Ik ga onder de douche, en ruim jouw handdoek maar vast op. En zie dat je after shave flesje nog openstaat. Doe het maar dicht, anders vervliegt het misschien. Loop uit de douche, kleed me aan, en doe de was in de trommel, zet de wasmachine aan, en gooi jouw kleding er ook gelijk maar bij.
Wat maak je veel kleding vies man, maar ja, dat is nou eenmaal niet anders. Loop naar de keuken, kijk in het rond, en zie de afgewerkte kastjes, die je verleden maand nog in de verf hebt gezet. Wat is het mooi geworden. Zet mezelf nog een bakkie koffie, en loop naar de voorkamer.

Ga zitten met mijn bakkie en kijk om mij heen. Het is stil, dus ik doe de radio maar aan. Op jouw favoriete zender. Want ik weet dat jij dat leuk vind. Als ik mijn koffie op heb, loop ik naar de gangkast, pak de stofzuiger en begin maar weer door het huis te zuigen. Het is niet vuil, maar de dag is nog zo lang hé. Als ik klaar ben met de stofzuiger, loop ik naar de keuken en begin de vloer maar te dweilen.

.Als dat klaar is pak ik mijn jas, en loop met mijn lege boodschappentas op mijn gemak naar de supermarkt. Ik kom nog wat buren tegen en die houden mij aan. Ik heb geen zin om te praten, maar blijf vriendelijk. Ze waren het tenslotte ook voor mij.

Toen ik dacht dat ik alleen stond. Maar gelukkig was dat niet zo. Aangekomen in de supermarkt, koop ik wat vlees, wat brood en melk. Gewoon de dagelijkse dingetjes die een mens voor het inwendige nodig heeft. Wel een lekker biefstukje voor jou extra, want dat heb je wel verdient. Dan op naar huis.

Thuis aangekomen leg ik alle boodschappen in de ijskast, en merk dat jouw bier er nog staat. Dat kan straks ook wel weg. Maar nu nog niet. De biefstuk bak ik vanavond bij het avondeten, of wil je het vanmiddag met een boterham? Ach, we zien wel, de dag is nog lang. Dus ga ik maar weer de lampen in het huis schoonmaken, van de hanglamp in de kamer haal ik alle kapjes af, geef ze een sopje, en in de hal maak ik dat kleine kroonluchtertje helemaal schoon met azijn.

Dan glimmen ze weer lekker. Ruiken doet het niet echt, maar een kniesoor die daar op let. Dan zie ik dat het tijd wordt voor het avondeten, de lunch heb ik vandaag maar overgeslagen. Had ook niet echt honger. Ik maak een potje tuinbonen open, en doe peper en zout op de beide biefstukjes. Geen aardappels, geen trek.
Maar ik moet wel blijven eten, dus groentes en vlees, daar hou ik het maar even bij. In de kamer aangekomen ga ik zitten aan een grote lege eetkamertafel. Drie stoelen zijn leeg, en op de vierde zit ik met mijn bord met bonen en twee biefstukjes. Het is vreemd.

Nog steeds haal ik dubbele dingen voor ons beiden. Nog steeds denk ik dat je thuiskomt van je werk. Nog steeds denk ik je geur te ruiken. Maar ik weet dat ik alleen ben. Jij bent niet meer om mij heen. Ik heb je verleden week met onze familie en al die vrienden weggebracht. Naar de laatste rustplaats. Jij komt nooit meer naar me toe. Wij eten nooit meer samen.

Ik hoef nu alleen maar voor mezelf te wassen, te koken, boodschappen te doen. Al die dingen die wij altijd samen deden, ik moet er nog aan wennen dat ik alles nu alleen moet doen. Maar ik denk wel dat het went. Al heeft het tijd nodig. Ineens heb ik weer geen honger meer. De bonen en de biefstuk gaan onaangeroerd terug naar de keuken.

Ik gooi alles maar weg. En ga maar vroeg naar bed. Heb geen zin om in mijn eentje nu televisie te kijken. Het is stil om mij heen. Als ik in bed lig voel ik de tranen langs mijn wang lopen, ik probeer ze te volgen in gedachte. Die tranen lopen langs mijn neus zo het kussensloop op. Een natte plek blijft achter. Jij bent er niet om mij te troosten.
Een machteloos gevoel maakt zich meester van mij. Verdomme kerel waarom nou juist jij. Jij die al die jaren mijn eigenste maatje was. Jij die mij hier alleen achterlaat. Nee ik ben heus niet eenzaam, en de pijn zal langzaam verdwijnen. Maar ik mag toch wel huilen om jouw gemis? Ik doe het nachtlampje maar uit, en probeer te slapen. Morgen weer een dag. Kan hier in bed even gaan verzinnen wat ik morgen nou eens ga doen. Want een dag duurt zo lang zonder jou.

Leny Jansen van het Laar-Kruis

Categorieën: Algemeen

klapdoos

Gewoon een Amsterdamse vrouw die met een vrouw getrouwd is, ziek is, zodanig dat de neerwaartse spiraal steeds verder zakt. maar een kniesoor die daarop let. Ik lach graag, heb genoeg traantjes gelaten om mijn ziekte en nu is het tijd om via mijn nieuwe boek eens door te gaan met uit het leven te halen wat er te halen valt, zeker in een crisistijd is het de kunst om toch vrolijk te blijven. Mijn motto is dan ook: Een dag niet gelachen is zeker een dag niet geleefd.

9 reacties

KingArthur · 14 juli 2006 op 13:31

M.u.v. al dat poetswerk kan ik me wel identificeren met dit stukje. Kop op, je moet het zelf doen. Het kost tijd maar de lol komt ook wel weer terug.

Troy · 14 juli 2006 op 13:50

Pijnlijk om iemand zo te moeten missen. Veel sterkte.

Mup · 14 juli 2006 op 16:33

Sterkte. Al het andere wat ik zou kunnen zeggen, zal je gemis niet veranderen, dus hou ik het op sterkte,

Mup.

Mosje · 14 juli 2006 op 20:46

Een stukje waarin je schrijft over gemis of eenzaamheid moet je niet ondertekenen met een dubbele achternaam. Eigenlijk vind ik dat je stukjes helemaal niet moet ondertekenen. Op de een of andere manier doet het afbreuk aan het geschrevene.

WritersBlocq · 14 juli 2006 op 22:03

In het eerste gedeelte van je verhaal loop je ontzettend veel. Later blijkt dat je juist stil staat. Deze afwisseling tussen wat je doet om te overleven, en wat er in je omgaat, heb je knap geschreven.
Van mij moet je niets, en ik vind het ondertekenen met je eigen en man’s naam absoluut niet misplaatst, als je al wilt ondertekenen. Zonder ondertekening vind ik het persoonlijk mooier, maar het is niet goed of fout.

Li · 14 juli 2006 op 22:24

Ik ken je nog niet zo goed dus ik weet niet of dit verhaal fictie is, of echt.
Is het fictie dan heb je jezelf goed kunnen invoelen want het lijkt net alsof je het leven van mijn moeder beschrijft.

Zit je echt in deze fase, dan wens ik je heel veel sterkte.

Li

Ma3anne · 14 juli 2006 op 23:26

Li, nu haal jij mij de woorden uit de mond.
‘Fictie of autobiografisch?’ blijft altijd de vraag hier.
Ik vind het in elk geval een heel indringende column.

KawaSutra · 15 juli 2006 op 03:57

Ontroerend wel.

Dees · 15 juli 2006 op 09:00

Mooi geschreven. De amputatie van iemand moeten missen en het wennen aan het gemis. Knap om het toch een beetje met afstand te beschrijven.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder