De kat komt binnen via de opengeschoven terrasdeuren. Meneer kijkt rond alsof hij de koning zelf is, gaat op zijn gemak midden op mijn pas aangeschafte tapijt liggen en begint misselijk makende braakgeluiden te maken. Voordat ik het beest bij kop en kont kan pakken om hem terug naar buiten Lees meer…
Hij pakt de schep en begint te graven. Hij heeft er weinig zin in, maar het moet gebeuren. De grond is bikkelhard door het te lang uitblijven van enige regen van betekenis. Het maakt het graven er niet echt makkelijker op. En dan die verstikkende hitte. Het is 30 graden Lees meer…
Elke ochtend zaten ze daar. Gewoon gezellig met z’n tweetjes een beetje over koetjes en kalfjes te koeren, balkonnetje onder poepen en, als ze in een baldadige bui waren, gingen ze eventjes andersom zitten, met de duivenpoeperd op de straat beneden hen gericht. Op zulke momenten leek het net alsof Lees meer…
Eén van de mensen draait zich om. Hij heeft een extreem groot, kaal hoofd. Als hij mij opmerkt opent hij zijn mond. Of zeg maar gerust muil. Hij gooit zijn hoofd in zijn nek, zijn muil gaat wagenwijd open en hij stoot een angstaanjagend gehuil uit. Het wezen huilt als Lees meer…
Ik zie het licht naderen. Nog even en ik kan mezelf opwarmen in een huis. En ben ik veilig voor ‘de huiler’ die de jacht op mij heeft geopend. Op enkele meters afstand van het licht stop ik abrupt. Mijn hoop op een veilig heenkomen verschrompelt. Het licht is niets Lees meer…
