Het begon allemaal met een visnetje op de Camping van de Beekse Bergen in 1998, waarin mijn oudste zoon zijn eerste (weliswaar een dode) karper uit de visvijver schepte en daar trots de vouwwagen mee binnenstapte. Kijk eens wat ik gevangen heb mams. Ik schrok me kapot, maar zei dat ik het geweldig vond. Wat een vangst. Voorzichtig peilde ik of hij in de gaten had dat de vis morsdood was, dat had hij gelukkig en ik liet hem samen met mijn man het beest begraven achter de disselbak, voor belangstellenden, plek C117, direct achter het toiletgebouw.

De jaren verstreken, het netje maakte plaats voor een werphengel maar daar ving hij niets mee. Er volgde een periode in de zin van: mams, je moet nu even met me meegaan naar Hapert, want daar kan ik een complete karper uitrusting kopen voor 100 euro. Dan reden we vervolgens 50 km Brabant in, dan viel het toch tegen en keerden zonder iets te kopen naar huis. De ritjes vielen overigens nooit tegen, het was fijn om naast elkaar te zitten en te praten over alles wat maar in ons opkwam. Althans dat was de insteek maar omdat ik gebruik maakte van zijn opwinding over wellicht een betere swinger of een vette rodpod was dit de ultieme kans om meer te weten te komen over zijn meisjes. Dagelijks stonden er namelijk giechelende meiden aan de deur die vroegen of hij thuis was. dan riep hij altijd van boven dat hij weg was.

In 2007 was hij inmiddels een bijzonder goed uitgeruste karpervisser, met name een nachtvisser ( tent, stretcher, slaapzak en verklikker) en bracht ik hem in de namiddag naar zijn stek en haalde hem in de vroege ochtend op. Dit verliep maandenlang prima, totdat een buurvrouw me aansprak. Haar zoon ging steeds vaker mee vissen en ze maakte zich een beetje zorgen. Waarom gaan ze niet gewoon op stap op zaterdagavond? Zo vinden ze nooit een meisje. Meisjes willen geen jongens die vissen. Ik dacht mens, waar maak je je druk om, misschien willen ze helemaal geen meisje en ben blij dat ze niet dronken thuis komen.

Zondagmorgen, nog steeds 2007, erg vroeg in de ochtend. besloot ik om de hond wat eerder uit te laten dan normaal en meteen de jongens in te laden. Ik liep een rondje om het meer. Vanaf de overkant herkende ik zijn tentje, alles was in rust. We namen nog een zijpaadje maar een kwartiertje later riep ik Goedemorgen tegen een tentdoek.

Ik hoorde wat gemompel en het duurde even voordat de rits open ging en ik het gezicht van de buurjongen zag dat vervolgens langzaam naar beneden zakte omdat het hoofd van een blond meisje boven hem zichtbaar werd, dat zich voorstelde als Denise. Hoi mams, je bent erg vroeg, klonk het achter het tentzeil. Ik schrok me kapot, maar zei gewoon goedemorgen en bood aan om wat later terug te komen. Fijn mams, tot straks.

Ik vertelde aan de buurvrouw dat ze beet hadden en dat het geen vis was. Ze kreeg naderhand een bekeuring van 180 euro. 

Categorieën: Algemeen

Suus

Huis, tuin en keuken typiste. Meer een blogster dan columniste, schrijf graag over dagelijkse sores in Jip en Janneke taal. Regelmatig met een kat op mijn toetsenbord die hfgrts;s;saa;llal;kk sas typt.

5 reacties

Mien · 4 december 2018 op 07:11

Waar ik aan denk?
Viswijven … ?

    Suus · 5 december 2018 op 23:41

    Hahahaha, mag ik hem als titel gebruiken voor de toekomst?

Mien · 4 december 2018 op 17:46

Eerst uitloggen als RWIB, Rudolf.

Nummer 22 · 6 december 2018 op 07:28

Visboeren die vis boeten als haring met uitjes. Ik denk ook aan wijven die naar vis ruiken en Kaatje de Mosselvrouw uit Stavoren of waar dan ook vandaan. EEN camping bijvoorbeeld in Fruit de la Mere, Zoutelande, maar dit geheel terzijde. ‘ mams?’ Ja jongen, moet ik een condoom nu uitrollen, inslikken of opblazen? Nou jongen, probeer ’t uit, als je het maar veilig doet!.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder