De ultieme sportopera voor fijnbesnaarde geesten.

Wielrennen is kunst. Of je begrijpt er geen hout van óf je loopt er mee weg. Om in dit relaas geen valse verwachtingen te wekken, ik behoor tot de eerste categorie. Mijn wielerkennis is abominabel en iedere beschouwing mijnerzijds zou vanwege de oppervlakkige inhoud in de kantlijn belanden. De komende drie weken hul mij dan ook in een gepast stilzwijgen. Maar och lieve, wat zou ik graag gelijk Mart Smeets willen zingen over flanellen benen, linkeballen en koffiemolentjes. Over harken, brommen, uitbollen en verdapperen. Pas dan zal ook ik de tour liefkozend La Grande Boucle noemen, de ultieme sportopera voor fijnbesnaarde geesten.

Maar het mysterie van de tour de France is mij nooit ontvouwd, nu niet en vroeger niet. Terwijl ik op lome zomerdagen met mijn stakerige vrienden naar eendenmossels dook, lag de intellectuele elite van onze basisschool aan de oevers van de Zwette en luisterde gebiologeerd naar de geheimtaal van Theo Koomen. Stinkend jaloers probeerde ik hun geanimeerde gesprekken te ontrafelen, jaloers op die geheimzinnige wielerwereld die zich maar niet voor mij wilde ontsluiten. Lange tijd heb ik zo doorgesukkeld en leefde in een wankel consensus met mijn tourminnende vrienden -als ik hun niet lastig viel met mijn tourfobie, stelden zij geen lastige vragen.

Tot die vermaledijde jaren negentig waarin de tourspelletjes in zwang raakten. Eindelijk werd de vinger op de zere plek gelegd. Wuifde ik eerder met een kwinkslag mijn chronisch gebrek aan wielerkennis weg, dit maal moest ik met de billen bloot. Met mijn naam was weinig mis. De ‘gele tornado’ stond als een huis en beloofde toch zeker drie ritzeges, maar hoeveel valse lucht ik ook in mijn alter ego pompte, de waarheid zou hem snel achterhalen.

Want alleen de rennerslijst bezorgde mij al slapeloze nachten. Verwilderd zocht ik naar beloftevolle namen, maar achter deze namen gingen voor het merendeel waterdragers schuil voor wie het uitrijden van de tour op zich al een fenomenale prestatie bleek te zijn. Alleen Bo Hamburger wist zich aan de malaise van mijn willekeurige lijstjes te onttrekken en het is met name aan hem te danken dat ik op een mooie julidag niet als laatste de meet passeerde. Maar Hamburger ten spijt, mijn ’gele tornado’ was al na de eerste koers gaan liggen en jarenlang werden mijn bijdragen aan sportdiscussies, met hoeveel argumenten mijn pleidooien ook waren doorspekt, volstrekt genegeerd.

Maar stilgezeten heb ik niet, ik moest en zou die diepere laagjes van het wielrennen pellen. Veel en lang heb aan de lippen van Hugo Camps gehangen om mij mee te laten slepen in die prachtige sport vol dramatiek. Want het is waar, de wielrennerij bulkt van de fraaie verhalen en leent zich bij uitstek voor heroïek. In welke andere sport zitten renners kromgetrokken van de diarree op hun fiets en nemen bij iedere wind die ze laten de juspan mee? Of renners die met een gordel steenpuisten tussen de billen totaal uitgewoond de Champs-Éysées oprijden? Het is deze heroïek waar ik naar zoek en het moet gezegd, het gaat steeds beter.

Zoveel beter zelfs dat ik mij dit jaar opnieuw op het gladde ijs van de tourspelletjes begeef. Niet alleen uiteraard, daarvoor zijn de wonden nog te vers. Alleen na een flinke financiële knieval was een collega bereid mij op zijn pakjesdrager mee te nemen en als Waldorf en Stadler vallen wij de eerste koersen aan. Maar Waldorf kent mijn geschiedenis en om de schade zoveel mogelijk te beperken heeft hij mijn voorspellingen ingekapseld in een overzichtelijk raamwerkje. Onze rolverdeling is duidelijk. Voor de vlakke koersen mag ik de eerste tien renners van afgelopen zondag kopiëren en als een volwaardige prognose van Stadler presenteren, en als Frankrijk begint te bobbelen en de koers om een meer gelaagd inzicht vraagt, neemt Waldorf het stuur weer over. Zo schuifelen we naar Parijs, Waldorf weet de weg en ik weet nog van niets.

Categorieën: Sport

3 reacties

dj_Eddy · 27 oktober 2007 op 11:07

[quote]De komende drie weken hul mij dan ook in een gepast stilzwijgen. [/quote]

Vind je het vervelend als ik je vertel dat Contador de Tour gewonnen heeft of verklap ik dan al teveel? Deze column is het bewijs dat het verzetten van de klok mensen danig in de war brengt…

arta · 27 oktober 2007 op 15:55

Mooi taalgebruik, maar helemaal begrijpen deed ik deze column niet, maarja…ik hoor dan ook bij de eerste groep! 😉

Prlwytskovsky · 27 oktober 2007 op 16:36

De Tour de Fiets? Wanneer begint’ie ook alweer? :eh:

Geef een reactie

Avatar plaatshouder