Binnenkort vier ik mijn tienjarig jubileum. Het is niet aan mij te zien, maar ik beoefen een topsport. Elke dag van het afgelopen decennium heb ik getraind. Deze topsport heeft mij gekozen in april 2005, zich zelfs hardhandig opgedrongen. Één op de 1000 mensen in Nederland beoefent deze uitdagende sport, ongevraagd. Deze topsport vraagt vooral veel geduld en incasseringsvermogen. Nu ik mijzelf een veteraan met grote ervaringsdeskundigheid mag noemen, wil ik graag een tipje van de sluier oplichten. Er komt in april een groot feest, mits ik tegen die tijd nog voldoe aan de trainingsdoeleinden. Ik moet dan zeker wel in het middelpunt van de belangstelling kunnen ‘staan’. Zitten geeft een heel ander perspectief.

Een van de obstakels die ik tijdens de trainingen steeds tegenkom is die verdomde vermoeidheid. Want ik ben erg snel verschrikkelijk moe. Andere topsporters zijn met stokken, rolstoelen en beenbeugels soms nog fitter dan ik ben. Alhoewel ik blij ben tot nu toe niet met hupmiddelen te hoeven sporten. Er is totaal niks aan mij te zien. Het zit aan de binnenkant. Soms zie ik mijn trainingsbaan niet goed en loop per ongeluk scheef omdat ik slechter zie met één oog. Een bril of lenzen hebben geen zin. Al trainend komt er een uitdaging bij. Mijn ledematen staan onder stroomspanning, het tintelt en steekt. Dan schreeuwen mijn zenuwen het uit. Soms haal ik die dag de eindstreep niet. Doordat ik zoveel trainen moest, ook al tijdens mijn studie, ontving ik mijn diploma een paar jaartjes later. Vaak vragen mensen aan mij of ik wel een baan heb. Of kinderen. Een partner? Dan tenminste toch wel een hond? Nee. Het beoefenen van deze topsport slokt bijna al mijn energie op. Ik ben vaak erg eenzaam in mijn topsportlijf.

Deze sport is zeker niet zonder bijkomende gezondheidsrisico’s, al is dood neervallen uitgesloten. Tenzij het is van een of andere bijwerking van een medicijn om de internationale topsporters van mijn kaliber te ondersteunen bij hun levenslange training. Maar om mee te kunnen draaien in deze topsport is een beetje spreekwoordelijke doping onmisbaar. Soms ben ik bang dat ik die eindeloze wedstrijd niet uit kan lopen en halverwege op wielen verder moet. Of dat ik de eindstreep passeer en het juichende publiek niet kan zien. Of al helemaal erg, dat ik verlamd in een bed naast de wedstrijdbaan de wind op mijn gezicht niet eens meer voel van de andere passerende topsporters en mijn stem gevangen blijft in mijn hoofd als ik de anderen wil toejuichen. Maar het naarste aspect van deze sport is dat ik er nooit meer mee kan stoppen. Om het vol te houden plan ik maar één training vooruit. Ik heb een enorm gevecht geleverd tegen deze topsport die zich als een parasiet aan me vastklampt. Het voelde tot voor kort als een vijand.

Zoals bij veel topsporten is het ‘nu’ beleven een goed uitgangspunt. Maar dat lukte me niet direct. Zorgen, depressies en uitspattingen voerden mij weg van het ‘nu’. De demonen die jaren en jaren door mijn leven spookten heb ik uiteindelijk met zachte hand een plaats gegeven. Eerder beet, sloeg en gromde ik ernaar. Maar dat verzandde steeds weer in een gevecht dat uit de hand liep. Ik vergat dat de vijand in mijn lichaam huisde en ik mijzelf beet en sloeg. En dan was ik al doodmoe voordat de echte training van die dag begon. Toen leerde ik stap voor stap accepteren dat de vijand ook een deel van mij is, elke dag en elk moment. Het mocht er zijn, omdat het er is. Het leek eerst op een onuitgenodigde trainer die mij hardhandig de grond in boorde, boot-camp-style. Naarmate de training verstrijkt blijkt deze ’trainer’ ook een positieve bijdrage te geven. Ik leer veel van deze trainer. Vaak doet hij me pijn of maakt mij heel moe. Soms deelt hij klappen uit waardoor ik niet mijn hele lichaam meer voel. Maar vaak genoeg fluistert de trainer mij verrijkende dingen in het oor. Over het mooie gebaar, het goede van mensen. Over niet te moeten, maar te willen. Over bewuste keuzen, genot van het hier en nu, klein maar fijn. Over dat angst er mag zijn, dat ik er mag zijn. En de trainer ook, die heeft een levenslang contract. Hij hoort nu bij het sportmanagement. Op naar de volgende wedstrijd!

