Wat vakanties betreft, ben ik een saai mens. Mijn eigen bed is namelijk onbetwist mijn favoriete slaapplaats. Nooit eerder kwam ik een fijner bed tegen. Eén meter tachtig breed, met matrassen gevormd naar mijn eigen lichaam, geheel gevuld met mijn geur, of incidenteel de geur van mijn favoriete wasmiddel. Daar kan toch geen bed in Griekenland of Italië tegen op? Laat staan een stapelbed in een vakantiehuisje in Overijssel. De reden dat ik zo dol ben op mijn eigen bed is simpel: Ik heb een rare slaaphouding. Zo eentje waar veel ruimte voor nodig is. Mijn nachten begin ik namelijk consequent half op mijn buik, met mijn rechterbeen gestrekt. Mijn linkerbeen trek ik op tot mijn oksel, waarna ik mijn linkerarm over mijn bovenbeen sla om uiteindelijk de hand onder mijn voet, de hak om precies te zijn, neerleg. Elke nacht probeer ik eerst meerdere andere houdingen, rug, buik, zij, maar uiteindelijk slaap ik steeds in de eerder beschreven knoop in. Al jaren.

Dat is ook de reden waarom ik het liefst alleen slaap. Hoe vaak ik al geprobeerd heb om uit te leggen waarom ik in deze, voor samen slapen ongezellige, slaaphouding lig, vooraf al wetend dat het niet uit te leggen valt? Toch zeker al een aantal maal. En al die keren heb ik op mijn rug liggen wachten, tot mijn medeslaper sliep en ben toen in mijn vertrouwde slaapknoop gaan liggen, stiekem lachend om het feit dat mijn onwetende medeslaper nooit meer als dusdanig bestempeld zou gaan worden. Net goed.

De breedte van mijn eigen bed leent zich dus prima voor dit soort standjes. Op vakantie moet ik dat maar afwachten. Is het bed te zacht zodat mijn gezicht in het matras ondergedompeld wordt, waardoor ik geen adem meer kan krijgen? Is het zo hard dat ik ’s ochtends wakker wordt met pijn in mijn ribben? Is het wel breed genoeg, lang genoeg? Ruikt het lekker? En het is meer dan eens voorgekomen, dat wanneer het bed aan mijn voorwaarden voldeed, ik ’s nachts verkleumd wakker werd, omdat de bedmijten er met mijn dekbed vandoor waren gegaan. Ik ben vervelend, lastig en veeleisend, maar het gaat dan ook om niet zomaar iets.

Nouja, en zo kan het dus ook zomaar gebeuren, dat ik plots in een stapelbed van zeventig centimeter breed terecht kom, met het trapje naar boven op een erg ongemakkelijke plaats, ergens in een huisje in Overijssel, waar mijn tenen de ene muur raken en mijn hoofd de andere. Mijn knoop verandert dan ineens in een wel erg lenige positie en als ik dan mijn zoon boven mij hoor zeggen ‘welteruften’, ondertussen een wind mijn kant opsturend, is er nog maar één ding dat ik wens: Mijn eigen bed.

Categorieën: Diversen

Arta

Zijn. bewonderen, verwonderen, notuleren, opwaarderen; Het zijn zomaar wat steekwoorden, die voor mij onlosmakelijk zijn verbonden aan 'Schrijven'. *Overigens schrijf en reageer ik als arta natuurlijk op persoonlijke titel

11 reacties

Avalanche · 22 september 2010 op 13:51

Leuke column Arta. En er gaat inderdaad helemaal niets boven je eigen bed!

SIMBA · 22 september 2010 op 14:12

Ik lig ook altijd tamelijk ingewikkeld te liggen (een gezond mens zou er een hernia van krijgen 😀 ) maar dat is inderdaad in vreemde bedden vaak problematisch en stapelbedden zijn helemáál verschrikkelijk!

LouisP · 22 september 2010 op 14:28

Arta,

‘k ga twee dingen doen na het lezen van dit ongelofelijk grappig stuk.
Je houding een keer proberen en er een tekeningeske van maken….maar as dat nu niet lukt allemaal….’k durf ’t bijna niet te vragen…

steengoei stukske Arta,
Door de titel zat ik wel op een protje van jouw te wachten..maar zo is ’t ook goe!

Louis

Mien · 22 september 2010 op 14:52

De anatomische les van arta. Leuk.

En ja, meeslapers kunnen soms erg lastig zijn.

Maar meeëters zijn nog veel erger.

Sinds een gekneusde rib, opgelopen tijdens een poging tot snowboarden in lang vervlogen tijden,

heb ik op mijn rug leren slapen.
Er is altijd hoop arta! :slapen:

Mien leeft mee

Anti · 22 september 2010 op 15:05

Erg leuk Arta en ‘vreemde beddenperikelen’ ook erg herkenbaar.
Volgens ben je een echte Yogaprof, anders kom je nooit meer uit zo’n slaapknoop 😀 .

Kwiezel · 22 september 2010 op 16:31

Niet meer dan terecht, zo’n mooie ode aan de plek waar je een derde van je leven vertoeft. Of meer. Voor elke welteruft van je zoon zou ik er overigens 2 terugsturen 🙂

schoevers · 22 september 2010 op 17:11

Hoi Arta,

Een heel leuke column! Kan hem helemaal plaatsen.
Ik kijk uit naar jouw ‘zugabe’ over het ‘kussen’ in dit bed.

pally · 22 september 2010 op 22:41

Ha, ha, leuk stukje Arta en vooral ook leuke titel. Tussen alle grappen en uitgebreide slangenmens-houdingsbeschrijvingen (hoe krijg je ze voor mekaar?)kun je er uithalen hoe belangrijk een vertrouwde slaapplek voor een mens is.
Absoluut een feit.
Nog een vraagje: wat duurt langer in de knoop gaan of uit de knoop? 😀

Groet van Pally

sylvia1 · 23 september 2010 op 07:57

Ik was me niet bewust van de eenvoud van mijn slaapstandje. En al was die van mij zoals die van jou geweest, dan had ik het nooit zo kunnen opschrijven. Origineel en… luchtig 😉

embee · 23 september 2010 op 17:20

Leuk Arta!!! De oplossing is misschien op een wandelclub gaan!!

arta · 24 september 2010 op 15:52

Dank jullie wel voor de leuke reacties, echt grappig…
😀

Geef een reactie

Avatar plaatshouder