Het is donker in mijn Kersstal en ik zie geen hand voor mijn ogen want iemand heeft hier het licht uitgedaan. De vraag is alleen wie? Het laatste wat ik mij nog kan herinneren is klokgelui. Op de tast probeer ik mij te oriënteren. Eerst bots ik over iets dat vet pluizig is. Het begint meteen te mekkeren. Aha. Een schaap. Maar welk? In mijn herinnering stonden er twaalf toen het licht uitging. God weet waar die anderen zijn gebleven. Misschien weet een van de herders het ook. Die moet hier ergens in de buurt zijn. Voorzichtig tast ik verder in het duister. Iek, wat heb ik nu vast. Het stinkt vreselijk en heeft twee bulten. Nee, een kameel. Dan loop ik de verkeerde kant uit. Ik draai me om en val haast weer over het schaap van zojuist. Of is het een ander. Hij mekkert niet meer. Ik loop verder en ja hoor, dit kan niet missen. Ia roept ie verbolgen. En duwt me vervolgens met zijn billen tegen iets wat veel zwaarder en bonkerig voelt. De os natuurlijk. Hij blaast met zijn neus recht in mijn gezicht. Meures de la beures maar ook lekker warm. Ik val om en land in een kribbe. Het stro prikt in mijn kont. Maar … dan ben ik geland op het kindeke Jezus … nee! Heb geen nood, fluistert iemand in mijn oor. Kindeke Jezus is al opgeborgen onder het tabernakel. Voor de zekerheid. Want is al vier keer gejat. Wat een zwarte Kerst denk ik dan. Niets is meer heilig. Bah.


4 reacties

Esther Suzanna · 26 december 2018 op 12:16

Ook Mien. Mooi! Gevangen in de Kerststal. 🙂

Mien · 27 december 2018 op 15:12

Waar ik aan denk?
Kosterlijk en devoot verhaal. En aan het schaap. Zo in het donker. Als dat maar goed gaat.

Mien · 5 januari 2019 op 22:31

Waar ik aan denk? It is me 2/4.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder