Het is midden in de nacht en de telefoon gaat. Niemand belt ’s nachts, tenzij je slecht nieuws hebt. Met een brok in mijn keel neem ik de telefoon op. “Hallo?” Het is mijn oma. “Ik voel me niet goed, volgens mij krijg ik een hartaanval, wil je asjeblieft snel komen?” Ik schiet in mijn spijkerbroek, trek snel een trui aan en sprint, ondertussen mijn schoenen aantrekkend, naar mijn auto. Ik overschrijd alle snelheidslimieten als ik door de straten race. Mijn oma verschijnt in mijn gedachten. Haar prachtige leven. Ze is al 89, maar ze kan alles nog zelf. De laatste tijd is ze wel veel in de war, dat wel. Ze vergeet veel dingen. Mijn nichtje bleef een keer bij haar logeren, toen ze gewoon vergeten was om eten te koken. En mijn lieve nichtje durfde er niets over te zeggen, dat meisje is pas 4. Onverantwoord inderdaad. Maar ze heeft zo’n groot hart. Zo’n warme, oude vrouw. Altijd kon ik bij haar terecht en nu belde zij mij. Midden in de nacht. Ik spring uit mijn auto en ren haar kleine huisje in, waar ze nog helemaal zelfstandig woont. Niet voor lang meer, want ze staat bijna bovenaan de wachtlijst voor het verzorgingstehuis. Tot die tijd zorgen wij, de familie, voor haar.
Ze zit op de stoel, voorover gezakt. “Oma?” Ze kijkt op. “Ik heb nog steeds die hartkloppingen.” Ik vraag haar of ik een ambulance moet bellen, maar dat is niet nodig zegt ze. “Wil je me naar de Eerste Hulp brengen?” vraagt ze. Ze strompelt naar mijn auto en ik moet haar gordel vastdoen, ze vergeet zelfs haar deur te sluiten.
Ik neem haar mee naar de Eerste Hulp van het ziekenhuis, waar de wachtkamer zelfs midden in de nacht vol zit. Ze kijkt rustig voor zich uit. Ik vraag haar hoe het gaat, maar ze hoort me niet. Zo zitten we een tijdje te wachten. Stil en rustig. De andere mensen in de wachtkamer kijken naar elkaar, zich afvragend wat de ander mankeert.
Plotseling kijkt mijn oma me aan. “Wat is het hier druk hè?” Ik knik moeizaam. “Wat doen al die mensen hier?” “Die komen ook voor de dokter, net als u.” Ze kijkt me vragend aan. “De dokter? Waarom moet ik naar de dokter?” “U had hartkloppingen, daarom heeft u mij gebeld.” Ze kijkt verbaasd voor zich uit.
De dokter roept ons binnen, controleert haar hartslag en bloeddruk. Alles is goed, er was niets aan de hand. “Ik had helemaal nergens last van, Chantal. Je hebt me voor niets uit bed gehaald en hierheen gebracht. Dat moet je niet meer doen, hoor! Je hebt me laten schrikken.” Ik herinner me nog hoe ze vroeger was. Helder, geestig zelfs. Ze had humor. Nu is ze slechts een schim van wie ze was. De tranen rollen over mijn wangen. “Sorry oma, het spijt me.”
12 reacties
DriekOplopers · 21 november 2005 op 07:36
Heel erg mooi gedaan. Ontroerend. Je column raakt me diep in mijn hart.
Hulde.
Driek
wendy77 · 21 november 2005 op 08:41
Vind ik ook Chantal. Erg mooi en ontroerend geschreven.
Geertje · 21 november 2005 op 09:30
‘Mooie’dimensie heb je gegeven aan verliezen. Stemt ook droevig.
Dees · 21 november 2005 op 10:26
Gevoelig geschreven.
Eddy Kielema · 21 november 2005 op 11:03
Mooie en tegelijk aangrijpende column, Chantal!
Troy · 21 november 2005 op 14:53
De vervreemding is zeer treffend beschreven. Mooie column.
Li · 21 november 2005 op 14:59
Ik ben er stil van.
Li
Outsider · 21 november 2005 op 15:02
Mooie column.
Gelukkig is het mijn ouders bespaard gebleven, maar dementie kwam in mijn familie wel voor. Zo had ik bijvoorbeeld een oom die iedereen vertelde dat hij steeds overstroming in huis had. Wat bleek? Hij piste steeds naast de wc-pot.
KingArthur · 21 november 2005 op 15:57
De ouderdom komt met gebreken. Frustrerend voor persoon in kwestie én omgeving wanneer het geheugen iemand in de steek laat. Goed geschreven.
bert · 21 november 2005 op 23:56
Fantastisch mooi dat je er altijd wilt zijn voor je oma. Blijf dat doen zo lang je dit nog voor haar kunt doen.
Heel goed beschreven,de zorg voor om en met je oma.
Ma3anne · 22 november 2005 op 14:06
Aandoenlijk en bizar. Uit het leven gegrepen.
melady · 23 november 2005 op 01:08
Een column die je niet vergeet.
Mooi en triest.