Elke tree die ik hoger kom, verzwaart het lood in mijn schoenen. Nóg een trap en nóg één. Er lijkt geen einde aan te komen. In de top van de toren moeten we zijn. Onze begeleider gaat ons zwijgzaam voor. Zijn stilte zegt meer dan duizend woorden. Plots staan we voor een houten deur. Hij is beslagen met ijzer. Onze begeleider heeft twee sterke mannen nodig om hem te kunnen openen. Eenmaal binnen zien we waarom. De deur en muren zijn volledig versterkt met zware eikenhouten balken. Onwennig lopen we rond.

Vier traliehekken voor het enige raampje in de ruimte moeten er voor zorgen dat niemand kan ontsnappen. Niemand zal ontsnappen. De toren is tientallen meters hoog. Doordat de muren ruim één meter dik zijn dringt geen enkel zonnestraaltje ooit tot deze kamer door.

We zijn met twintig mensen in deze kleine benauwde ruimte. Onze begeleider vertelt dat het heel normaal is. Klagen is niet op zijn plaats. De in de muren gekraste boodschappen van onze voorgangers waarschuwen ons wat er gebeurt wanneer je dat wel doet.

Het stikhok. Vol angst wordt het woord uitgesproken. Iedereen kijkt naar boven, waar een ruimte, precies ter grootte van een stevige man, tegen het lage plafond gemaakt is. Als je lastig bent, wordt je daar in gewrongen. Heb je daarna nóg praatjes, dan wordt het kleine deurtje gesloten. De ruimte is luchtdicht.

Er staan geen stoelen, geen banken. Twee meubelstukken is de kamer rijk. Eén is een lange tafel in de vorm van een mens. De ketenen zijn uitnodigend geopend. Op de tafel zijn tien centimeter hoge dwarsbalkjes aangebracht. Het advies op de muren is: bekennen! Immers eenmaal op deze tafel plaatsgenomen, heb je weinig kans op overleven. Men slaat met een ijzeren staaf op het lichaam tussen de dwarsbalkjes. Je lichaam zal worden verbrijzeld.

Het tweede meubelstuk is een bank. Ook hieraan zijn ketenen bevestigd. De al dan niet ware waarheid wordt hier letterlijk uit je getrokken. Zelfs de meest vrome persoon geeft hier toe heiden te zijn, en zelfs de meest liefhebbende moeder vertelt op deze pijnbank haar kindje behekst te hebben.

Onze begeleider stelt ons voor de ruimte te verlaten. Een zucht van verlichting gaat door de kamer als de deur weer opengaat. Wij mogen weg. Wij wel. Honderden jaren geleden hebben vele schuldige en onschuldige mensen deze opluchting nooit mee mogen maken.

De martelkamer in de toren van het stadhuis in Delft. Nog helemaal in de originele staat. Ik bezocht hem dit jaar met de Open Monumentendag. Het gevoel ‘beklemmend’ heeft sindsdien een andere betekenis voor mij gekregen.

Categorieën: Diversen

Arta

Zijn. bewonderen, verwonderen, notuleren, opwaarderen; Het zijn zomaar wat steekwoorden, die voor mij onlosmakelijk zijn verbonden aan 'Schrijven'. *Overigens schrijf en reageer ik als arta natuurlijk op persoonlijke titel

16 reacties

Dees · 2 oktober 2007 op 17:07

Brr, ja, dat krijg ik zelfs al van je column, dat beklemmende gevoel. Op dat soort plaatsen blijft er ook altijd een residu achter van de vele mensen die daar hun bloed, zweet, tranen en laatste ademtochten hebben gestort. Al dan niet ingegeven door inleving.

Kende het stikhok nog niet en het is altijd leuk over iets te lezen dat onbekend is.

Wel blijf ik vinden dat je te snel op de rem stapt, ik denk dat jij je heel wat verder kunt inleven dan de nette bewoordingen waar je het toch weer bij laat. Je hebt duidelijk een fascinatie voor het heftige en donkere, maar het is net alsof je er ook niet helemaal aan durft te gaan staan.

Maar goed, dit soort commentaar heb ik al te vaak geleverd geloof ik en misschien sla ik de plank doodgewoon mis.

Groetjes,

Dees

SIMBA · 2 oktober 2007 op 17:22

Bah! Wat akelig, ik kan erg slecht tegen de martel verhalen van vroeger. Trouwens de hedendaagse martelpraktijken kan ik ook niet waarderen…daarom ben ik op mijn 18-de lid geworden van Amnesty International. Maar ik ben ervan overtuigd dat soort hokken er tegenwoordig ook nog zijn want sadisten blijven bestaan. Helaas.

pally · 2 oktober 2007 op 17:53

Je hebt de beklemming goed laten voelen, Arta!
Toch kan ik het ook met Dees eens zijn, dat je verder zou kunnen gaan, net over die grens, waardoor het minder gepolijst is en nog heftiger. Ik denk soms dat je de lezer spaart voor het al te zwarte. Maar het kan ook een rem zijn in jezelf, natuurlijk. Ik herken dat wel.
Even goed een mooie column die raakt,

groet van Pally

lisa-marie · 2 oktober 2007 op 18:27

De rillingen lopen over mijn rug, ik werd helemaal meegenomen in het geheel.
Hij is mooi en goed geschreven. 🙂

Li · 2 oktober 2007 op 19:28

Verstikkend, dat is het het!
Goed geschreven en altijd verrassend om door jouw ogen te kijken en aan jouw hand meegevoerd te worden.

Toch een tip zodat het nóg beter wordt.
Ik heb wat moeite met ‘onze begeleider’. Je haalt met die ‘benoeming’ in de eerste alinea al meteen het spannende gevoel weg. Een goede oefening is om in de huid van een slachtoffer te kruipen en haar/zijn angst en ontzetting te beschrijven.

Je kan de column afsluiten met de opluchting dat je ‘godzijdank’een bezoeker bent.

Li

pepe · 2 oktober 2007 op 20:58

Alsof ik er zelf bij was, brrrrrrr.

Weer heel knap geschreven.

WritersBlocq · 2 oktober 2007 op 21:41

Nog nooit eerder gedaan: eerst reageren en dan pas de anderen lezen.

Dit verhaal grijpt me naar m’n strot, benauwt, hhhhh…. uuuurghhhh.

Uiteraard heb ik ook nog wat te azijnzeiken:
[quote]Zijn stilte zegt meer dan duizend woorden.
[/quote]
Zó fantasieloos 😡
maar ik hou van je hoor, en van 99,9999% van je schrijvelarijen :kus:

vanlidt · 2 oktober 2007 op 22:17

Doe het bijna in mijn broek van angst. Er zit een meesterlijke perspectiefwisseling in dit verhaal.

KawaSutra · 2 oktober 2007 op 23:53

Uitstekend idee om ons van een dergelijk bezoekje getuige te laten zijn, ik kreeg het ook even benauwd. Volgende monumentendag ook maar eens een bezoekje brengen aan Delft denk ik.

Anne · 3 oktober 2007 op 11:07

Eens met Dees en Pally, en overigens ook met WB, voor wat betreft het cliche stilte en duizend woorden. Op de een of andere manier heb ik het gevoel dat je beter moet kijken. Dichter op de dingen gaan zitten. Langer blijven. Proberen voorbij de eerste voor de hand liggende observaties te geraken om terecht te kunnen komen bij waarom- waarom-waarom nou toch zo’n hok voor jou persoonlijk zo fascinerend is. Als dat lukt ben ik ervan overtuigd dat wat je erover schrijft anders wordt, dat er ongebruikelijke verbanden ontstaan die toch logisch worden, door jouw schrijven. De kwaliteiten die je als schrijver nu al hebt, bijvoorbeeld weten hoe je de lezer mee moet slepen onder andere door die perspectiefwisselingen die vanlidt al noemde, worden dan instrumenten om je verhaal vorm te geven, te verfijnen, en geen doelen op zich.
groet Anne

dj_Eddy · 3 oktober 2007 op 13:11

Ik hou heel erg van oude monumenten, dus dit is een column naar mijn hart!

DreamOn · 3 oktober 2007 op 14:07

IJzersterke column, Arta! En wat een inlevingsvermogen. Goed gedaan, liefs DO!

Mosje · 3 oktober 2007 op 16:12

Mooi stukje Arta.
Zit even te piekeren over het commentaar van de anderen. Wat zou er met het verhaaltje gebeuren als je de laatste alinea’s weglaat? Als je louter en alleen zou schrijven vanuit het perspectief van een middeleeuwer? Alsof jijzelf slachtoffer bent van het stikhok?
Die vrijheid heb je.

arta · 3 oktober 2007 op 18:25

[quote]Wel blijf ik vinden dat je te snel op de rem stapt, ik denk dat jij je heel wat verder kunt inleven dan de nette bewoordingen waar je het toch weer bij laat. Je hebt duidelijk een fascinatie voor het heftige en donkere, maar het is net alsof je er ook niet helemaal aan durft te gaan staan. [/quote]
[quote]Toch kan ik het ook met Dees eens zijn, dat je verder zou kunnen gaan, net over die grens, waardoor het minder gepolijst is en nog heftiger. Ik denk soms dat je de lezer spaart voor het al te zwarte. Maar het kan ook een rem zijn in jezelf, natuurlijk. Ik herken dat wel.[/quote][quote]Als dat lukt ben ik ervan overtuigd dat wat je erover schrijft anders wordt, dat er ongebruikelijke verbanden ontstaan die toch logisch worden, door jouw schrijven. [/quote]
@ Dees, Pally en Anne: Ik kan absoluut wat met jullie reacties. Ik denk dat Pally, wat dat betreft wel een punt heeft, wat betreft het ‘de lezers sparen’. Ik blijf er aan proberen te werken, en eens…ooit…[quote]Toch een tip zodat het nóg beter wordt. Ik heb wat moeite met ‘onze begeleider’. Je haalt met die ‘benoeming’ in de eerste alinea al meteen het spannende gevoel weg. Een goede oefening is om in de huid van een slachtoffer te kruipen en haar/zijn angst en ontzetting te beschrijven.
[/quote]
@ Li: Dat woord begeleider, daar heb ik dus heel lang over nagedacht en heb dit eigenlijk gekozen door gebrek aan beter :oeps: Dank je voor de tip, ik denk dat ik hem op deze manier nog maar eens ga herschrijven, mag ik hem dan pb sturen aan je?
[quote]Zijn stilte zegt meer dan duizend woorden: Zó fantasieloos [/quote]
Shit, WB, ik vond hem zelf zooo geniaal gevonden, hahaha! :kus:
[quote]Zit even te piekeren over het commentaar van de anderen. Wat zou er met het verhaaltje gebeuren als je de laatste alinea’s weglaat? Als je louter en alleen zou schrijven vanuit het perspectief van een middeleeuwer? Alsof jijzelf slachtoffer bent van het stikhok?[/quote]
@ Mosje: Op zich heb ik daar over zitten denken, maar eigenlijk heb ik dit ook een beetje als sluikreclame geschreven voor die kamer, omdat het zó indrukwekkend was…[quote]Volgende monumentendag ook maar eens een bezoekje brengen aan Delft denk ik.[/quote]
@ Kawa: Het kost je een uur wachttijd, maar het is absoluut de moeite waard.

Heel erg bedankt voor de overige reacties.
@ Eddy: Oude monumenten zijn idd geweldig, zo’n monumentendag is een feestje!

schoevers · 3 oktober 2007 op 20:23

Arta,

Ik heb niet gehuiverd en ben niet geschokt. Het was zo en in alle oude kastelen, gevangenissen etc vind je zoiets. Wel vond ik dat je het bezoek grandioos hebt beschreven. Het was alsof ik er bij was. Als ik dat zo lees, is de martelkamer in Delft wel een bezoek waard. In een rol als die van jou, uiteraard.

Siebe · 3 oktober 2007 op 21:44

Wat een leuke column en wat een aardige commentaren ook, jeetje zeg! Het stomme was dat ik in alle commentaren iets had van: ja, vind ik ook. Of: dacht ik ook. Of: moet ik onthouden. Of: die is handig. Je column sneeuwt er bijna een beetje van onder.

Schoevers heeft bijvoorbeeld ook weer gelijk. In een kasteel in Gent heb ik eens zo’n collectie oude martelwerktuigen bekeken. (Daarbij vergeleken is een column schrijven een peuleschil maar dat terzijde.) Wat Schoevers zegt bevestigt denk ik vervolgens weer enkele van de andere commentaren. Juist omdat het beelden zijn die iedereen min of meer wel kent of gezien heeft, zij het dan op andere manieren en van andere plaatsen, had je inderdaad wel iets verder mogen gaan. Ongeacht vanuit inleving of beschouwing.

Maar het is gewoon goed geschreven.

Gr.
S

Geef een reactie

Avatar plaatshouder