De zure stank valt niet te ontlopen als je richting kleedkamer gaat. Er ligt nog een groot geurterrein braak. Braak. Iedere keer, op het stukje tussen receptie en kleedkamer passeren wij de ruimte waar de vechters hun ding doen. Iedere keer op dat stuk is er die reflex van de spijsverteringswegen die het laatst genuttigde eten terug lijken te sturen. Doorlopen is het parool. Snel doorlopen naar de kleedkamer zelf. Daar valt het mee. Even het hoofd schudden en de geur lijkt verdwenen. De airco doet zijn werk. Ook de spijsvertering krijgt de rust terug. Het zijn vooral de kickboksers en freefighters die de zo pregnante geur veroorzaken. Zij leven zich uit. Zweet spat alle kanten op en verspreidt de geur. Agressie ruikt. Agressie stinkt. De deur van de vechtruimte staat altijd open. Voor de frisse lucht denk ik.
Wij, de steppers en spinners houden ons voor dat we anders ruiken. Eigenlijk ruiken wij niet. Als we al ruiken dan is dat naar meer fatsoenlijk zweet. Het ordinaire zweet van de agressie past ons niet.
Het zijn de vechters die ruiken. Die jongens en meiden die in vaak glimmende outfit en met goed gevulde spieren een beetje meewarig kennis lijken te nemen van onze aanwezigheid. Wij zijn de spinners en de steppers. Als spinner en stepper hoor je er niet echt bij. Eigenlijk behoor je een beetje tot het nuffige deel van de sportschool. Een positie om te koesteren.
Dat denk ik in ieder geval. Dat soort gedachten spin ik een beetje voor me uit wanneer ik me door de instructeur door de heuvels en bergen laat leiden. Bergversnelling, tandje erbij. Waarschijnlijk denken die vechters er helemaal niet over na. Waarschijnlijk doen ze gewoon hun ding en doen wij ons ding. Ieder zijn ding. Geen andere of hogere motieven. Ik maak er gewoon deel van uit. Niks geen tegenstelling. Niks geen positie om te koesteren. Ik ga gewoon naar de sportschool. Gewoon omdat ik eh… Gewoon door eh…
Iets van tegen wil en dank, eh… Iets van het verval vertragen, denk ik . Iets van goed en gezond ook en eh… Omdat ik graag naar mooie mensen kijk.
We groeten elkaar vriendelijk.
De geur neem ik op de koop toe.
7 reacties
Dees · 22 januari 2009 op 17:01
Haha, een ex van ooit had het heel vaak over het kleedkamergevoel, maar ik begrijp nu pas dat hij de geur van zweet lekker in zich opsnoof en er nog van genoot ook.
Je kunt ook buiten sporten Frank, ook daar heb je soms mooie mensen 😉
Mosje · 22 januari 2009 op 17:07
Frank, ik groet je vriendelijk, de geur van deze column neem ik op het lezen toe.
doemaar88 · 22 januari 2009 op 17:12
Leuk en herkenbaar geschreven. Nu herinner ik mij ook weer waarom ik toch altijd zo’n bloedhekel heb aan die sportschool :hammer:
Genoeg mooie mensen buiten hoor, Frank! Probeer het eens zou ik zeggen 😆
Mien · 22 januari 2009 op 17:19
Ja het verschil tussen kracht en duur, fris en guur, lelijk en mooi is op een loopband niet te achterhalen. Stap eens van die fiets en snuif de midalgan tot diep in je neusvleugels en wordt gewaar wat er dan in je hoofd ontspruit.
Mooie column Frank.
Mien
Krasblog · 22 januari 2009 op 20:13
De volgende keer tijdens het groeten aan zo’n freefighter vragen of hij het is die de penetrante lucht verspreidt. En dan rennen, heel hard rennen, en vooral….. blijven rennen. Als of je leven er vanaf hangt, hetgeen ook het geval is. En dat drie keer per week.
Heel goed voor je conditie en mogelijk val je ervan af..
Had van mij wel iets langer gemogen. Gewoon even doorzweten achter die pc.
Leuk verhaal.
Krasblog
Asberg · 22 januari 2009 op 22:19
Leuk om te lezen, mooi naar vertwijfeling toegewerkt…
pally · 24 januari 2009 op 12:30
Ik vind dit goed, pittig en mooi geschreven met geen woord te veel, Frank. Daar hou ik van.
Wat betreft de sportschool; laat mij maar rustig in frisse lucht en natuur een paar keer per week over mijn dijkje ‘draffen’.En niks opbouwen of steeds langer. Gewoon dit.
groet van Pally