Voor alle Rinussen

Flits, knal en duister: het peertje in ons toilet heeft de geest gegeven. De laatste druppels laat ik nog op routine in de pot vallen, trek mijn broek omhoog en voeg mij weer bij mijn collega’s. Een klein euvel zult u denken en u heeft waarachtig gelijk. Maar toch, het pitje moet vervangen worden voordat collega’s met volle blaas maar minder talent op de tast hun geweer presenteren. Vroeger was het vervangen van zo’n pitje een peulenschil. Een peulenschil voor Rooie Rinus, onze klusjesman. Rinus strooide zout wanneer het ijzelde, plakte in ruil voor een pakje zware onze fietsbanden en verving kapotte peertjes. Goed, hij vloekte als een bouwvakker, maar de volgende toiletbezoeker kon blindelings vertrouwen op helder zicht. Dat deze desondanks nog zijn target miste, kon onmogelijk op het conto van de arme Rinus worden geschreven.

Maar tijden zijn veranderd. De inmiddels gepensioneerde klusjesman blaast nu kringen uit zijn pijp in het seniorenappartement, onwetend van kapotte peertjes in toiletgroep B. Gelukkig maar; hij zou zijn met staar beslagen ogen ten hemel slaan.

“Goedemiddag, met Fleur van de ICT-servicedesk, waarmee kan ik u helpen?”
“Goedmiddag, met Schuurman van kantoor Leeuwarden. We hebben hier in het noorden te kampen met een niet optimaal functionerende gloeilamp. Ik durf zelfs de boute stelling te poneren dat hij kapot is.”
“Dat is erg vervelend voor u, maar we gaan het voor u oplossen. Blijft u even aan de lijn? Bedankt voor het wachten, ik heb een service-call voor u aangemaakt onder nummer 34342BZ en zal een werkopdracht naar ons facilitair knoopcentrum in Groningen sturen. Nog een prettige dag verder.”

En eerlijk is eerlijk, de volgende week melden zich twee monteurs aan de balie, beiden in een onberispelijk bedrijfskostuum met op hun rug het telefoonnummer van hun broodheer. Ik begeleid ze naar het toilet en wijs naar het gewraakte peertje. Ze mompelen wat en komen tot de slotsom dat een nieuw peertje in deze situatie verreweg de beste oplossing is. Maar als de langste van hen de zwartgeblakerde pit uit de behuizing draait, schudt hij zijn hoofd. Op de werkbon stond toch duidelijk een kleine fitting. En nee, die heeft hij niet meegenomen. Maar als ik opnieuw bel met de servicedesk en het call-nummer doorgeef, “sal alles reg kom.” Hij knipoogt naar zijn partner en slaat mij amicaal op mijn schouder. Wilt u hier even tekenen? Nee daar, onder het call-nummer. Goedemiddag.