Ze wiebelt een beetje van het ene been op het andere, wat van links naar rechts en terug. Ze is nog maar een kind van een jaar of zeven, veel ouder is ze niet, hooguit een maand of drie. De eerste dag van het zomersportkamp breekt aan.

Vluchtig en stil verlegen kijkt ze vanonder haar oogleden een beetje rond. Voorzichtig duwt ze haar klamme handje in de hand van haar oudere zus maar die rukt zich snel los en loopt naar haar vriendinnetjes van het vorige jaar. Daar staat ze dan, wiebelend en licht nerveus op de grasvlakte die ze zo goed kent. Het park dat in de achtertuin van haar ouderlijk huis ligt. Ze heeft er al zoveel tijd doorgebracht, ze ging er voetballen en heeft er al menig boomhut tegen een heel lage stam gebouwd. Maar vandaag is het anders, vandaag behoort ze tot de jongste groep, de ouderen hebben zelfs geen weet van haar bestaan.

De jeugdleiders roepen de leeftijden af en je dient bij je groep te gaan staan. Wanneer ze haar leeftijdscategorie hoort, sluit ze keurig bij de andere bakvisjes aan. Op deze eerste dag staat er atletiek op het programma. Elk kind wordt gevraagd z’n rugzakje te nemen en met een meute van dertig kinderen wandelen ze door het park via de vijver, richting Finse piste. Het rode rood doemt op, samen met de witte krijtlijnen. Ze zullen eerst verspringen en daarna wordt het hoog. Al snel blijkt ze de kleinste van de groep wanneer ze op een wirwarrig rijtje lopen. Maar ze is vastberaden om haar kleine mannetje te staan.

De zon schijnt hard vandaag, ze voelt de stralen op haar huid, en ze branden rood. Eindelijk is het haar beurt en mag ze in de spreekwoordelijke startblokken staan. Ze hoort het fluitsignaal en hop, hop, hop, op haar korte beentjes vliegt ze vooruit, ze loopt de longen uit het lijf en ze springt ver, net voor de witte lijn duwt ze af. Ze springt verder dan de grootste zevenjarige, hoewel ze er haar sterk van verdenkt om minstens acht te zijn. Applaus klinkt bij de ondertussen nieuwe vriendjes én de leiding. Wat is dit een mooie dag, ze voelt de kriebels stijgen en het angstzweet glijdt van haar af. Deze ochtend was ze nog zo nerveus en nu heeft ze vriendjes bij de vleet.

Na het hoogspringen, waar ze notabene ook de één na hoogste is, mogen ze aan het middagmaal. Boterhammetjes met choco en één glaasje cola of gele limonade uit een plastic bekertje. Joepie, straks is het tennis!

Ze krijgen les van een jongeman die zo uit de modeblaadjes stapt. Hij is groot, heeft weelderige lokken donkerbruin haar en hanteert de racket alsof hij de mooiste vrouw vasthoudt. Hij houdt haar strak bij de hals en slaat de ballen de juiste kant op, de overkant. Ze is slechts zeven maar ze weet wel dat ze plots heel graag goed wil spelen, ze wil opnieuw de beste zijn, het haantje de voorste, die kleine schattige meid met de deugenietenogen. Ze neemt eerst een geel balletje en tottert hem een beetje op en neer, de rode kiezeltjes deinen voorzichtig maar gelaten mee. De tennisleraar, die man met de krullen en de vaste grip, komt met haar een balletje slaan. Minstens twee keer van de tien, krijgt ze de bal over het net. En minstens de helft van die keren, kaatst hij de bal terug. Stiekem denkt ze dat hij misschien helemaal niet zo goed kan tennissen en net als zij een beetje doet alsof. Na de les zegt hij nog dat ze potentieel heeft maar hij zegt het dan met andere woorden, want een kind van zeven weet niets over potentie of een love of een set.

Vol plezier en met een aantal geplaatste slagen in het hart, gaat ze na die eerste dag een ijsje eten met haar nieuwe vriendjes. Ze neemt er eentje met drie bolletjes waarvan er minstens ééntje van het torentje valt.

Vandaag,…we spreken dertig jaar later,…speelt ze nog steeds. Soms doet ze nog een beetje aan tennis maar ze verkiest toch tikkertje verstop. Gisteren nog werd ze wakker en voelde iets naast haar, ze voelde een redelijk dikke buik en wat krullerige haren. Gisteren nog werd ze wakker en zag ze de tennisleraar, snurkend gelijk een voldaan varken lag hij naast haar. Dertig jaar later en ze voelt de grip nog om haar hals. Zij was zijn racket vannacht, en zij was ook het balletje, hij sloeg haar naar de overkant.

Categorieën: Liefde

10 reacties

Yfs · 7 februari 2015 op 10:03

Wat een deugd om jou weer op de voorpagina aan te treffen Anders, precies waar je hoort!

Door de vele toepasselijke verkleinwoordjes die je gebruikt is het heel mooi, onschuldig en vooral heel lief geschreven.

Dat zorgt er voor dat in de laatste alinea de verrassende metafoor naar volwassenheid ijzersterk uit de hoek komt.

Kortom, een echte Anders “original”!! Lief en wijs!!

:yes: :rose:

troubadour · 7 februari 2015 op 11:36

Als jij toch eens kinderboeken ging schrijven!
Ik zou ze lezen!

Mien · 8 februari 2015 op 13:36

Mooie column in een bijzonder lettertype. Past er prima bij. We want more. :yes:

Pierken · 8 februari 2015 op 15:01

Herkenbaar dat stoere volharden in alsof je iets heel goed kunt, maar ondertussen alle ballen het park uitslaat met bami-opschepslagen. Relativerend geschreven en graag gelezen sportdagbeleving door de ogen van het kind. Iets zegt me dat jij dat kind was/bent, Anders. Dat was dan mooi ruk van dat ijsje. Hier heb je een nieuwe met 7 bolletjes:
http://www.hallsley.com/2013/07/model-openingice-cream-social/

Overigens leuk nieuw woord: ‘totteren’.

Ferrara · 8 februari 2015 op 15:03

Prachtig vertelde herinnering waarin je naar een mooi slot werkt.

Nachtzuster · 8 februari 2015 op 15:12

Mooi Anders en heel fijn jou weer hier te treffen. Prachtige weergave van een kinderlijke sportdag.
Eén kleine kanttekening; je gebruikt heel veel het woordje ‘ze’. Indien afgewisseld met ‘het meisje’ of ‘zij’ had het (voor mij) nóg fijner lezen geweest. Nu niet meer zolang wegblijven, hè!
:-* :yes:

Dees · 8 februari 2015 op 15:37

Mooi geschreven. Ik lees /voel / proef in jouw stukjes ook vaak iets ontheemds of ontheemdends. Zelfs in een stukje met de meest aardse elementen. Maar waar dat hem in zit, dat weet ik niet precies. Het geeft je schrijven overigens een extra :yes:

Anders · 9 februari 2015 op 17:23

Bedankt voor de fijne reacties allemaal!
@troub: voor een kinderboek zou ik de laatste alinea best weglaten dan hé
@nachtzuster: je hebt overschot van gelijk, ik ga er de volgende keer op letten om wat variatie in ‘ze’ te brengen.
@pierken: ik wil zo’n ijsjeeeuh!!!

Esther · 11 februari 2015 op 12:22

Ik heb inmiddels ook wat stukjes gelezen van je in het Café. Een prachtige eigen stijl en haast feeëriek. Ik las het hier bovenstaande eerst en moest even wennen aan de stijl.

Gewend en prachtig gevonden.

Ik zie ook kinderboeken met mooie metaforen erin, ook zeer geschikt voor volwassenen. 🙂

Anders · 11 februari 2015 op 17:58

Dankjewel Esther, ik ben blij dat de stijl went.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder