Terwijl de zomer haar laatste traan wegpinkt, blijft de voorzienigheid voortboenen door ons leven. Vrienden, bekenden, vijanden, en vreemdelingen inhaleren de verwachting van een in aantocht zijnde herfst zonder erbij stil te staan dat ze elk moment hun laatste oproep kunnen krijgen. Wanneer we op zo’n zonnige dag rondslenteren door een stoffige stad, ontgaat het frisse gelach van spelende kinderen ons meestal niet, en ontsnappen velen van ons evenmin aan het gevoel van jaloezie dat ons bekruipt bij het aanschouwen van vrijende paartjes op het strand. Enkelen onder ons koesteren zich in de zomerse warmte nu het nog kan.
En we laten het allemaal over ons heenkomen: de wereldsituatie waarin de rijke landen nog steeds de armen domineren met hun imperialistische politiek; het zakenklimaat waarin de mammoet ondernemingen de kleineren opslokken zonder erbij stil te staan dat ze daarmee vaak een goed geoliede, gemoedelijke bedrijfscultuur vernietigen door deze ondoordacht in te ruilen voor een onpersoonlijk hierarchisch systeem; het gemeenschaps-klimaat waarin rangen, standen, en successen nog steeds worden gemeten aan de hand van een kombinatie van kleur, gender, en afkomst.
En dat allemaal in een wereld waarin dezelfde zon opgaat voor iedereen, dezelfde kou inzet in gebieden waar er jaargetijden zijn, en dezelfde natuurrampen iedereen in hetzelfde geografische territorium teisteren. Maar dat maakt voor onze beschaving niks uit. Want we vertikken het om te leren van het dierenrijk. We achten ons namelijk minstens één trapje hoger dan de viervoetigen, en ettelijke trapjes meer dan de meerpotigen, en we blijven derhalve onnatuurlijke standaarden invoeren, waarvan we bliksemsgoed weten dat die het ecosysteem naar de donder helpen, maar waar we niks aan verkiezen te doen.
Integendeel! Je kunt kiezen: OF in een deuk liggen, OF een deuntje janken, als je ’s avonds naar het wereldnieuws kijkt en tracht de handelingen van toonaangevende mogendheden te analyseren. Eén van ’s wereld’s grootste economische mogendheden, Amerika, bijvoorbeeld, heeft simpelweg verzuimd haar opgroeiende generaties te scholen omtrent het belang van wereld-betrokkenheid. Ondernemers hebben zich in de afgelopen 50 jaar daarom blindgestaard op hun eigen, lokale markt, en nimmer naar buiten gekeken, waardoor ze vandaag de dag volslagen naief zijn wanneer het gaat om het aanboren van nieuwe markten, en waarbij het land met een ridiculeuze import-export dis-balans is komen te zitten.
Als je verder wilt luisteren naar de financieel economische beslissingen van wereld-organisaties, dan zie je al vlug in, dat de landen die economisch ondersteund worden meestal diegenen zijn, die OF strategisch gelegen zijn voor de beter gesitueerden om hun economische doelen te bereiken, OF een weelde aan goedkope grondstoffen of arbeidskrachten te bieden hebben aan deze zeer bewuste strategen. Voldoen ze niet aan één van deze criteria, dan is de kans groot dat ze voor altijd in een derderangs positie geparkeerd zullen blijven op het wereldforum, en voor altijd weggedrukt zullen zijn van een ereplaats in de rij der aanzienlijken.
Als je verdraagzaamheid het nog toestaat, kun je na deze gewaarwording nog even inzoemen op de individuen van deze wereld. Dan zul je al gauw merken dat de mensen die in aanmerking komen voor morele, financiele, of materiele steun, meestal niet diegenen zijn die graag hun best willen doen om iets te bereiken, maar juist die welke met een respektabele portie mazzel werden geboren, en die dus enkele cruciale criteria meehebben. Voldoe je niet aan het criterium-pakket, dan is de kans groot dat je OF nergens komt, OF een enorme wilskracht en persoonlijkheid moet leren opbouwen om toch te komen waar je komen wilt. En wanneer dat het geval is, ben je dan ook gelijk getransformeerd tot een bikkelharde speler die zelden omziet naar zwakkeren, omdat niemand het in jouw kwetsbare tijd voor je heeft willen doen.
In gemoede kun je je soms afvragen of de hel waarvoor we zo vaak bang gemaakt worden door onze geestelijke voorgangers niet nét hier is: je moet je taken vervullen, en afhankelijk van je gedrag zul je na je verscheiden naar een hogere dimensie oprijzen, of in een lagere terugkomen. Ach, ik zit maar te bazelen, want ik weet het natuurlijk niet. Ik kan me wel herinneren dat een auteur op deze gedachte speculeerde in een boek dat volgens mij getiteld was “The Celestial Principle”, waarin hij aangaf dat hele beschavingen van vroeger, zoals de maya’s, die volgens de geschiedenis plots verdwenen waren, waarschijnlijk gezamenlijk gezellig naar een andere dimensie waren opgegaan.
Maar alle theorien daargelaten blijven bepaalde konstanten zich aan ons opdringen: de dag gaat steeds weer over in nacht, de jaargetijden blijven mekaar afwisselen, ontwikkelingen blijven voortschrijden, of we ze nu als positief of negatief ervaren vanuit onze eigen kleine wereld, en alles sterft langzaam af. Het lot van een blad, een insekt, of een mens is in grote lijnen identiek: het is een weg van geboorte naar dood: soms kort, soms lang, soms boeiend en turbulent, soms rustig en op het saaie af.
Het belangrijkste om vast te houden onder elke omstandigheid is volgens mij simpelweg het volgende: weet wanneer je met meerdere maatstaven moet meten en wanneer niet: mensen zijn gelijk: ze verdienen een gelijke behandeling en gelijke kansen: maar de aanpak om succesvol door te dringen tot een mens, een werkkring, of een produktenmarkt vereist een aangepaste taktiek: karakters, bedrijfsculturen, en landelijke gebruiken verschillen namelijk. Bezint eer Gij begint.
0 reacties