In theorie moest die dag een banaal familiebezoek worden, een verjaardagsfeestje voor de kleinste, maar helaas, zowat alles wat verkeerd kan gaan ging verkeerd. De wet van Murphy dus, in ’t kwadraat en dan nog enkele keren erger…

Het begon al bij het binnen komen bij hen…

“ Pa, kijk dat is die zelfde fles die wij vorige maand aan opa gegeven hebben!”

Kleinzoon aan ’t woord, vijf jaar, en inderdaad het WAS die fles wijn. Mag een zestiger zich al eens vergissen? Een doorgeefcadeau. Kan ik er aan doen dat een huis anno 2016 met lege handen betreden totaal uit den boze is?

“En, hoe is ’t met ons jarig Emmaatje?”

Niet goed zou blijken. Ons jongste spruitje van drie was wat ziekjes. Terwijl oma haar spontaan de hoogte in tilde begon het kind uitvoerig te kotsen. Oma kon haar nog net van zich weg houden zodat ze de groenachtige naar spinazie ruikende smurrie, temperatuur rond de 37 graden, ten minste niet in ’t volle gelaat kreeg. Nee, het voor de gelegenheid gekochte fleurig topje was niet meer te ontwijken. Badkamer… floddertrui van de dochter… waar is dat feestje?

Het accidentje had er alvast voor gezorgd dat die story rond die fles wijn op de achtergrond terecht kwam. Hoe zei Johan Cruijff dat alweer? Elk nadeel heb z’n voordeel of zo iets…?

“Cava!”

Schoonzoon ontkurkt het spul, is wat treuzelend met het ijzerdraadje en knal… de kurk is weg. Praktisch ingestelde schoonzoon houdt zijn duim op de flessenhals maar daardoor creëert hij tot groot jolijt van kleinzoon alleen maar een spuitend effect alsof hij net één of andere ‘grand prix’ heeft gewonnen.

Die kurk vliegt op de ronde TL lamp boven de tafel, verbrijzeld ze en de mengeling van poederstof en glasschilfertjes dwarrelt op de excellente klaarstaande koude visschotel.

Het hoofdgerecht mochten we alvast schrappen.

Plan B, de afhaalchinees.

Het dessert konden we ook al op onze buik schrijven. Door al het tumult van opkuisen en boodschappen doen waren de twee poezen er in geslaagd de achterkeuken binnen te glippen om zich vervolgens te goed te doen aan de zelfgebakken slagroomtaart. Wat over bleef was veel caké en enkele schijfjes appelsien die ze blijkbaar niet lustten. De drie kaarsje waren omgevallen. Binnenin de ‘taart’ zat er nog wel veel goeds maar daar konden enkel de kippen nog van profiteren. Voor ons was een koffie met een zandkoekje ook voldoende.

Chinese restaurants zijn gekend voor veel, zeer veel, maar er was precies meer aan de hand. Nog voor dat de kleintjes in bed waren had de dochter reeds twee keer het kleinste kamertje van het huis bezocht en ook schoonzoon zat te getuigen van wat lastige steekjes in de onderbuik.

Het was voor ons ook wel al de tijd om huiswaarts te keren. Buiten was t’ al donker en ’t was ten slotte nog een uurtje rijden.

’t Vrouwtje kreeg krampjes, zat nerveus te berekenen hoe lang het nog zou duren voor we thuis waren maar stelde ook al voor om toch ergens te stoppen. Waar?

“ Schat, ik ga het niet redden hoor, parkeren, vlug!”

Het geluk lachte ons toch nog toe omdat we in een vrij landelijke omgeving waren. Ik stationeerde de wagen aan de rand van de weg . Nog vóór die tot volledig tot stilstand gekomen was zag ik wederhelft gewapend met een pakje papieren zakdoekjes in de duisternis verdwijnen. Ik stapte uit omdat het bewegen in de frisse lucht ook mij wel deugd zou doen. Ik moest  ook nog plassen. Niemand te zien?   Doen maar.

Politie!

Ik maak het verhaal kort.

’t Vrouwtje zag alles van uit haar duister plekje gebeuren maar bleef heimelijk zitten. Ik kreeg enkel maar een kleine berisping wegens het niet dragen van een hesje en het niet inschakelen van de vier pinkers van de auto.

Bla bla bla… bla bla bla… bla bla bla… doorrijden maar!

Paniekerig en blij dat ik er goedkoop vanaf kwam liet ik mijn vrouw ter plekke om haar dan eens dat ‘de wet’ uit het vizier was terug op te pikken. We haasten ons naar huis, verlangend naar ons stulpje, ons veilig plekje, ons oord van rust, onze beschermend dak met twee WC. Eindelijk thuis.

Bij het openen van de deur kwam het water ons tegen. ’s Morgens had ik de kraan van het bad laten open staan.

“ Schat, waar zijn die rustgevende pilletjes?”

 


8 reacties

arta · 16 april 2016 op 22:55

Tekst is geëdit. (Zinnen én het slot waren afgesneden)

Lianne · 17 april 2016 op 10:24

Drama op drama. Soms heb je van die dagen …
XX

pally · 17 april 2016 op 18:37

Het is grappig. Maar wel te veel openingen, waardoor het erg hink-stap-sprong leest. Maar ach , past wel bij het onderwerp.
De slordigheidjes kun je verminderen door het even grondig na te lezen.

Mosje · 17 april 2016 op 21:08

Ik ga deze week al mijn familie afschaffen 😉

arta · 17 april 2016 op 22:08

Van mij: XXXX 🙂

Mien · 18 april 2016 op 08:39

Van mij ook! 😉

Snarf · 18 april 2016 op 13:40

Grappig … ietsje te sterk aangedikt. Grammaticaal wel wat slippertjes. Toch xxx

Geef een reactie

Avatar plaatshouder