Er ligt een grote bult op het strand van Ameland. Een Duitse bult want er staat een Duits vlaggetje op. Nog geen meter van de bult, aan de voorkant, steken twee voeten uit het zand. Rode voeten. Ze hebben blijkbaar al heel wat uurtjes zon gehad. Zie ik het nu goed? De bult gaat heel zachtjes op en neer. Er zit beweging in de zandbult. Vanachter de bult stijgt een vreemd geluid op. Het komt onder een opengevouwen krant vandaan. Die Zeit ronkt als een bezetene, steeds harder en onregelmatig. Het geeft mij een verstikkend gevoel, alsof ik zelf geen adem krijg, laat staan het wezen dat onder de krant ligt. Ik herken die geluiden. Ze vinden ook plaats op mijn slaapkamer en het heet snurken.

Een merkwaardig tafereel zie ik nu. Naast de bult zitten twee kleine kinderen te spelen met emmer en schop. Ze hebben een lange gracht gegraven naar de zee. Een zee die wat kabbelend rust in eb. Vijf meter lang is hun gracht en hij loopt ingenieus af richting buikbult. De Duitser die onder het zand begraven ligt is vast hun papa, een ingenieur. Een die heel veel houdt van bier en worst. Gefascineerd kijk ik naar de handelingen van de kinderen. Ze peuteren wat aan de voeten die uit het zand steken en trekken een vette pleister van de kleine teen. Bah, denk ik. Wat een viespeuken. En niemand die op hen let. Waar is de moeder? Nergens te zien. Totdat een megatanker plots over de horizon glijdt en grote golven maakt. Ze stuwen het ijskoude zeewater in de smalle gracht op, langzaam richting buikbult. En dan gebeurt het.

“Scheisse!”, hoor ik een hele hoge sopraanstem roepen. De buik klapt omhoog en daar zit moeders. Rechtop in het zand met grote ogen opengesperd en de armen woest omhoog geheven. Er staat moord en doodslag geschreven in haar donkere pupillen. De kinderen zijn in geen wegen of velden te bekennen. Eigenlijk niet zo vreemd aan een strand. Maar vanachter een winddoek zie ik nu twee paar ogen angstig gluren. Ze zouden eigenlijk op ondeugend moeten staan. Maar hé, je zult maar zo’n forse Duitse moeder hebben? “Frizzl, Franzzl, hierrr kommen und schnell ja!”, hoor ik haar nog roepen en loop snel verder. Een ‘Donnerwetter’ hangt in de lucht, zeker weten.


Mien

Bewonder luidruchtig en verwonder in stilte

22 reacties

van Gellekom · 2 oktober 2016 op 18:33

Het blijft aanmodderen met die Duitsers op Ameland. Klasse geschreven weer

Yfs · 2 oktober 2016 op 20:19

Mooi beschreven beobachtung Mien!!

g.van stipdonk · 2 oktober 2016 op 20:55

Schön. WYGIWYS? Ik zie je de 22ste.

NicoleS · 2 oktober 2016 op 22:42

Mooie Deutsche namen ook Mien. Ik heb familie op het eiland wonen en kwam er als kind geregeld. Het stikte er van de Duitsers. Maar het strand was verrukkelijk. Goede column weer?

WritersBlocq · 2 oktober 2016 op 23:04

Mooie titel die ook weer pakkend terugkomt.
Deze: “De kinderen zijn in geen wegen of velden te bekennen. Eigenlijk niet zo vreemd aan een strand.” is echt zó melig – heerlijk, op een veul te drukke zondagavond :-S

    Mien · 3 oktober 2016 op 11:33

    Pakkend en plakkend. 😉 Als je heel lang aan een strand verblijft in de gloeiend hete zon dan kan meligheid hoogtij vieren. 🙂
    Dank voor de complimenten.

Nummer 22 · 3 oktober 2016 op 06:07

Ach so, nah was sonst? Bratwurst ohne Vati!

Snarf · 3 oktober 2016 op 09:04

Was het wellicht papa die de golven maakt in plaats van de megatanker? Schilderachtige afsluiting van een fraaie zomer. ☀️?

    Mien · 3 oktober 2016 op 11:37

    Had zomaar gekund Snarf, ware het niet dat Hansl even at anders te doen had. Dank voor het zonnetje en de duim. Doet goed.

StreekSteek · 3 oktober 2016 op 09:20

Mooie variant op de Atlantikwall.

    Mien · 3 oktober 2016 op 11:40

    Atlantikkwal? Nooit van gehoord. Steekt ie ook? En dat in de Noordzee? Rare beesten hoor. Maar ja, ze zullen ongetwijfeld bestaan. Van voor de oorlog vast. Dank voor je bijzondere reactie.

Esther Suzanna · 3 oktober 2016 op 09:33

Deze is Zó leuk Mien.

Wat was het plan eigenlijk? Moeder afvoeren? Haha…

Geile Blodsinn!

    Mien · 3 oktober 2016 op 11:43

    Nou er iets niets ‘geils’ aan koud water tegen je billen. Zeker niet met een Duitse krant op je kop. En nee, putjes hebben ze niet op een strand. De zee zou warempel zo maar weg kunnen spoelen, bij vloed. Dank voor het genot! 😉

Bruun · 3 oktober 2016 op 10:51

Leuk verhaal Mien. Met een toptitel niet te vergeten.

    Mien · 3 oktober 2016 op 11:45

    Dank. De toptitel heb ik ontleend aan wat er aan de voeten zat van de krantenkop. 😉

Nummer 22 · 4 oktober 2016 op 07:13

Ach so. Ich habe meine Nase voll. Gelacht auch.?

Mien · 4 oktober 2016 op 07:25

Gut, sonst knallt’s. 🙂

Geef een reactie

Avatar plaatshouder