Categorieën: Gezondheidszorg

evil-ine

Columns persen zich zo af en toe uit mijn hoofd, het is dan alsof mijn vingers een eigen leven leiden. Ik hou van schrijven recht uit mijn hart. Het is inspirerend om andermans werken te lezen. Ik hoop dan ook op mijn beurt iets toe te voegen. Wat mij doorgaans inspireert: oude thrashmetal, een goed boek van o.a. Bernlef, Sara Kroos, Dimitri Verhulst, stilte, mensen en hun verschrikkelijke menselijkheden en alle mooie pure dingen van het leven.

25 reacties

Dees · 23 oktober 2014 op 12:27

Je hebt al een paar keer door laten schemeren dat er iets is. Reuma komt in me op, maar geen idee. Het stukje is imo wat minder geschreven, omdat je veel vertelt en het omfloerst houdt. Maar het komt ook wel weer wel binnen, omdat ik je van hier een beetje ken en de pijn, moeite en vechtlust kan lezen. En dapperheid. Dus toch een dikke :yes:

Meralixe · 23 oktober 2014 op 12:41

Geheimzinnig tot de laatste regel, tot het laatste punt. Daardoor is het van uit het standpunt ‘column’ wel wat minder. Tuurlijk blijft er het luisterend oor en de waardering voor de ‘mens’ achter dit schrijven.
Hier zie, van uit Vlaanderen een :rose: en een :yes:

evil-ine · 23 oktober 2014 op 12:47

Dit is een stuk wat ik meerdere malen heb herschreven, kon de goede vorm niet vinden. Het blijft een heel moeilijk iets om dit in column-style neer te schrijven. Het heeft me in ieder geval goed gedaan om er op deze manier mee bezig te zijn, humor is een sterk medicijn. Maar ik ben er nog lang niet.

@dees: ik snap wat je bedoelt. Ik probeerde het tegelijkertijd persoonlijk en algemeen te houden, er zijn veel chronische ziekten die hetzelfde gevoel kunnen geven. Ik wil later wel uitleggen wat er precies is, als er wat dagen voorbij zijn. Dan kunnen mensen het verhaal met een open blik lezen. Bedankt voor je duimpje.

@Meralixe: :-)) dat doet me dan weer erg goed!

Janina · 23 oktober 2014 op 16:17

Intrigerend! :yes:
Risico is wel dat er nu een discussie gaat ontstaan over wat je zou kunnen hebben :shy: (ik dacht aan MS toen ik het las).

trawant · 23 oktober 2014 op 16:51

Je snapt dat ik niets af wil doen aan de persoonlijke strijd, die je hier neerzet.
Maar wat het qua column af had kunnen maken was het benoemen van de sport in de laatste regels.
Het is een bekende wet in de schrijverij dat als je ergens een ballon
opblaast je die ook in de loop van je verhaal moet laten knappen.
Spanning die je opbouwt moet ontladen.
Nu suggereer je van alles, trek je ons als lezer mee maar ontsnap je aan het eind door de achterdeur.

Ferrara · 23 oktober 2014 op 17:30

Juist door het geheimzinnige is het moeilijk je stuk met open blik te lezen. De vragen die opkomen leiden af.
Ook ik heb een diagnose gesteld, die je zelf blijkbaar nog niet wilt/kunt noemen. Je bent een dappere knokker.

pally · 23 oktober 2014 op 18:05

Ik ben het in grote lijnen eens met de reactie van trawant. En probeer nu zelf niet een diagnose te raden. Het zal zeker iets ernstigs/moeilijks zijn.
Sterkte.
De voorzichtige en respectvolle reacties maken mij een beetje trots op CX!

Mien · 23 oktober 2014 op 18:10

Ik vind het juist sterk om de topsport niet te benoemen. Het biedt ruimte voor interpretatie. Topsport zien als de hoogste sport bereiken, maar die net niet bereiken. Iets wat veel topsporters overkomt. De heren doktoren zijn het waarschijnlijk ook nog niet eens. Hoe zullen we deze topsport nu eens noemen? Er mee leven, met topsport, dat is al een uitdaging. Graag gelezen, goed uiteen gezet. En wat betreft de spanning. Die zit nog steeds in het lijf. Niet dat dat het beoogde doel is, mag ik aannemen? Er is geen enkele wetmatigheid die daarover rept.

troubadour · 23 oktober 2014 op 18:27

Eens met trawant! Zo tactisch en piëteitsvol als hij kan ik het niet zeggen. Ik voel me afgevoerd via de nooduitgang..

evil-ine · 23 oktober 2014 op 19:00

Voorzichtig en toch eerlijk. Grote dank daarvoor iedereen. Hetgeen ik zie is een meningsverschil tussen wel of niet uitleg geven over de sport. Ik heb niet bedoeld om mensen het gevoel te geven via de achterdeur naar buiten te loodsen. Iets te doorgeschoten in het metafoor waardoor veel lezers vraagtekens hebben.

Maar wat iedere columnist bereiken wil; navolgbaar zijn met een behapbare opbouw. Ik ben iets te vaag gebleven. Waardoor ik wat te ver van de lezer schijn te blijven hier en daar.

MS was goed geraden Janina.

En pally, helemaal mee eens, voorzichtig en met respect. Daar mogen jullie en cx samen trots op zijn. Dat vind ik een van de fijnste dingen hier :-*

    Mien · 24 oktober 2014 op 08:25

    Je hoeft als schrijver niet bij mij op schoot te komen zitten hoor. Eens voor wat betreft het respectvol omgaan met elkaar op CX. Voorzichtig hoeft niet altijd. Het is en blijft een columnsite. Daarop mag ook met scherp geschoten worden. Anders komen we geen steek verder met elkaar … 😉

      troubadour · 24 oktober 2014 op 08:38

      Goh! het zal niet vaak voorkomen, maar nu ben ik het toch met je eens.

      pally · 24 oktober 2014 op 12:18

      Ja, maar wel met respect, inderdaad. Voorzichtigheid is soms nodig bij ernstige persoonlijke dingen. Heeft niks met soft zijn of op schoot zitten te maken, m.i. Mien.
      Scheldkanonnades, zoals op sommige sites hebbben nog nooit iemand verder gebracht.
      Kritisch zijn is wat anders, dat is zeker prima. Alleen kan bij uitzondering de inhoud daar niet om vragen.

        Mien · 24 oktober 2014 op 12:29

        Ik heb nergens gesproken over soft zijn of over scheldkanonnades. Kritisch zijn is altijd goed. Bij voorkeur positief kritisch. 😉

        evil-ine · 24 oktober 2014 op 12:32

        Vind ik ook. Ik heb niet het gevoel bij iemand op schoot te kruipen. Recht door zee levert meer op. En ook met respect inderdaad, Pally!

          Mien · 24 oktober 2014 op 12:40

          Het wordt nu wel allemaal erg opgeblazen. Voor de duidelijkheid, ik refereerde met ‘op schoot kruipen’ aan ‘Waardoor ik wat te ver van de lezer schijn te blijven hier en daar.’ Ik dacht dat dat wel duidelijk was.

    Dees · 24 oktober 2014 op 11:05

    Topsport indeed evil lady! Lijkt me ook moeilijk om over te schrijven als het dichtbij huis is. Of in huis, eigenlijk. Verder, zonder over je heen te willen druipen, je bent nog dapperder dan ik dacht.

    Enne, keep writing!

      evil-ine · 24 oktober 2014 op 12:34

      😎 zoals geschreven heb ik een veteraan-gevoel, ik weet niet beter. Eindelijk kan ik er ook wat positiefs mee. Bedankt i.i.g.!

evil-ine · 24 oktober 2014 op 12:44

@ Mien; nu begrijp ik pas wat je bedoelt. De eigenheid van de schrijver moet niet teveel beinvloed worden door de verwachtingen en meningen van de lezer.

    Mien · 24 oktober 2014 op 12:58

    Naast het plezier hebben aan schrijven vind ik dat inderdaad een belangrijk goed voor een schrijver. Eigenheid. Wat niet wil zeggen dat je helemaal geen rekening mag / moet houden met de lezer. Maar dat doe je als schrijver al onbewust min of meer. Als schrijver ben je namelijk meteen ook een van je eigen lezers.

      troubadour · 24 oktober 2014 op 14:29

      Ik wil de discussie niet langer maken, maar ik vind dat niet genoeg Mien! De lezer is nu eenmaal niet zo goed geïnformeerd.

        Mien · 24 oktober 2014 op 16:39

        Ik vrees dat je te veel vast hangt aan de lezer, troub, jouw valkuil, denk ik.

De Redactie · 24 oktober 2014 op 20:43

Laten we het weer hebben over de inhoud van deze column Topsport.
Voor de andere gesprekken hebben we het café uitgevonden.

    Mien · 24 oktober 2014 op 22:53

    Vreemde reactie van de Redactie. Het gaat hier toch om de inhoud? Hoe je schrijft en hoe je de lezer daarin betrekt? Het wordt zelfs onderschreven door de schrijfster van deze column. Mag een column geen aanleiding meer zijn voor een discussie? Dat heb ik toch wel anders ervaren de afgelopen 10 jaar. Maar als het de Redactie blieft zal ik er wel een CX-topic over openen. Wordt vervolgd.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder