijna op; hij hoefde me niet te zien.
Ik ben geen voyeur.
8 reacties
sylvia1 · 19 augustus 2010 op 17:31
Ontwaken in een piepklein zolderkamertje in Parijs, dat blote been en de steek van jaloezie die je voelt (of melancholie), dat vind ik sterk aan deze column. Toch blijft het ook een beetje vaag, ik mis het verband, een kop en staart, denk ik.
arta · 19 augustus 2010 op 17:43
Ik vind hem heel mooi. Door het stuk klein en dicht bij jezelf te houden komt de hele (bijzondere) situatie als vanzelfsprekend over: Mooi!
Anti · 19 augustus 2010 op 21:42
Echt erg mooi Libelle!!
pally · 19 augustus 2010 op 21:50
Op de een of andere manier tref je precies de juiste sfeer in dit stukje, Libelle! Ik verwacht hier geen plot, ontwikkeling of mening. Het is gewoon een heel fraai, wat groter ‘kleintje’.
groet van pally
Libelle · 20 augustus 2010 op 13:38
Fijn, overwegend goede reacties.
Ik trek mijn tuinbroek aan(met flubbertje)en ga tevreden aan de slag
LouisP · 20 augustus 2010 op 17:23
Libelle,
mooi mooi,
‘k ken ze, die hotelletjes daar…mooi treffend met die daken, Parijs ontwaakt..
Louis
Ma3anne · 21 augustus 2010 op 14:35
Ik lees dit stukje in zwart-wit-beelden. Het ademt de sfeer van een oude Franse film.
Prachtig!
Mien · 1 oktober 2010 op 09:35
Oui, oui, papa fume une pipe et mama fume papa.
Leuk om op CX weer een taalvoyeur te ontmoeten.
Mooie column.
Mien