Telkens als we voorbij zijn terras lopen, zegt hij breed lachend gedag. En ik moet toegeven: deze atypische Griek (lang, breedgeschouderd, donkere haren in een paardenstaartje) laat me niet helemaal onberoerd. Daarom gaan we op een avond maar eens bij hem eten. De gegrilde feta smaakt mijn dochter heerlijk en ik geniet van mijn gyros, samen met de ontelbare katten die zich in korte tijd rond ons tafeltje verzameld hebben. Onze gastheer doet er ondertussen alles aan, om het ons naar de zin te maken, maakt tijd voor een praatje en raadt dat wij uit Nederland komen. Bij het afscheid werpt hij mij een kushandje toe. ‘Vergeleken bij die man die jou laatst wilde versieren, is dit Mister Universe, mam,’ grapt mijn dochter.