Op de begraafplaats wachten we tot de kist naar de rouwkamer wordt gedragen. Waarom moet dat zo lang duren, ik heb haast! Mijn trainingspak heb ik al aan, dat scheelt straks weer tijd. Bekenden zie ik ineens in pak, ze huilen. De saaie mensen staren me aan en ik kijk op mijn horloge. Ik kijk nog eens goed om me heen en stel vast dat dit een dooie boel gaat worden. Gelukkig gaat mijn telefoon. Het is iemand van de zaak. Al bellend loop ik naar binnen en zie boze gezichten. Natuurlijk zijn ze boos, “hij is veel te vroeg van ons weggegaan”. Nadat ik ophang zie ik de mensen ‘nee’ schudden. Ik begrijp ze helemaal, ze kunnen het nog steeds niet geloven dat ‘hij’ er niet meer is.
Geroezemoes hoor ik om me heen. Iedereen gooit elkaar dood met hun foute cliché’s. “Het leven is kort”, “hij was nog zo jong (de ‘fit’-variant werkt ook altijd goed wanneer het een ouder iemand betreft)”, “we zullen hem missen”. Vermoeiend van al dat geleuter loop ik maar door. Ik doe niet aan cliché’s.
In de afscheidszaal zitten mensen in rijen kijkend naar de kist. De muziek gaat aan. De illegaal door mij gebrande cd van de ‘kistligger’ wordt gestart. André Hazes klinkt door de luidspreker. Voor de gelegenheid heb ik er een hippe dance-remix van gemaakt. Woedend kijkt iedereen mijn kant op, duidelijk jaloers omdat hij als enige die remix heeft. De cd slaat een paar keer over. Dat nu uitgerekend André deze middag moet verpesten! Ik zie mensen geschrokken met hun handen voor hun mond. Allemaal kwaad op Dré!
Zijn lust en zijn leven was dammen. Als er dan tijdens een toespraak serieus vol overgave en bezieling wordt gesproken – door de damvoorzitter- over zijn damtalent, vind ik het toch lastig om toch niet te lachen. Dat hij het zelf kan vertellen zonder in de lach te schieten is al bijzonder te noemen. Nadat hij klaar is applaudisseer ik en veeg ik de tranen van het lachen van mijn gezicht. Niemand klapt, niemand lacht. Jammer dat ze de grap niet snappen.
Het is tijd om de kist weg te dragen. Natuurlijk struikel ik over de bedrading van de microfoon en neem ik wat bloemstukjes mee tijdens mijn val. “Let maar niet op mij, het gaat om hem!” roep ik tegen de snikkende mensen.
Het begint te regenen waardoor ik mijn, speciaal voor deze gelegenheid gekochte, fel oranje paraplu kan showen. Als enige ben ik hip, als enige ben ik cool, net als Peter. Hij is net iets koeler.
Ik neem afscheid van hem en mompel woordjes die alleen hij begrijpt. Gekleurd, vrolijk, gek, niet bekrompen, druk en zoals ik gewoon ben sta ik daar, omdat we dat zo hadden afgesproken.
11 reacties
vanlidt · 22 februari 2006 op 12:12
Sta mij toe, deze column voor verfilming voor te dragen 😀
wendy77 · 22 februari 2006 op 13:06
Hier heb ik maar 1 woord op te zeggen:
GEWELDIG
Nana · 22 februari 2006 op 14:26
De titel vind ik niet zo mooi, maar de column wel 😉
Troy · 22 februari 2006 op 14:27
Heel mooi. Een van je betere als je het mij vraagt.
DriekOplopers · 22 februari 2006 op 17:19
Over een uitvaartplechtigheid zeggen “dooie boel”. Meesterlijk 😀
Doet me denken aan mijn favoriete tante. Op haar sterfbed vroeg ze aan haar dominee of er bij de kerkdienst wel even kon worden gezegd dat de mensen mét auto de mensen zónder auto even een lift naar de begraafplaats moesten geven. Dat mocht niet worden vergeten. Ik zal daarom mijn tante Jannie gedenken met groot respect. Super toch. Ze wilde ook geen gejank, maar hilarische herinneringen.
Goed verhaal!
Driek
Anne · 22 februari 2006 op 19:44
Mooi.
KawaSutra · 22 februari 2006 op 21:13
Deze column zou je moeten zien. Dus waar blijven de CX-clips?
sally · 22 februari 2006 op 22:18
Erg leuk!
groet
Sally
Chantal · 22 februari 2006 op 23:01
Mooi gedaan! 🙂
Trukie · 23 februari 2006 op 01:17
Eervol afscheid.
Mooie column.
bert · 24 februari 2006 op 12:30
[quote]Nadat hij klaar is applaudisseer ik en veeg ik de tranen van het lachen van mijn gezicht. Niemand klapt, niemand lacht. Jammer dat ze de grap niet snappen.[/quote]
Een andere kijk op afscheid nemen.
Heel mooi op eigen wijze neergezet.